Rijhuis met stijlinvloeden van de neo-Vlaamse-renaissance, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1923 naar ontwerp van architect Fr. Van Hove in opdracht van Th. Wylleman, zie signatuur links in de latei boven de toegangsdeur "1925 de Bouwke/ Fr. Van Hove".

Enkelhuis van twee traveeën en vier bouwlagen onder een pseudomansardedak (leien en pannen, nok evenwijdig met de straat). Smalle linker toegangstravee onder een rechte, vernieuwde kroonlijst. De rechter venstertravee is uitgewerkt als een in- en uitzwenkende geveltop, bekroond met overhoekse pilasters met bolornamenten. Typerend materiaalgebruik met een combinatie van rood baksteenmetselwerk in kruisverband en blauwde hardsteen voor plint, dorpels, lateien en decoratieve elementen. De venstertravee wordt op de eerste en tweede verdieping gevat tussen lisenen en gemarkeerd door een driezijdige oplopende erker met bakstenen borstweringen, horizontaal afgelijnd met hardstenen lateien en doorgetrokken lekdorpels. Een hardstenen balkon met ijzeren hekwerk bekroont de erker. De rechthoekige vensters bewaren hun houten schrijnwerk met typerende roedeverdeling in de bovenlichten, evenals de rolluiken op de benedenverdieping, met vermelding van de Gentse fabrikant Guillaume Weymeersch. Bewaarde houten vleugeldeur met glazen panelen en ijzeren roosters, met in de rechtervleugel een ingewerkte koperen brievenbus met de inscriptie van de naam van de bouwheer. De deur wordt rechts in de plint geflankeerd door een voetschraper.

Het grondplan is volgens het bouwplan opgevat volgens een traditioneel plan van een enkelhuis. Op de gelijkvloerse verdieping bevinden zich de inkom, gang en het trappenhuis links, geflankeerd door de voorkamer en aansluitende keuken met schotelhuis. Achteraan het perceel is er een koertje en tuintje, een toilet en wasplaats.