erfgoedobject

Waterbouwkundig laboratorium

bouwkundig element
ID
213648
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213648

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het waterbouwkundig Laboratorium is een expertisecentrum dat wetenschappelijk onderzoek doet naar de effecten van water in beweging. Het wetenschappelijk instituut werd in 1933 opgericht als onderdeel van de Antwerpse Zeediensten en is sinds 1938-39 gevestigd langs de Berchemlei in Borgerhout. Sinds 2006 is het een afdeling van de Technisch Ondersteunende Diensten van het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Het gebouw is typerend voor het extra-murosgedeelte van Borgerhout, dat pas na de Eerste Wereldoorlog is ontwikkeld en behalve het Xaveriuscollege (Collegelaan) en de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart (Te Boelaerlei), geen andere (semi)-openbare gebouwen heeft. Het gebouw is daarnaast ook van groot belang omwille van zijn grootschalige wetenschappelijke installaties die uniek zijn in België.

Historiek

Het waterbouwkundig laboratorium is ondergebracht in een gebouwencomplex ten westen van het Te Boelaerpark, tussen de Berchemlei, de Karel De Preterlei, de Herman van den Reeckstraat, de van Hersteenstraat en de Karel van den Oeverstraat. De aparte vijfhoekige vorm van dit 2,5 hectare grote perceel herinnert aan het lunet dat hier in 1851-1852, als deel van een verdedigingsgordel met nog zeven forten, werd opgetrokken in afwachting van de bouw van de Brialmontvesting. Als de Brialmontvesting klaar was, richtte men het perceel van het lunet in als "krijgsslachterij". De "boucherie militaire" verloor in 1893 haar militaire functie; na 1918 werden de gebouwen ingericht als noodverblijfplaats voor oorlogsslachtoffers. Nadat in 1933 een voorlopig waterbouwkundig laboratorium werd gebouwd langs de Uitbreidingsstraat in Berchem, besliste men in 1936 om het nieuwe complex op de terreinen van de krijgsslachterij in te planten, waarna de nivellering van het terrein en de sloop van de oude gebouwen van start ging. Het waterbouwkundig laboratorium neemt bijna het gehele bouwblok in beslag, met uitzondering van een reep grond langs de Karel De Preterlei, die voorbehouden werd voor woningbouw.

In maart 1938 begon men aan het nieuwe laboratorium te bouwen, in augustus 1939 was het afgewerkt. Het architecturale gedeelte van het waterbouwkundig laboratorium werd ontworpen door architect B. Verboven van de "Dienst voor Burgerlijke Gebouwen". De kern van het complex bestaat uit twee grote, haaks op elkaar ingeplante hallen met modellen voor fysische onderzoeken (hal 1 en 2) aan de zuidzijde van het terrein. De aan de grote hal verbonden directie- en ateliergebouwen dateren ook uit deze bouwfase.

Na de Tweede Wereldoorlog had men nood aan nieuwe, grotere schaalmodellen. In 1952-54 werd aan de noordzijde van het bouwblok, tegen de Karel Van Den Oeverstraat, een grote nieuwe hal (hal 3) gebouwd van 100 op 50 meter. Architect J. Deswert (Ministerie van Openbare Werken, Provincie Antwerpen) ontwierp de hal, die voorzien is van een ondergronds kanalenstelsel en bijgebouwen voor bedienings- en transformatiecabines. In deze hal werd een schaalmodel van de Westerschelde gebouwd. In 1959-60 werden aan de oostkant van deze hal drie paviljoenen gebouwd met kantoren, een vergaderzaal, een kantine en een stookplaats; hal 3 werd daarbij uitgebreid. Architect J. Deswert tekende opnieuw de plannen. In 1967 volgde een vierde paviljoen in deze hoek naar ontwerp van architect E. Wollaert, opvolger van Deswert. In 1972 bouwde men in de oostelijke hoek van het perceel, tegen hal 2 aan, een nieuwe hal (hal 4) voor een groot model van de Congostroom. Ingenieur-architect J. Evenepoel van het Ministerie van Openbare Weken tekende de plans. Omdat in die tijd de haven van Zeebrugge onderzoek vroeg, werd ook van die site een model gebouwd in hal 4. Tegen de oostelijke buitenmuur is een besturingscabine gebouwd; op de verdieping is een reeks kantoren ondergebracht.

In 1979-80 kreeg het directiegebouw aan de Berchemlei een uitbreiding voor kantoren en een nieuwe vergaderzaal. In 1987 werd een onderzoeksgroep nautische studies opgericht; hiervoor werd in 1988 een scheepsmanoeuvreersimulator gebouwd in hal 4. In 1995 werd deze sterk uitgebreid met een nieuwe scheepsbrug, een instructeurs- en computerruimte, een projectieruimte en een leslokaal. Een laatste, zeer recente uitbreiding vond plaats in 2001-2004. De Vlaamse bouwmeester schreef een open oproep uit voor de vervanging van de voorlopige houten paviljoen die er sinds de jaren 1960 stonden. Architectenbureau Praet-Verlinden won de oproep en kreeg voor de transparante verbinding tussen de verdieping van het bestuursgebouw en de verdieping van de grafische dienst in 2004 een nominatie in de staalbouwwedstrijd.

Beschrijving

Het waterbouwkundig laboratorium is een complex van kantoor- en dienstgebouwen, monumentale hallen, paviljoenen en ateliers. Behalve de bouwkundige aspecten van deze gebouwen, zijn de wetenschappelijke installaties die hier aanwezig zijn, essentieel. In het kader van de inventaris van het bouwkundig erfgoed worden deze summier vermeld; meer details zijn online beschikbaar in de publicatie van De Laet.

Aan de zuidzijde van het terrein bevinden zich de gebouwen uit de eerste bouwfase (1938-39) naar ontwerp van architect B. Verboven. De eenvoudige modernistische gebouwen worden getypeerd door hun verzorgde grijsbruine baksteenbouw onder platte bedaking. De gevels zijn geritmeerd door horizontale banden in cementering en rechthoekige muuropeningen.

De in L-vorm tegen elkaar gebouwde hal 1 en hal 2 bevinden zich langs de Herman Van den Reeckstraat. Hal 1 is 101 meter lang en 2 meter breed, hal 2 meet 32 meter bij 20 meter. Beide hallen hebben lijstgevels die strak geritmeerd zijn door hoge rechthoekige vensters, anno 2011 dichtgemetseld. De totale oppervlakte bedraagt 2656 vierkante meter en is integraal beschikbaar voor grote schaalmodellen. In beide hallen is een uitsprong voorzien voor de installatie van watervoeding voor de modellen. Deze installaties bestaan uit benedenreservoirs, pompinstallaties en bovenreservoirs, met constante waterdruk. Onder de vloer zijn kanalen in gewapend beton verbonden met de benedenreservoirs; samen bevatten die 2800 kubieke meter water. Voor de toevoer naar de schaalmodellen wordt het water door de pompen opgezogen en opgestuwd naar de bovenreservoirs, waar overlaten het waterniveau constant houden. Leidingen brengen het water naar de verschillende modellen.

Aan tuinzijde, over de gehele lengte van deze hallen, loopt een dienstgang. Centraal tegen de grote hal, zijn een aantal in T-vorm tegen elkaar geplaatste lage gebouwen met ateliers voor hout-, metaal- en paraffinebewerking, lokalen voor het personeel, een magazijn, een labo sedimentologie en een stookplaats. In de werkplaatsen worden de schaalmodellen gebouwd. Rond 1954 komt hier aan noordzijde een extra werkplaats voor metaalbewerking bij. Architect J. Deswert ontwerpt dit gebouw in een stijl die aansluit bij de bestaande interbellumgebouwen.

Ten westen van de grote hal bevindt zich het directiegebouw, met de hoofdtoegang vanaf de Berchemlei. Het directiegebouw is opgetrokken in een eenvoudige modernistische stijl naar ontwerp van B. Verboven in 1938-39. Aan het noordelijke uiteinde een volume op vierkante plattegrond met opvallende, halfrond uitgewerkte inkompartij met opschrift "WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM" in eigentijds lettertype. Tussen deze inkompartij en hal 1 is een lange smalle vleugel gebouwd. Op de gelijkvloerse verdieping vindt men het onthaal, kantoren, de bibliotheek en de conciërgewoning. De verdieping is ingenomen door kantoren. Het gebouw is volledig onderkelderd. De lijstgevels hebben een grijsbruin parement en worden geritmeerd door horizontale, gecementeerde banden. Rechthoekige muuropeningen, die in de langwerpige vleugel per drie in een gecementeerde omlijsting zijn gevat. Aan de achterzijde van het gebouw, een hedendaagse uitbreiding uit 2001-2004.

Hal 3 werd in 1951-52 gebouwd naar ontwerp van architect J. Deswert op het noordelijke deel van het terrein, parallel met de Karel Van den Oeverstraat. Het gaat om een hal met een oppervlakte van 96 x 50 meter op een rechthoekige plattegrond, met ten zuiden aan de binnenkoer een bijgebouw met magazijnen, burelen en een bedienings- en transformatiecabine. De grote hal is een betonstructuur dat een overkoepelend schelpdak draagt. De buitengevels hebben een parement van grijze klampsteen, om aan te sluiten bij het bestaande gebouw. De langsgevels van de hal bestaan uit kolommen van gewapend beton, met een tussenafstand van telkens 8 meter. Elke travee is met baksteenmetselwerk opgevuld, geritmeerd door smalle rechthoekige vensteropeningen. De kolommen dragen het schelpdak, bestaande uit spanten van het bowstringtype: bovenrand en hangstaven zijn in gewapend beton, de trekbalk is van spanbeton, tien gebogen betonschalen dekken het gebouw af. Het ondergrondse kanalenstelsel is aangelegd in functie van het schaalmodel van de Scheldemonding in deze hal. Dit is in 2010 vervangen door modellen van de haven van Zeebrugge en van Oostende. Tevens is er een golfsimulator en een bezinkseltank voor onderzoek naar baggerwerken. Er zijn vijf ijzeren loopbruggen over deze waterbekkens voorzien.

Het bijgebouw dat aan de zijde van de binnenkoer bij hal 3 aansluit, is een baksteenbouw onder plat dak. Op het gelijkvloers zijn kantoren en elektriciteitscabines, op de verdieping een laboratorium elektronica. Aan de oostzijde van hal 3 worden in de jaren daarop een viertal langwerpige paviljoenen gebouwd, onder meer voor de uitbreiding van het schaalmodel van de Schelde. Het gaat om lage gebouwen in een functionele, industriële vormgeving. De drie noordelijke zijn ontwerpen van architect J. Deswert. Het meest zuidelijke, gebouwd rond 1969, is getekend door diens opvolger architect E. Wollaert.

Hal 4 werd ontworpen in 1968 door ingenieur-architect Evenepoel en uitgevoerd drie jaar later. De grote hal heeft een oppervlakte van 2350 vierkante meter en heeft een onregelmatige plattegrond, om de zuidoostkant van het bouwperceel optimaal in te vullen. De muren van de hal bestaan uit metalen kolommen, de muurvlakken ertussen zijn opgevuld met prefabplaten bekleed met staalplaat. De platte bedaking wordt gedragen door rechte metalen spanten. In hal 4 is een scheepsmanoeuvreersimulator geïnstalleerd.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 179 # 1393, 179 # 2978, 179 # 5714, 179 # 6008, 180 # 2651.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Waterbouwkundig laboratorium [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213648 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.