Drie gelijkaardige rijhuizen met neotraditionele inslag uit het begin van de 20ste eeuw. In 1912 werd voor nummer 17 een bouwaanvraag ingediend door metser Louis Van Deuren met een eigen getekend plan, voor de nummers 21-23 door bouwheer André Killean.

Het betreft onderkelderde enkelhuizen, opgetrokken volgens een repetitief schema van twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak met de nok parallel aan de straat. De eenvoudig uitgewerkte bakstenen lijstgevels hebben een iets breder vensterrisaliet links en vertonen een decoratief accent door het gebruik van witte baksteen voor onder meer muurbanden en rollagen. De blauwe hardstenen plint omvat een rechthoekig, getralied keldervenster onder een uitgewerkte latei. Hardsteen werd ook gebruikt voor de lekdrempels en de waterlijsten tussen de verdiepingen. Gedrukte rondbogige muuropeningen (ten dele steekbogig bij nummer 17) in verkleinende ordonnantie. De deurtravee wordt bovenaan afgelijnd door een boogfries. Nummer 17 behield de houten kroonlijst op klossen. Het schrijnwerk van nummer 21 werd recent volledig vernieuwd.