Industrieel pand ingeplant op de hoek van het Koningsplein en de Lindestraat. De noord-, oost- en westwand van het Koningsplein werden van in het interbellum tot bij de afbraak van het grootste deel van het complex in 1967, ingenomen door de gebouwen van de brouwerij van André De Greef, later de brouwerij "Rodea". Vandaag resten hiervan nog alleen de gebouwen Koningsplein 7.

De brouwerij werd in 1917 gesticht door André De Greef (1877-1951), die in 1904 met een bescheiden kuiperij was gestart. Aanvankelijk werd er vooral geuze gebrouwen, vanaf 1925 veranderden de smaken en werden ook lichte bieren van lage gisting geproduceerd als "Mars", "Helles" en "Double Bock". Een bijzonder succesvol bier was "Spéciale Charlot", dat rond 1927 geadverteerd werd met een op Charlie Chaplin als "the tramp" ("Charlot") gelijkende figuur erbij.

De brouwerij moet bijzonder succesvol geweest zijn, getuige het kasteel dat Degreef voor zichzelf liet bouwen in 1928, naar ontwerp van lokaal architect J.B. Heymans. Het gemeentearchief bewaart de plannen van dit ondertussen verdwenen bouwwerk, dat naar verluidt bekend stond als het "Chateau Malibran".

Enkele advertenties en een briefhoofd geven een impressie van het bedrijf in de jaren 1920. Het totale grondoppervlak bedroeg naar verluidt 20.000 vierkante meter. Naast het brouwerijgebouw met de markante schoorsteen en een brouwerswoning omvatte het complex ook een eigen mouterij, een grote, vrijstaande fabrieksschouw en een groot biermagazijn met sheddaken. De advertenties roemen de ultramoderne gebouwen. In 1946 werd de zaak overgenomen door de vier zonen.

Voor het gebouw aan het Koningsplein 7 werd in november 1921 een bouwaanvraag ingediend door André Degreef-Mosselmans. Het plan geeft echter geen uitleg over de functie. Het onregelmatige, vijfhoekige grondplan incorporeert een deel van een ouder gebouw langs de Lindestraat. De afbeeldingen in de advertenties en het briefhoofd geven de positionering en het huidige uitzicht van de gebouwen niet exact weer, maar uit de vorm kunnen we afleiden dat Koningsplein 7 de garage van de brouwerij was. Ook een oude foto van het poortgebouw, nog zonder cimorné, bevestigt dit. Brouwerij Degreef adverteerde dan ook dat hun vrachtwagenpark de geuze leverde in heel het land. In 1929 is op de kadastrale mutatieschetsen te zien dat het gebouw aan de achterzijde wordt uitgebreid, mogelijk werd toen ook de cimorné aangebracht.

De garage was toegankelijk vanop het Koningsplein via een gebouw van één bouwlaag onder afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op de straat, vezelcementleien en zink) met centraal een grote houten, rechthoekige poort. Het gevelvlak met bekleding van lichtgroene cimorné is voorzien van lisenen en spaarvelden van donkergroene cimorné.

Aansluitend, langs de Lindestraat, ligt een gebouw van zes ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. De muuropeningen zijn eenvoudig en rechthoekig , met per travee een venster op de eerste en tweede bouwlaag en op de benedenverdieping een afwisseling van deuren en vensters. Het gevelvlak is afgewerkt met lichtgroene cimorné, met in donkergroen een rondboogfries onder de kroonlijst waarop lisenen aansluiten die de traveeën aflijnen en die, met uitzondering van de zesde travee, eindigen op de tot cordonlijst doorgetrokken lekdorpels van de vensters van de eerste verdieping.