erfgoedobject

Belgische Fruitbeurs

bouwkundig element
ID
213791
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213791

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Belgische Fruitbeurs
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Veilinggebouw opgericht op initiatief van de verenigde handelaars in exotisch fruit, de Antwerpse firma’s Gérard Koninckx Frères (GKF), Fruit Brokers Company Spiers & White, Léon Van Parys (LVP) en Valenciana. Met dit doel werd in 1933 een grondstuk van de stad Antwerpen aangekocht, behorend tot het Stadsmagazijn Godfried en gelegen op de hoek van de Zeevaartstraat, de Godefriduskaai, en de te verdwijnen Klaverstraat. Drie van de stichtende firma's, gevestigd in Antwerpen sinds de jaren 1920, lieten kort daarna ook hun nieuwe bedrijfszetels optrekken aan de Zeevaartstraat ( nummers 2-4, 3 en 5). Voor het ontwerp van het nieuwe veilinggebouw beriepen zij zich vervolgens op hun respectievelijke architecten: Vincent Cols en Jules De Roeck voor Spiers & White, Alfred Portielje voor GKF en Joseph Somers voor LVP. Waar deze architecten gezamenlijk tekenden voor de bouwplannen, lijkt toch vooral het in bedrijfsarchitectuur gespecialiseerde bureau Cols en De Roeck - onder meer de huisarchitect van de Ford Motor Company in Antwerpen - de leiding over het project te hebben gehad. Het modernistische ontwerp kwam in 1935-1936 tot stand, waarbij het aanvankelijk ambitieuzer opgezette project vermoedelijk uit besparingsoverwegingen in twee stappen werd vereenvoudigd.

Het programma van het veilinggebouw voorziet van meet af aan in een showroom, een verkoopzaal in amfitheatervorm, een café en een vergaderzaal. Het eerste ontwerp uit 1935 is verwant met de modernistische architectuur van Eduard Van Steenbergen en Willem Marinus Dudok uit deze periode. De plattegrond wordt over de volledige oppervlakte van de begane grond ingenomen door de showroom, de inkomhal en het café, waarvan de keuken zich in de kelder bevindt. De verkoopzaal met foyer, de vergaderzaal, een reeks van vier kantoren en de conciërgewoning delen de twee bovenverdiepingen in. Het meest opmerkelijke onderdeel van het interieur is de verkoopzaal, uitgewerkt als een perfect halfrond met steile gradins, en verlicht door bovenlichten in een getrapte shedstructuur. De gestroomlijnde buitenarchitectuur legt visueel de klemtoon op de traphal in de hoekpartij, die als een volledig beglaasde rotonde de overgang maakt van de kantoorvleugel aan de Godefriduskaai, naar de hoger oplopende vleugel van de verkoopzaal aan de Zeevaartstraat. In het tweede ontwerp uit 1936 wordt de plattegrond op een meer compacte wijze georganiseerd met weglating van de kantoren. De verkoopzaal beslaat nu zowat twee derden van het bouwvolume over begane grond en bovenverdieping, aan de zijde van de Godefriduskaai. De restruimte zijde Zeevaartstraat met inbegrip van de hoekrotonde, biedt op de begane grond plaats aan de gereduceerde showroom met nog slechts een bescheiden inkomportaal, en op de bovenverdieping aan het café annex keuken en woonruimte, en de vergaderzaal. Voor de traphal blijft slechts een weinig zichtbare inplanting over in het binnenterrein, en de verkoopzaal wordt uitgelengd met een minder steil profiel van de gradins als gevolg. Een laatste wijziging betreft de gevelcompositie van de afgeronde hoekpartij, die van een doorlopende beglazing in horizontale geleding evolueert naar de huidige verticale pilasterindeling.

Opgetrokken met een structuur van gewapend beton, telt het gebouw twee bouwlagen onder een plat dak. Het gevelfront wordt gekenmerkt door een sober parement in rode baksteen, met een plint, omlijstingen en een daklijst in arduin. Licht asymmetrisch van opbouw, legt de axiale gevelcompositie de klemtoon op de afgeronde hoekpartij, met een vlaggenmast als extra accent. De licht in het gevelvlak terugwijkende hoekrotonde, is uitgewerkt als een veellicht met oplopende beglazing, vlakke pilasters en een ingekast inkomportaal. De gevelflanken aan weerszijden onderscheiden zich door een licht afwijkende gevelbehandeling, respectievelijk met een eerder verticale of horizontale geleding. Beide worden doorbroken door brede raampartijen en inrijpoorten met rolluiken. Het oorspronkelijk stalen schrijnwerk is geheel of gedeeltelijk vernieuwd.

Van het interieur dient vooral de verkoopzaal te worden vermeld, die op enkele gedichte muuropeningen na intact bewaard lijkt, inclusief de oorspronkelijke meubilering en het binnenschrijnwerk. De ruimtelijke indeling, die aan de typologie van de veilinghal beantwoordt, bestaat uit een auditorium met een steil hellende vloer, en aan de korte zijde een trapeziumvormige apsis voor de veilingbalie. De zaal wordt ter hoogte van de bovenste rang aan drie zijden omringd door een galerij met een stalen borstwering, die via het foyer in de zwikken van de apsis de verbinding verzekert met het café. In tegenstelling tot het getrapte bovenlicht uit het eerste ontwerp, wordt deze vlak afgedekte verkoopzaal verlicht via de zijgevel. De gradins zijn uitgevoerd in houtbouw op een hellend vlak van beton, en uitgerust met rijen houten tweezitsbanken met een stalen buisstructuur.

  • Stadarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#3461, 18#6115 en 18#7577.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Belgische Fruitbeurs [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213791 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.