erfgoedobject

Gemeentelijke begraafplaats

bouwkundig element
ID
214471
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214471

Juridische gevolgen

Beschrijving

De begraafplaats van Ekeren is gelegen op de hoek van de Driehoekstraat en Schriek. De begraafplaats werd aangelegd buiten de dorpskern in 1909-1910, ter vervanging van het kerkhof rond de Sint-Lambertuskerk. De volledig ommuurde begraafplaats wordt gekenmerkt door het opvallende, neogotische toegangsgebouw.

Historiek

In 1906-1907 ging de gemeente over tot aankoop van de grond en oprichting van een begraafplaats in het voormalige gebied 'de geesten' of 'de vinck'. Dit ter vervanging van het kerkhof rond de Sint-Lambertuskerk. In 1909 volgde de opdracht aan Th. De Grooff tot ontwerp van de begraafplaats en van een afsluiting. Het werd deels een bakstenen ommuring en deels een ijzeren hekwerk op bakstenen onderbouw en tussen bakstenen pilaren, voorzien van een monumentaal poortgebouw. In 1910 in gebruik genomen na ophoging, bouw van een monumentale toegangspoort en een omheiningsmuur. In 1911 overdracht graven oude kerkhof.

In 1972 inrichting strooiweide en columbarium. Eerste asverspreiding in 1972, eerste urnebijzetting in 1974. In 1975 uitbreiding van de begraafplaats met circa 0,9 hectare. In 1977 uitbreiding met reservegrond en hernieuwing begraafplaats met gedeeltelijke afbraak afsluitingsmuur en weer optrekken van afsluiting voorzien van twee metalen poorten. In 1982 nieuw columbarium.

Beschrijving

Het ontwerpplan van Th. De Grooff uit 1910 voorzag een indeling van de perken rond een hoofdlaan, vertrekkende aan de toegangspoort, en een dwarsas. Hierdoor ontstond een kruisvorm. Ronde punten waren voorzien op het kruispunt en op de uiteinden van de assen. Deze indeling is nog herkenbaar maar ook deels verdwenen, onder meer door ontruimingen en oprichting van het militair perk.

Poortgebouw in een voor dit bouwtype traditionele neogotische stijl. Met zijn weinig functionele grondplan moest het poortgebouw vooral dienen als plechtstatig onthaal tijdens begrafenissen. Enkel twee kleine bergplaatsen links (voor lijken) en rechts. Het bakstenen gebouw is geritmeerd met plint, banden, profiellijsten en bekroningen van arduin en bestaat uit een centrale koetsdoorgang geflankeerd door doorgangen voor voetgangers, samen onder een leien schilddak en verbonden met hoektorens. Voetgangerspoorten omlijst met arduinen hoekkettingen en in de voorgevel bekroond door geprofileerde segmentboog. Koetsdoorgang onder kruisgewelf met hardstenen spitsboog op halfvolle pilaren ter hoogte van de voorgevel, onder dakuitsprong met leien zadeldak, met arduinen nis in puntgevel, bekroond met arduinen dekplaten en kruis. In de achtergevel een gelijkaardige puntgevel met schietgat in plaats van nis en zonder kruis. Links en rechts vierkante torens van twee bouwlagen met afgeschuinde hoeken onder dito leien spitsen met metalen bekroning. Gelijkvloers met smalle vensters en verdieping met schietgaten. Enkel de linkertoren is voorzien van dakkapellen, analoog aan het ontwerpplan. In de achtergevel is elke toren voorzien van een aanzet onder puntdakje met portaal onder segmentboog. De ijzeren poort is op het ontwerp anders van vormgeving dan de huidige. Het toegangsgebouw ligt enkele meters achter de rooilijn van de muur. Aan weerszijden van de poort wordt de verbinding met de muur verzorgd door ijzeren hekken tussen bakstenen pijlers, zodat de toegangspartij een halve segmentboog vormt.

Gietijzeren calvariekruis uitgevoerd door Joseph Van Aerschot, in 1911 geplaatst op het uiteinde van de hoofdlaan. De plaats er rond groeide uit tot een ereperk voor religieuzen. Oorspronkelijke sokkel van rotseerwerk in 2004 verwijderd.

Dodenhuis: bakstenen gebouw met tuitgevel en inscriptie 1886 op arduinen sluitsteen, naar ontwerp van Th. De Grooff. Mogelijk hierheen overgebracht vanop het kerkhof in het centrum. Voorgevel met centraal dubbele houten deur met smeedijzeren beslag. Waarboven een groot spitsboogvormig venster. Bewaarde muurankers. Op de top prijkt een sober ijzeren kruis. Het dak heeft een hoge schoorsteen.

Mariakapel: bakstenen gebouw onder leien zadeldak, onderdeel van de ommuring van de begraafplaats en te betreden via een houten deur met ijzeren beslag, aan de kant van de begraafplaats. Puntgevels onder arduinen deksteen aan kant begraafplaats en straatkant. Wellicht ter vervanging van veldkapel op die plaats. Op het oorspronkelijk ontwerpplan was de kapel toegankelijk langs de straatkant.

Oudstrijdersperk De grafmonumenten van oudstrijders hebben een eigen perk (lijn P) maar zijn niet uniform. Een aantal is reeds ontruimd.

Belangrijkste grafmonumenten

Aan de inkom van de begraafplaats, langs de hoofdlaan, zijn enkele grafmonumenten te vinden uit de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw:

Het grafmonument Servais-De Bruyn uit 1853 (concessie nummer 602 603 6), in neoclassicistische stijl. Het oudste monument van de begraafplaats, afkomstig van het Sint-Laurentiuskerkhof. Het bestaat uit twee naast elkaar gelegen graftekens op één vergunning, een zerk en een stèle, samen even breed als de vergunning van verwante familie Servais-De Bruyn waarmee ze rug aan rug liggen. Rechts arduinen stèle aan het hoofd van een omboorde graftuin. Met centraal scherp ingekapte inscriptie en bekroond door acroteria en kruisje. Links brede hellende zerk van later datum, bestaande uit twee platen natuursteen, met bovenop opgelegde letters en een kruisje.

Het grafmonument Maria Van de Leur uit 1886 (blok N West 12), naar ontwerp van Alfons Hellemans. Een hoge, sterk uitgewerkte stèle staat aan het hoofd van een omboorde graftuin. De basis is uitgewerkt in arduin waarop wit marmeren elementen werden aangebracht. Op de sokkel van de stèle staat een verjongend middenstuk waarop een wit marmeren opschriftplaat is bevestigd. Het geheel wordt afgesloten door een doorbroken fronton met acroteria op de hoeken, een palmet op de top en bovenop een sierlijke gedrapeerde urne. Op de opschriftplaat staat het verdiepte, ooit ingeschilderde en moeilijk leesbare opschrift: MARIA VAN DE LEUR/ WEDUWE VAN/ THOMAS SORENSEN/ EN VAN/ OTTO NEDDOGEDELL/ GEBOREN TE EECKEREN/ 31 MAART 1797/ OVERLEDEN TE ANTWERPEN/ 14 FEBRUARI 1886/ R.I.P en nog op de wit marmeren plaat is een immortellenkrans met strik bevestigd, met in de cirkel van de krans een geknakte roos. Op de zijkanten van het middenstuk staat telkens een omgekeerde fakkel afgebeeld. Het timpaan heeft een verzorgd reliëf van elkaar kruisende takken; een lauriertak en een eikentak. Op de basis van de stèle werd een wit marmeren reliëfplaat aangebracht waarop twee elkaar kruisende, gestrikte palmtakken. Aan de zijkanten van de stèle werden eenvoudige kransenhaken aangebracht. De graftuin is gevuld met kiezels, heeft een omboording met arduin, waarop vier paaltjes staan, met haken voor kettingen, die kettingen zijn niet meer in situ. Een wit marmeren kussen werd neergelegd op de boorsteen vooraan. Waardevolle funeraire architectuur, traditionele symboliek. Beeldbepalende ligging op de hoofdlaan, vlakbij het poortgebouw.

Het grafmonument gezusters Andries uit 1911 (concessie nummer 556a) naar ontwerp van Ph. Vermeulen (Deurne). Een plint die het grafperceel volledig bedekt, heeft op het hoofdeinde een stèle waarop een hoog kruis is geplaatst. Rondom staan paaltjes, die met elkaar verbonden zijn door kettingen. Dit alles is uitgewerkt in arduin. Voor de zerk ligt een kussen in wit marmer. Op de stèle is een wit marmeren opschriftplaat bevestigd door middel van bronzen nagels met fraaie koppen. Op deze plaat een verdiept, nog moeilijk leesbaar opschrift en twee portretfoto’s. Op de overgang kruis-stèle hangt een gestrikte immortellenkrans in wit marmeren. In de cirkel van de krans staan de letters IHS. De voet van het kruis heeft een laagreliëf van gestileerde planten en een drapering tussen voluten. Op de kruising is een Christusbeeld in porselein bevestigd; het plaatje met INRI is verdwenen. De stèle-zerk wordt achteraan gestut door een ijzeren staaf. Die staaf is aan het roesten waardoor de steen dreigt te barsten.

Het grafmonument Leopold Servais-De Bruyn (concessie BL. W), uit 1912 naar ontwerp van Hendrickx en Patteet. Een plint bedekt de ruime vergunning. Aan het hoofdeinde staat een hoge portiek, met daarnaast een balustrade die doorloopt op de zijkanten; vooraan afgesloten door voluten. Tegen de portiek is een strakke sarcofaag gezet. Dit geheel is uitwerkt in arduin, waarop elementen in wit marmer werden bevestigd. De portiek is uitgewerkt in drie delen; sokkel, centraal element met zuilen en opschriftplaat en fronton waarop een marmeren gedrapeerd kruis. Wit marmeren plaat bevestigd aan het arduin met stervormige nagels, heeft het verheven opschrift SEPULTURE/ DE LA FAMILLE/ L. SERVAIS-DE BRUYNE. Het fronton wordt gedragen door vier wit marmeren zuiltjes, twee staan ter hoogte van de opschriftplaat, twee springen naar voor. Het timpaan is gevuld met een wit marmeren reliëfplaat met bloemenslingers en centraal het monogram: SDB. Op de nok van het fronton een palmet en op de hoeken acroteria. De zuilen zijn fraai bewerkt, met volutenkapiteel, basement en cannelures. Tegen de sokkel van de stèle is een strakke sarcofaag gezet met op de voorzijde een wit marmeren opschriftplaat met opschrift: CONCESSION PERPETUITE. De bovenzijde wordt bedekt met een wit marmeren, zwart uitgeslagen plaat, met nog moeizaam leesbaar verdiepte tekst: MONSIEUR LEOPOLD SERVAIS/ NE A LE 30 DECEMBRE 1819 of1812/ DECEDE A ANVERS LE 26 JANVIER 1912/EPOUX DE DAME/ MATHILDE DE BRUYNE/ NEE A ANVERS LE 7 SEPTEMBER 18/ Y DECEDE LE 31 MARS 1930. Bovenop de sarcofaag ligt een kleurrijke krans in ceramiek, die gebroken is. Vooraan op de plint staat een brede bloembak in wit marmer. Tegen de plint staat een wit marmeren kussen op een hoge arduinen sokkel. Op de paaltjes van de balustrade zijn nog duidelijk sporen te zien van verdwenen wit marmeren urnen. Waardevolle funeraire architectuur, traditionele symboliek. Beeldbepalende ligging op de hoofdlaan, vlakbij het poortgebouw.

Het grafmonument P.L. Smits uit 1918 (Blok P Zuid 06). 'Heldenhuldezerkje' aan het hoofd van een graftuin. Centraal staat het opschrift: HIER RUST P.L. SMITS/ WEGGEVOERDE 1914 1918. De originele heldenhuldezerkjes werden in beton gegoten, het model wordt bewaard in de ijzertoren. Het Comité Heldehulde, ontstaan uit de studiekringen die tijdens de Eerste Wereldoorlog actief waren achter het front, wilde hulde brengen aan de gesneuvelde Vlaamse soldaten. Het ontwerp van Joe English voor het graf van Firmin Deprez (1890-1916) werd als model genomen: een Keltisch kruis met als opschrift "Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus" - AVV-VVK (leuzen) en daaronder de blauwvoet. Een kleine duizend heldenhuldezerkjes werden vanaf 1918 op soldatengraven geplaatst. In 1923 besloot de Belgische regering om alle voorlopige grafstenen te vervangen door uniforme grafstenen. Op de IJzerbedevaart van 1924 werd besloten de bedreigde heldenhuldezerkjes samen te brengen op één Vlaamse begraafplaats. Het IJzerbedevaartcomité kocht daarvoor een stuk grond aan in Kaaskerke, Diksmuide. Dit plan kon niet worden uitgevoerd omdat het merendeel van de heldenhuldezerkjes reeds was weggenomen. Daarop ontstond het plan om één herdenkingsteken op te richten, voor alle soldaten, dit werd de IJzertoren, die ontworpen werd naar het model van de heldenhuldezerkjes.

Grafmonumenten uit de jaren 1930 met invloed van art deco, waarvoor typerend de geometrische vormen, monumentale volumes en het gebruik van zwarte graniet. Met architecturale en heemkundige waarde:

Het grafmonument Nelis-Caytan (Blok J Zuid 02). Wellicht recenter monument voor priester en oorlogsslachtoffer Josephus Nelis (1881-1914). De brede vergunning wordt bedekt door een plint waarop een smallere zerk en op het hoofdeinde een brede, lage stèle. Op de zerk ligt een Latijns kruis. Dit alles is uitgevoerd in arduin. De stèle wordt afboord door een overkragende lijst die centraal een boog maakt. Op de top van dit boog stond een kruis, waarvan de voet rechtstaat, de rest van het kruis ligt op de zerk. Op de stèle, ter hoogte van het kruis, werd een kelk met hostie afgebeeld in reliëf en een verdiepte opschrift. Beeldbepalende ligging op het 'rondpunt' van de hoofdassen.

Grafmonument ter ere van zuster Nathalie uit 1930. Houten kruis in slechte staat.

Het grafmonument Tiest-Ginée uit 1932 (concessie nummer 283 284). Een combinatie van zerk en hoge portiek in arduin. Het centrale deel heeft twee pijlers waarop telkens een vaas is gezet. Tegen de achterwand van de portiek werd een plaat in wit marmer geplaatst, met verdiept en zwart ingeschilderd opschrift. Medaillon in porselein met afbeelding van een Christuskop met doornkroon. Portretfoto's en grafgiften in ceramiek. Waarschijnlijk was de portiek aanvankelijk gecombineerd met een graftuin die daarna bedekt werd met arduin.

Het grafmonument Goethals-Van Campfort uit 1935 (concessie nummer 138-139). Combinatie van een arduinen zerk en arduinen stèle met centraal kruis. Weinig voorkomende volplastische porseleinen Christuskop.

Het grafmonument De Baeck-Olluyn uit 1938 (concessie nummer DB 03). Jozef De Baeck was hoofd van het internationaal bedrijf Antverpia. Zijn graf werd overgebracht van de gesloten oude begraafplaats aan de Lodewijk Andersonstraat in Sint-Mariaburg (Ekeren). Een massieve zwart granieten zerk ligt op een plint in zwart graniet, het geheel is gezet op een arduinen plint van twee treden. Daaromheen liggen tegels van arduin. Tegen de zerk staat een brede arduinen stèle waarin een kruis is verwerkt. Op de kruising is een medaillon met Christuskop geplaatst, gesigneerd S.NORGA (Sylvain Norga).

Het monument Brusselaers-Van Aelst uit 1938 (concessie nummer DB 03 194): Twee arduinen graftekens, een stèle met zerk en een hoog slank kruis, op één vergunning. Kruisvorm en inscriptie verwijzen naar de ijzertoren en de Vlaamsvoelendheid van de student Aloïs Brusselaers (1919-1938).

Grafmonumenten na de Tweede Wereldoorlog, met vooral heemkundige waarde:

Het monument Driessens-De Rooy uit 1945 (concessie nummer DB 01 194). Een combinatie van zerk en portiek in arduin. De zerk bedekt de brede vergunning en heeft vooraan een ovale uitsparing voor een bloembak. Aan het hoofdeinde van de vergunning staat een portiek: twee Dorische zuilen dragen een eenvoudige arduinen balk zonder profileringen. Op de achterwand van de portiek een plaat in bruin graniet met bronzen opgelegde letters en een bronzen hoogreliëf, voorstellende de kruisdragende Christus, gesigneerd H.PORTAELS. Op de zerk staat een bruin granieten fotohouder, met één foto van het jonge echtpaar. Frans Driessens, secretaris van het Rode Kruis, werd in 1945 het slachtoffer van een V2. Zijn echtgenote stierf pas in 2003.

Het monument Van Ballaert-De Belder uit 1947 (Blok P Zuid 36). Een combinatie van zerk en portiek in gegoten steen (granito). Tegen de achterwand van de portiek werd een plaat in zwart marbriet geplaatst, met opschriften en foto's, waarboven reliëf van hamer en sikkel, verwijzend naar de politieke overtuiging van Alphons Van Ballaert, politiek gevangene 1940-1944. Expressief monument in weinig voorkomend materiaal.

Het monument Palinckx-Simons uit 1948 (concessie nummer DB 05 194). naar eigen ontwerp van John Palinckx, steenhouwer te Ekeren. Brede vergunning bedekt met een zerk en aan het hoofdeinde een portiek tussen twee brede pijlers die een ongeprofileerde arduinen balk dragen. Op de achterwand van de portiek is een opschriftplaat in zwart graniet bevestigd waarop bronzen opgelegde letters FAMILIEN/ A.PALINCKX-PALLEMANS: J. PALINCKX-SIMONS. Centraal op deze granieten plaat werd een bronzen kruis bevestigd.

Het monument Van Regemortel-Van den Eynde uit 1951 (concessie nummer 25 03 197) met opvallend groot reliëf in wit marmer, voorstellende een knielende vrouwelijke engel die bloemen neerlegt bij een kruis.

Het monument Marcel De Backer uit 1950 (Blok P Zuid 32). Combinatie van zerk en hoge stèle, beide in arduin. In de stèle is in bruin graniet een hoog Latijns kruis verwerkt en een opschriftplaat met opgelegde bronzen letters: MARCEL DE BACKER/ WED. VAN/ M.J. VAN WESENBEECK. GEB. 1897/ GEFUSILEERD 20 NOV 1942. Naar dit oorlogsslachtoffer werd in 1945 reeds de Marcel de Backerstraat genoemd.

Het monument Dierckx-Van Gestel uit 1952 (concessie nummer DB 10 195). Brede concessie met arduinen zerk en stèle. Zerk met Latijns kruis in reliëf. Stèle met plaat in zwart graniet met opschriften en bronzen hoogreliëf, voorstellende lijdende Christus, gesigneerd S. NORGA (Sylvain Norga). Stèle en opschriftplaat bekroond met accoladebogen. twee zwart granieten fotohouders.

Het monument Van Meenen-Joosen uit 1953 (concessie nummer DB 09 195). Een harp in reliëf op de blauwe hardsteen verwijst naar de fanfare Labore et Constantia, waarvan Van Meenen ere-bestuurder was.

Het monument Backer Overbeek-Wouters uit 1961 (concessie nummer DB 07 196) naar ontwerp van Roland Verhees. Pierre Backer-Overbeek was een belangrijk lokaal architect en de bedrijfsarchitect van Antverpia. De vergunning is geheel bedekt door een zerk uit zwart graniet en heeft op het hoofdeinde een brede lage arduinen stèle waarin een zwart granieten kruis is verwerkt. De voorzijde van de stèle is gebouchardeerd. Het kruis is uitgevoerd in glanzend gepolijst zwart graniet. De lage stèle bestaat uit een middendeel en twee lagere zijpanelen, telkens horizontaal afgewerkt.

Het monument Haeneefstingels-Hanefstingels uit 1963 (concessie nummer DB 14 196). Genealogische curiositeit. Zerk naar ontwerp van gebroeders De Hert.

Het monument Renaat Grassin, uit 1964. Zerk en stèle in arduin. Stèle met uitspringend kruis en opschrift HET LEVEN VAN EEN/ ARTIEST IS ALTIJD/ WONDERBAAR/ RENAAT GRASSIN/ 1900 – 1964. Zerk met Latijns kruis in reliëf en ervoor bloemenperk. Renaat Grassin of 'het Ketje' was een gekend variétéartiest en medewerker van Het Volkstooneel te Brussel. Het AMVC-letterenhuis bezit van hem een archief.

Het monument Joseph Craeybeckx, uit 1966 (concessie nummer 08 66), naar ontwerp van gebroeders De Hert. Sober maar krachtig grafmonument van voormalig burgemeester van Ekeren (1958-1965). Beeldbepalende ligging op het 'rondpunt' van de hoofdassen.

Het monument Kris Van Overloop uit 1968 (concessie nummer DB 11 196), naar ontwerp van Paul Van de Poel. Kindgraf met persoonlijke invulling: arduinen plint met centraal een arduinen blok waarover een diepe groef loopt als uitdrukking van verdriet. Opgelegde letters. Kris (1958-1968) verdronk tijdens een vakantie in de Ardennen. De arduinen plaat werd later bijgeplaatst op wat eerst een grasvlak was.

Het monument Houtekier-Cardoen uit 1968 (concessie nummer DB 17 196). Nestor Houtekier, bewoner van villa Louise, Bist 125, was decennialang lokaal politicus en actief in het verenigingsleven.

Het monument De Vylder-De Maesschalck uit 1976 (concessie nummer DB 16 195) Serene en persoonlijke interpretatie van een traditioneel graftype, op een beeldbepalende plaats. De monumentale zerk in natuursteen heeft over de lengte en breedte telkens twee groeven. In het aldus centraal gevormde vierkant in verdiepte letters met sporen van rode verf: ELVIRE/ DE MAESSCHALK/ 1903-1976/ OO/ MICHIEL DE VIJLDER/ 1903-1993. Achter de steen staat een taxushaag.

Het monument Peeters-Aertssens uit 1978 (Blok G West 13). Een combinatie van zerk en stèle in arduin, naar ontwerp van de gebroeders De Hert.

Het monument van het schippersechtpaar Francois-Joos uit 1985 (concessie nummer 25 06 198), naar ontwerp van de gebroeders De Hert. Een combinatie van een brede zerk en een stèle in zwart graniet, die laatste met fotogravure van een binnenvaartschip.

  • BOUDREZ F. 1998: Heldehulde, Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt.
  • HAVERMANS A.-M. 2010: Funerair Erfgoed Ekeren. Studie van de begraafplaats Driehoekstraat te Ekeren met een inventaris van een 30-tal waardevolle graftekens, Ekeren (studie in opdracht van district Ekeren)
  • JOHNSON H. & DE WAGTER 2005: Begraafplaatsen te Ekeren, Jaarboek Heemkring Ekeren, 127.
  • NIJS N. 1995: De begraafplaatsen van Ekeren, Jaarboek Heemkring Ekeren, 121-132.

Auteurs: Cappuyns, Toon
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentelijke begraafplaats [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214471 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.