erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Bernadette

bouwkundig element
ID
216340
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216340

Juridische gevolgen

Beschrijving

Parochiekerk in modernistische stijl, gerealiseerd in 1967-1968 naar ontwerp van architecten Leo Lefebure en André Platel met medewerking van René Heyvaert, onder leiding van bouwonderneming Charles en Julien Van Caneghem (Erpe-Mere, Burst). De kerk is gelegen nabij de tuinwijk van de Sint-Bernadettestraat.

Historiek en context

De uitbouw van de wijk aan de Sint-Bernadettestraat startte omstreeks 1923 in opdracht van de 'Gentsche Maatschappij der werkerswoningen' naar ontwerp van architect Oscar Van de Voorde met de bouw van een- en meergezinswoningen, en later ook appartementsgebouwen. De bevolkingstoename deed de nood aan een nieuwe parochie groeien, wat in 1935 leidde tot de inwijding van een tijdelijke houten kerk. De Sint-Bernadetteparochie werd een zelfstandige parochie in 1950, onder het dekenaat van Sint-Amandsberg. In de jaren zestig werden de plannen opgevat om een volwaardig, modern kerkgebouw te realiseren ter vervanging van de tijdelijke kerk, die uiteindelijk zou worden gesloopt in 1967.

Architect André Platel vatte het ontwerp voor deze kerk aan omstreeks 1961. De eerste plannen werden op 14 oktober van dat jaar verstuurd aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML), maar werden afgekeurd. Er werd aangedrongen op een volledige herziening van het grondplan waarbij onder andere de doopkapel omwille van liturgische voorschriften dichterbij het koor gesitueerd diende te worden, er slechts één gang mocht zijn in het schip, de biechtstoelen zich niet in de winterkapel mochten bevinden en er ook voor de gevels en de toren een grondige wijziging moest gebeuren. De nieuwe plannen waren klaar op 28 april 1962, maar ondanks de goedkeuring van de KCML voor het gewijzigde grondplan, werden de plannen opnieuw afgekeurd omwille van de ontbrekende relatie tussen de gevels en het plan. Architect Platel verdedigde in een brief zijn keuzes op het vlak van de inplanting, het grondplan en het exterieur, in overeenstemming met het vastgelegde programma. Latere plannen te dateren omstreeks 1964 en aanwezig in het archief van de architect, stemmen overeen met het huidige uitzicht. De werken startten op 21 augustus 1967 en het einde werd gepland in het najaar van 1968. De kerk werd ingewijd op 22 november 1969. Begin jaren 1980 werden herstellingswerken uitgevoerd aan het kerkgebouw, naar ontwerp van architect Roger de Vos (Gent, Oostakker) en uitgevoerd door aannemer Sidef (Gent). De ingrepen situeerden zich hoofdzakelijk aan het exterieur, zoals het beton en de gevelstenen. In 1988 werd een oplossing gezocht voor het insijpelen van vocht tussen de glas-in-loodramen en de betonnen raamkaders.

De kerk springt terug ten opzichte van de rooilijn en is gelegen in een groen perceel, voorzien van bomen en struiken, en aan weerszijden afgesloten met een haag. Het portiek wordt voorafgegaan door een betegeld voorplein, dat aan de rechterzijde wordt doorgetrokken als toegangspad tot de ingang van de winterkapel en de achterliggende secundaire ruimtes.

Rechts bevindt zich, verborgen in het groen, een arduinen kruis met Christusfiguur in kunststeen. De bijhorende arduinen tegel vermeldt de inscriptie 'MIJN JESUS/ VERGIFFENIS EN BARMHARTIGHEID/ DOOR DE VERDIENSTEN/ VAN UWE HEILIGE WONDEN'.

Links van het voorplein bevindt zich een arduinen monument met een sculptuur in witsteen van de Heilige Bernadette, met van links naar rechts de vermeldingen: 'EEUWFEEST/ VAN DE / LOURDES-/ VERSCHIJNINGEN/ "IK BEN DE/ ONBEVLEKTE/ ONTVANGENIS."/ UIT/ DANKBAARHEID/ ZUSTERS V.D./ ONBEVLEKTE/ONTVANGENIS/ APOSTOLINNEN/ VAN GENT/ ALG. DIRECTEUR/ Z.E.H. R. VAN BOSSUYT', 'H. BERNADETTE/ BID VOOR ONS' en 'MARIA SPRAK TOT/ BERNADETTE:/ BOETE, BOETE,/ BOETE…/ BID VOOR DE/ ZONDAARS'. Het monument is links onderaan gesigneerd met 'Architect/ A. Bressers' en 'Aannemer/ Gebrs De Cuyper'.

Architectuur

De georiënteerde voorgevel is gericht naar de Sint-Bernadettestraat en werd eenvoudig en nederig opgevat. De kerk vormt een samenstel van blokvormige volumes onder platte daken, afgelijnd met arduinen dekstenen, waarbij de rechthoekige zaalkerk het hogere hoofdvolume vormt, dat geflankeerd wordt door twee lagere volumes ten noorden en ten westen. Opvallende, deels vrijstaande toren met een uitkragende bekroning, ten noorden van het schip.

Gesloten volume met een parement van gele baksteen in een metselverband aanleunend bij een klezorenverband. Vlak uitgewerkte gevels, waarbij de zuidelijke gevelwand geritmeerd wordt door drie blokvormige volumes, waarin de biechtstoelen zijn ondergebracht. Alle gevels van het hoofdvolume worden bovenaan doorbroken door een rij van geritmeerde glas-in-loodramen opgevat als een doorlopend fries, gevat in kaders van gewapend beton. De lagere secundaire ruimtes worden verlicht door aaneengeschakelde vensters, voorzien van effen glas en gevat in betonnen kaders bij de winterkapel en houten schrijnwerk voor de sacristie en dienstruimtes.

De voorgevel wordt gemarkeerd door een blokvormig portiek, toegankelijk door middel van een centrale dubbele deur, geflankeerd door twee enkele deuren, allen afgewerkt met aluminium platen en voorzien van grote houten, O-vormige klinken. Het portiek wordt voorafgegaan door een luifel, rustend op ijzeren kolommen en afgewerkt met houten planchetten. Het zijportaal tot de kapel is toegankelijk via een dubbele deur in een zelfde uitvoering. De toren heeft een dubbele structuur, meer bepaald deels uitgevoerd in gesloten metselwerk, in combinatie met een open betonnen structuur aan de rechterzijde ter ondersteuning van de uitkragende bekroning, waarin zich het klokkenspel bevindt. De architecten kozen ervoor de hoogte van de toren te beperken als uitdrukking van het karakter van een wijkkerk.

Interieur

Sober vormgegeven interieur met wanden in zichtbaar metselwerk en een houten zoldering met planchetten. Keramische tegelvloer in het schip en een podium in blauwe hardsteen ter hoogte van het koor. De architecten streefden ernaar een eenvoudig, rustig en ordelijk opgevat grondplan te realiseren. Open schip met 546 zitplaatsen, opgesteld met één centrale middengang. Ten noorden van het schip bevindt zich een winterkapel, die tevens dienst doet als doopkapel, met een veertigtal zitplaatsen. De kapel wordt gescheiden van het kerkinterieur door middel van een vouwwand in plexiglas, uitgevoerd door de Antwerpse firma 'Scandiaflex en the roof'. Door het transparante en open karakter van deze wand ontstaat een interessante verbinding tussen het hoofdaltaar en de kapel, en kan de kapel ook benut worden als aanvullende ruimte bij het schip. De kapel is ook afzonderlijk toegankelijk via een eigen portaal, gesitueerd naast de basis van de klokkentoren. De westelijk zijde van het kerkgebouw, gelegen achter het koor en de kapel, omvat rechts een afzonderlijke inkom, een bureau waar zich tegenwoordig het parochiaal secretariaat bevindt, en sanitair. De inkom leidt vervolgens tot de sacristie met ruimtes voor de priester(s) en de acolieten, en een bergplaats. De sacristie is verbonden met het koor.

Het ontwerp verliep parallel met de liturgische vernieuwingen vastgesteld door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Dit zorgde voor wijzigingen tijdens het ontwerpproces en in de uiteindelijke uitvoering. De parochiekerk vertaalt de nieuwe liturgische eisen en werd opgevat volgens de typologie van een gemeenschapskerk, waarbij het contact met de gelovigen wordt benadrukt. Zo zou de priester zich vanaf dan met het aangezicht richten naar de aanwezigen, werd het altaar dichterbij de gelovigen gebracht en werden scheidingen weggewerkt. De uitwerking van het koor in de Sint-Bernadettekerk illustreert dit, waarbij het koor, uitgevoerd met een vloer in blauwe hardsteen, niet werd afgesloten door een communiebank. Door het altaar naar voor te plaatsen diende een afzonderlijke tabernakeltafel voorzien te worden, die werd uitgevoerd als een wand in gebouchardeerd beton aan de linkerzijde. De preekstoel kreeg eerder de vorm van een eenvoudige lezenaar. Een andere ontwikkeling was het verdwijnen van een afzonderlijke doopkapel nabij de hoofdingang, ten voordele van een verplaatsbare doopvont, die dichterbij het liturgisch centrum kon worden opgesteld. Een bijkomend element dat binnen deze evolutie past, is de gang naar versobering. De architecten wilden dat het exterieur een eerlijke uitdrukking zou zijn van de inwendige organisatie en de gebruikte materialen. Ze stelden het letterlijk als: 'betekenisloze fantasieën en modistische [sic] grillen werden dus zoveel mogelijk vermeden'. Deze sereniteit wordt versterkt door de bijzondere lichtwerking door de hoog aangebrachte band glas-in-loodramen, gevat in beton, die door de architecten werd gerealiseerd in functie van een gelijkmatige en rustige lichtatmosfeer. De glasramen werden ontworpen door de Gentse architect en beeldend kunstenaar René Heyvaert en uitgevoerd door Atelier L. Mortier. De ramen vormen een doorlopende abstracte compositie van glazen panelen samengesteld uit een mozaïek van duizenden rechthoekige stukken glas in diverse kleuren, die een lange schikking van vorm en kleur voorstellen. René Heyvaert ontwierp eveneens de houten inkom van de kerk en gekleurde deurkrukken.

Mobilair

Het vast meubilair werd ontworpen door architecten Platel en Lefebure in een sobere en strakke vormentaal, uitgevoerd in massieve, gepolierde blauwe hardsteen. Zo zijn de preekstoel, het hoofdaltaar, het altaar in de kapel en de doopvont van hun hand. Blauwe hardsteen werd gecombineerd met metaal, zoals het door Platel ontworpen koperen deksel van de doopvont, bekroond met een koperen kruis, en het aluminium kruis dat oorspronkelijk werd opgehangen boven het altaar. Biechtstoelen zijn niet langer aanwezig in het kerkinterieur. Platel maakte eveneens het ontwerp voor de twaalf witte marmeren kruisjes, die aanwezig zijn in het interieur. De drie klokken die zich in de toren bevinden, werden gerealiseerd door de Nederlandse klokkengieterij Petit & Fritsen (Aarle-Rixtel). Het orgel werd in 1979 gebouwd door de Brusselse orgelbouwer Patrick Collon (Laken). Tegen de wand met het tabernakel is een koperen Christusbeeld aangebracht.

  • Stadsarchief Gent, Archief architect André Platel, 2012/22, doos 11, 62.07 a & b.
  • Stadsarchief Gent, Eredienst, reeks XV, nummer 933.
  • DOCKX N., LAPORTE L. & MAST J. (ed.) 2006: René Heyvaert, Gent, 70.
  • Stad Gent, Dienst Monumentenzorg en Architectuur, Gentse parochiekerken. Analyse en waardebepaling. Parochiekerk Sint-Bernadette, onuitgegeven rapport Jo Van Herreweghe, 2014.

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Bernadette [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216340 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.