Burgerhuis uit de jaren 1920. Woning van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen, dakkapel onder plat dak), vereenvoudigde bijkomende travee onder aparte bedaking links. Brede venstertravee met korfbogig benedenvenster omlijst door beschilderde negblokken. Getoogde vensters op de bovenverdieping, waaronder uitspringend tweelicht op getrapte bladvormige consoles. Doorgetrokken onderdorpels. Twee rechter traveeën met boogvelden voorzien van straalvormige versiering, onder een gebogen fronton met gestrekte uiteinden. Jaarsteen "1928". Bewaard houtwerk met kleine roedeverdeling in het bovenlicht (benedenvenster). Deels verbouwde begane grond voor garage.