Burgerhuis ontworpen met toonzaal en magazijn op de gelijkvloerse verdieping, volgens een bouwaanvraag van 1935 gerealiseerd door aannemer Frans Schellinck in opdracht van Paul Meurant.

Onderkelderd enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel wordt afgelijnd door een entablement met uitkragende, geprofileerde houten kroonlijst, ondersteund door een kwartholle arduinen lijst. Opvallend zandstenen parement op een arduinen plint, meer bepaald een combinatie van gefrijnde en gebouchardeerde blokken. Arduin wordt onder meer ook gebruikt voor de console van de erker, de lekdorpels en kwartholle omlijstingen van de vensters en poort, de schamppalen naast de poort en de ingewerkte brievenbus. De brede, linker venstertravee wordt op de bovenverdieping gemarkeerd door een licht gebogen erker, die rust op een fijn uitgewerkte console met schelpmotief. Schouderboogvormige muuropeningen voorzien van bewaard houten schrijnwerk en rolluiken. Toegang in de rechtertravee, met houten vleugeldeur met glazen panelen en decoratief uitgewerkte, ijzeren deurroosters met een zwierige lijnvoering. Links van de poort bevindt zich een voetschraper.

Volgens het bouwplan omvat het pand op de gelijkvloerse verdieping aan de straatzijde links een ruimte met toonbank en rechts de toegang. Beide worden door middel van een tussenwand in hout en glas gescheiden van de achterliggende ruimtes, respectievelijk een magazijn en een doorgang vanuit de poort, beide met een vloer in keramiek. Deze leiden op hun beurt tot het trappenhuis met achterliggend washuis (vloer in cementtegels), geflankeerd door een koertje met hof en een kleine opbergruimte. Op de eerste verdieping bevinden zich de leefruimtes met in de brede linkertravee een eetplaats en slaapkamer, rechts geflankeerd door een keuken en een doorgang tot het trappenhuis. Achteraan bevinden zich een badkamer en een slaapkamer.