Deze twee identieke, in repeterend schema opgetrokken neoclassicistische meergezinswoningen werden in 1893 ontworpen door aannemer L. Peeters-Gowie voor weduwe J.B. Michaelsen uit de Plantinlei 45 en voor de gezusters E., P. en L. Weyerts uit de Grotebeerstraat 26.

Het gaat om panden die met hun opbouw en afwerking representatieve voorbeelden zijn van de eind-19de-eeuwse standaard. De woningen tellen drie traveeën en drie bouwlagen op hoog souterrain, onder zadeldaken. De bepleisterde en geschilderde lijstgevels kregen een houten kroonlijst op klossen en met tandfries, een hoge hardstenen plint met omlijste keldervensters, kordonlijsten en doorlopende onderdorpels, rechthoekige en regelmatig geplaatste muuropeningen, accent op de centrale travee door een balkon met balustrade. De woningen behielden hun schrijnwerk en detaillering. Smalle deuren met bovenlichten op rechte latei; guillotineramen en T-vensters, noppenfries onder de kroonlijst.