Rijhuis in beaux-artsstijl, als meergezinswoning gebouwd in opdracht van Louis Vermeulen, naar een ontwerp door architect Theodoor Vermeulen uit 1911. Hier ging een bouwaanvraag voor een burgerhuis in art-nouveaustijl aan vooraf, eveneens een ontwerp van Vermeulen uit 1911, die echter werd teruggetrokken. Opmerkelijk is dat Vermeulen expliciet het eerste ontwerp signeert als bouwmeester, en het tweede ontwerp als aannemer.

Met een gevelbreedte van twee traveeën telt de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De compositie van de natuurstenen lijstgevel is volledig opgebouwd rond de middenas, en markeert de bel-etage door een royale bow-window op een rijk bewerkte console. Hierbij sluiten een gietijzeren balkon en een drielicht aan, hogerop ontdubbeld tot twee tweelichten. Een houten kroonlijst lijnt de opstand af, waarvan de ornamentatie met guirlandes, chutes en kransen is ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Van het oorspronkelijke houten schrijnwerk lijkt enkel de inrijpoort bewaard, en ook het smeedijzeren voortuinhek is voor de helft verwijderd. Voor een extra inkomdeur werd een van de vensters op de begane grond verlaagd.

Volgens de bouwplannen biedt de plattegrond op de benedenverdieping ruimte aan een spreekkamer, de traphal en de keuken met keukenlift. Deze worden over de volledige lengte geflankeerd door de koetspoort, de doorgang naar het ruime binnenterrein dat aan weerszijden achter de vier aanpalende percelen doorloopt. Wellicht bevond zich hier vroeger een opslagplaats of een bedrijfsgebouw. Bel-etage en tweede verdieping hebben een identieke indeling, met een salon over de volledige breedte aan de straatzijde, aansluitend de traphal en de eetkamer, en aan de tuinzijde een veranda met bovenlicht, een office, een bureel of 'cabinet de toilette', en een overdekt terras met toilet. Op de derde verdieping bevinden zich vier slaapkamers, onder het dak twee slaapkamers en twee meidenkamers.