Op nummers 24-42 aanleg van een reeks burgerwoningen in opdracht van Joseph Heynen, uit circa 1912. Hiervan zijn de nummers 26, 34, 38 en 40 het meest gaaf bewaard. De woningen hebben kleine voortuinen en bestaan uit twee bouwlagen en twee traveeën, met quasi identieke indeling en gevels, twee aan twee symmetrisch. Het oorspronkelijke plan voorzag in twee elkaar afwisselende types dubbelwoningen, waarvan de ene met een iets hoger opgetrokken en iets uitvoeriger gedecoreerde voorgevel. Dit gaf ritme en hiërarchische variatie aan deze vroege lintbebouwing. De standaardgevel was opgetrokken in baksteen met banden van decoratieve gele baksteen, tegelfriezen onder de ramen en een doorlopend tegelfries en houten kroonlijst onder het dak. Het luxueuzere type had een kroonlijst met consoles en soms een gevel integraal uit decoratieve gele baksteen, met banden en metselbogen van witte en zwarte baksteen. Beide types hadden deuren met decoratief hout- en traliewerk. Bij de uitvoering werd enigszins afgeweken van de volgorde voorzien op plan en ook werden nadien extra woningen van hetzelfde type toegevoegd en sommige ook afgebroken.