erfgoedobject

Diamantbeurs Fortunia

bouwkundig element
ID
215320
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215320

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Diamantbeurs Fortunia
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Op de spitse hoek van de Pelikaan- en de Vestingstraat staat het opvallende, eclectische beursgebouw dat de "Internationale Diamanthandelaarsvereeniging Fortunia" rond 1910 liet optrekken naar een ontwerp van architect Max Winders. Samen met de Beurs voor Diamanthandel verder in de Pelikaanstraat vormt het pand één van de uithangborden van de diamanthandel en –nijverheid geconcentreerd in de achterliggende buurt. In de literatuur en op de website van Fortunia wordt Jos de Lange als architect van dit pand vermeld, wat door het bouwdossier in het stadsarchief wordt tegengesproken, gezien alle plannen daar ondertekend zijn door Max Winders en Jos de Lange niet wordt vernoemd. In het dossier van Winders in de Archives d'Architecture Moderne wordt de diamantbeurs Fortunia in zijn oeuvrelijst opgenomen.

Het beursgebouw past alleszins in het oeuvre van Max Winders, die via contacten van zijn schoonfamilie talrijke bankgebouwen heeft ontworpen. Hij koos daarbij telkens voor een rijk aangeklede, eclectische stijl. Zijn ervaring met deze typologie kon hij voor het ontwerp van Fortunia toepassen, dat met de brandkasten in de kelderverdieping ook deels een bankfunctie had, en eveneens door een rijke stijl de betrouwbaarheid en welvarendheid van de instelling moest vertalen. Door talrijke verbouwingen werd zowel de interne structuur als de decoratie van de gevels door de jaren heen gewijzigd. Het bevat nu appartementen op de verdiepingen.

Het hoge beursgebouw neemt door de inplanting op de spitse hoek van de Vesting- met de Pelikaanstraat een belangrijke plaats in het straatbeeld in. Het gaat om een groot complex op een driehoekige plattegrond, zeven bouwlagen en twee keer zeven traveeën tellend. Het pand moest met een zeer opvallende, rijkelijk aangeklede eclectische stijl, de grandeur en rijkdom van deze vereniging symboliseren. De ijzeren koepel en de globe die de hoekpartij bekroonden, werden bij de talrijke aanpassingen weggehaald. De rest van de gevelindeling bleef grotendeels bewaard. De detaillering van schrijnwerk en ornamentiek verdween grotendeels. Zo ontbreken anno 2013 de beelden aan de voet van elke pilaster en de talrijke neoclassicistische versieringen die op de tekeningen werden voorzien zoals vazen, Korinthische kapitelen, medaillons, plantenranken.

Alle roosteringen van het gebouw zijn in gewapend beton uitgevoerd. De lijstgevels kregen een statig, natuurstenen parement, met gebruik van roze en zwarte marmer voor de monumentale pilasters in de afgeschuinde hoek en in de twee risalieten van de lange gevels. De begane grond is als een sokkel voor het gebouw opgevat, over de hele lengte met een brede puilijst afgeboord, en ingedeeld in (vernieuwde) winkelpuien. De tweede tot en met de vierde bouwlaag zijn als één geheel ontworpen, met elkaar verbonden door de marmeren pilasters, die een zware natuurstenen kordonlijst dragen. Boven deze kordonlijsten de vijfde en zesde verdieping, oorspronkelijk volledig door kleine burelen ingenomen. In de hoektraveeën is een extra bouwlaag voorzien, als bekroning van de inkomtravee. Overal gekoppelde rechthoekige en korfbogige vensteropeningen, voorzien van nieuw schrijnwerk.

Op elke bouwlaag in dit complex waren de ruimtes in V-vorm georganiseerd op de driehoekige plattegrond, met in de spitse hoek telkens een circulatiepunt. Wellicht zijn er wijzigingen aangebracht aan de originele indeling die we hier bespreken. Op de gelijkvloerse verdieping was in de hoek een imposante, ovale trapzaal voorzien. In beide straten zijn winkels ingericht, met centraal een doorgang en achteraan een koer, een trapzaal naar de verdiepingen en een sanitair blok met toiletten. Het gebouw herbergt twee kelderverdiepingen, met in de eerste kelder een grote bierkelder, kolenkelder en stookruimtes en op de "tweede onderverdieping" een wijnkelder, keuken en wasplaats en aan de kant van de Pelikaanstraat een "safe déposit", een ruimte die we ook in de kelder van de Diamantbeurs terugvinden. De eigenlijke beurs, een zaal die de volledige bouwlaag innam, bevond zich op de eerste verdieping, de bel-etage. De zaal was door zes ronde pijlers ondersteund; in de hoek bevond zich een grote, brede statietrap; achteraan zijn twee burelen of kleine vergaderzalen voorzien. De tweede verdieping bestond uit twee rijen met grote burelen, aan beide straatkanten, met daartussen een grote zaal en in de spitse hoek een raadzaal. Op de derde tot zesde verdieping toont het plan we telkens kleine burelen, met tussenin een grote doorgang en aan de achterkant een trapzaal en een sanitair blok. Het gebouw is zowel intern als in de gevels meermaals veranderd, echter zonder zijn oorspronkelijke opvallende grandeur te verliezen. Het gebouw is anno 2013 op de verdiepingen ingedeeld in appartementen; de winkels op de begane grond zijn gebleven.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1910#712, 1910#1098 en 1910#1352,
  • Archives d'Architecture Moderne, dossier Max Winders.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Diamantbeurs Fortunia [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215320 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.