Deze groepsbebouwing van vier rijhuizen werd opgetrokken in 1928 naar een ontwerp van de Oostendse architect Alfred Danneel, zie de signatuur in de plint. De bouwaanvraag werd eveneens in 1928 ingediend. Het betreft doorsnee-enkelhuizen, opgetrokken volgens een repeterend schema, elk van twee traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak met vernieuwde dakvensters.

De eenvoudige bakstenen lijstgevels kregen een decoratief accent door het gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, muurbanden, lekdrempels en de aanzet- en sluitstenen. De steekboogvormige muuropeningen hebben vernieuwd schrijnwerk, op de verdieping zijn de borstweringen voorzien van decoratief uitgewerkt metselwerk. De steekboogdeuren worden rechts geflankeerd door een voetschraper. De houten kroonlijsten bleven grotendeels bewaard net als de deur van nummer 117.