Burgerhuis in sobere art-decostijl gebouwd in opdracht van Jos Laroche, naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1922. Deze rijwoning in halfopen bebouwing werd gelijktijdig met de aanpalende woning Béliard opgetrokken, eveneens ontworpen door Cols en De Roeck, waarvan de tuin achter het perceel doorloopt. Op hetzelfde moment lieten Laroche en Béliard door Cols en de Roeck in de nabijgelegen Bosmanslei nog twee aanpalende burgerhuizen optrekken, daar in cottagestijl, die in 1968 werden gesloopt. Wellicht ging het in één of beide gevallen om vastgoedoperaties. Het bekende, in 1912 opgerichte architectenbureau dat zich later vooral zou toeleggen op bedrijfs-, kantoorarchitectuur en appartementen, tekende hetzelfde jaar aan de overzijde van de straat nog voor twee gekoppelde cottagewoningen. Deze realisaties zijn representatief voor het behoudende karakter van hun omvangrijke productie residentiële architectuur, uit het vroege interbellum.

In 1927 liet Henri Laroche een garage aanbouwen, waaraan een volgende eigenaar W. Delwalhens in 1960 een kantoorverdieping met een aparte trap toevoegde. Architect Jan De Mol, die voor deze laatste ingreep tekende, breidde de begane grond vervolgens in 1962 uit, eveneens voor kantoorruimte.

De woning, die is opgetrokken in baksteenbouw verwerkt met natuursteen, heeft een gevelbreedte van drie traveeën aan de straat, en telt drie bouwlagen onder een overstekend mansardedak (leien). Ingehouden en eerder klassiek van architectuur, ligt de klemtoon in de voorgevel op de bel-etage. Een driezijdige erker met een leien dakje, maakt hier deel uit van een parement in natuursteen met typische cannelures, dat het gevelvlak over twee bouwlagen doorbreekt. In de zijgevel wordt het inkomportaal gemarkeerd door een middenrisaliet met drielichten dat boven de kroonlijst doorloopt in een gedrukte puntgevel. Het schrijnwerk, oorspronkelijk met kleine roeden, is vernieuwd, en ook het smeedijzeren voortuinhek werd verwijderd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de traphal. De lage begane grond bood volgens de bouwplannen ruimte aan een spreekkamer, de ontbijtkamer en de keuken met keukenlift. Op de bel-etage neemt het salon de straatzijde in, en de eetkamer met office en terras de tuinzijde. De hogere verdieping omvat drie slaapkamers, een badkamer en een 'cabinet de toilette', met mansardes en een zolder onder het dak.