erfgoedobject

Oorlogsgedenkteken van Schiplaken

bouwkundig element
ID
214987
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214987

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historisch overzicht

Op 18 augustus 1914 besliste Koning Albert om het Belgische Leger terug te trekken in de Vesting Antwerpen. Hij zette zijn troepen in voor grootscheepse uitvallen uit Antwerpen tegen de langgerekte, zwak verdedigde noordflank van het Duitse leger, om de druk op de Franse en Britse troepen meer zuidwaarts te verlichten. De Belgen trachtten het brede vijandelijke front tussen Wolvertem en Diest te doorbreken. Het 6de linieregiment rukte op langs Haacht naar Kampenhout. Een deel van het 26ste Linieregiment trok richting Wespelaar en Tildonk. Het 5de Linieregiment was de Dijle overgestoken bij Rijmenam en rukte via Boortmeerbeek en Boortmeerbeek-Laar eveneens op naar de brug van Kampenhout. Het 25ste Linieregiment was ter versterking toegevoegd aan het 6de Linieregiment bij het station van Haacht.

In beide kampen waren de verliezen zwaar. In de nacht van 25 op 26 augustus werden de gewonden verzameld. In de vroege ochtend van 26 augustus hernamen de Belgen hun aanval op de Duitse stellingen, onder bescherming van een hels bombardement. De inmiddels gearriveerde Duitse versterkingen zorgden ervoor dat de Belgische linkervleugel het op de lijn Aarschot-Rotselaar reeds om 8 uur begaf. Om 10.30 uur was ook de toestand in Haacht, Wespelaar en Boortmeerbeek onhoudbaar geworden. De 6de Gemengde Brigade kwam fel gehavend uit de strijd. De Eerste Uitval uit Antwerpen werd besloten met het opblazen van de bruggen over de Dijle. Bij hun zoektocht naar 'francs-tireurs' zouden heel wat burgers het slachtoffer worden van Duitse terreurdaden.

Op 9 september gingen de Belgen opnieuw tot de aanval over en de Duitsers moesten vrij ver terugwijken. De 3de Legerafdeling opereerde langs de Dijleboorden van Haacht tot Muizen. De cavalerie drong zelfs door tot in de buitenwijken van Leuven. In Haacht hadden de Duitsers een aanval op het Belgische bruggenhoofd over de Dijle gewaagd, maar door de tegenaanval van de 9de en 14de Linieregimenten stonden Belgen en Duitsers oog in oog met mekaar. De Duitse druk was zo groot, dat ook het 11de Linie in de strijd geworpen werd. De Duitsers werden tot de aftocht gedwongen. Onder meer Haacht en Wespelaar werden kortstondig veroverd. Veel militairen van het 11de Linieregiment sneuvelden in de morgen van 12 september, toen ze de kanaaloever tot tegenover de Beekhoeve bezetten. In de voormiddag van 12 september leden het 5de Linieregiment en de Grenadiers zeer zware verliezen bij de Molen te Rotselaar. Door de terugtocht van de Belgische troepen in Rotselaar, Wakkerzeel en Hambos, was ook de 3de Legerafdeling verplicht uit Haacht en Wespelaar te trekken. Op 13 september dekte het 12 Linieregiment de aftocht in Keerbergen.

De 90 officieren en soldaten die naast de kerk van de Heilige Familie in Schiplaken (Hever) begraven werden, vielen tijdens de Slag van Schiplaken in augustus en september 1914. Naast militairen, vielen er in Boortmeerbeek ook burgerslachtoffers en werden huizen, de kerk, de pastorie en het kasteel Terlinden vernield.

Het gedenkteken van Schiplaken is van de hand van Bernard Callie (1880-1954). Callie volgde een opleiding aan de Brusselse Academie bij Julien Dillens (1849-1904) en maakte studiereizen naar toonaangevende kunstcentra als Parijs, Londen, Wenen en Amsterdam. Na zijn militaire dienst, in 1902, vestigde Callie zich als beeldhouwer in Brussel en had zijn atelier in Etterbeek. Hij doceerde modelleren en beeldhouwkunst aan de Academie van Sint-Joost-ten-Node. Caillie maakte in 1920 het oorlogsgedenkteken voor Schiplaken. Hij zou ook voor Etterbeek een oorlogsgedenkteken maken (Sint-Pietersesteenweg/ Kolonel Van Gelestraat 193).

Beschrijving

Het gedenkteken van Schiplaken is opgevat als een ereperk met 90 grafstenen in een grasveld, in twee rijen liggend opgesteld, voor een langgerekte simili-stenen muur met geprofileerde deksteen en uitlopend op pilasters waarvoor een geknielde vrouwenfiguur met (bronzen?) lauwerkrans in de handen en uitlopend op een liggende console met gestileerd bladmotief en trigliefen. Op de muur zijn volgende opschriften aangebracht "AUX HEROS DES COMBATS DE SCHIPLAEKEN"/ "26 AUGUSTUS ANNO 1914"/ "12 SEPTEMBER ANNO 1914 / "AAN DE HELDEN DER GEVECHTEN VAN SCHIPLAEKEN". Centraal in de muur een verhoogde middenpartij waarop in brons een vrouw met gesneuvelde soldaat, beiden op een als altaar uitgewerkte console met het opschrift "PRO PATRIA", een kruis in halfreliëf en voorafgegaan door twee trappen. In de linkerhand draagt de vrouw een bos lauriertakken; met haar rechterhand houdt ze de gesneuvelde soldaat bij de schouder.

De rechthoekige grafstenen, uitgevoerd in gewassen beton, dragen een gietijzeren kruisje en dito plaat met naam, graad en militaire eenheid van de betreffende militair. Het ereperk is van het grindpad gescheiden door een lage plint in breuksteen die naar het midden toe uitloopt op een kleine vierkante pijler met buxusbol en zo het podium voor de middenpartij aankondigt. Twee taxussen flankeren de middenpartij. Links vooraan een vlaggenstok met Belgische driekleur.

  • DE MAESSCHALCK K., e.a., Oorlogsmonumenten 1914-1918 in Vlaams-Brabant, Brussel, Algemeen Rijksarchief, 2002.
  • CASTEELS R. en VANDEGOOR G, 1914 in de regio Haacht. Kleine dorpen in de Grote Oorlog, Brussel, 1993.

Auteurs: Verloove, Claartje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsgedenkteken van Schiplaken [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214987 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.