Villa uit het begin van de 20ste (circa 1913) eeuw met neotraditionele reminiscenties, achteringelegen ten opzichte van de straat. Hoorde oorspronkelijk samen met het perceel ten oosten, waar gelijktijdig met de woning 6 serres gebouwd werden door "Rowies-Scheers, Théodoor, wijngaardenier, Hoeylaert". Dit werd gaandeweg uitgebreid tot negen (1914, 1915, 1936). In 1964 werden ze op één na gesloopt, de laatste serre verdween in 1975.

Baksteenbouw van twee traveeën en twee bouwlagen onder leien schilddak (nok schuin georiënteerd ten opzichte van de straat). Lijstgevel met enkelhuisopstand en hoger opgetrokken vensterrisaliet geflankeerd door lisenen. Verdiepte deurtravee. Gevel gekenmerkt door contrasterend materiaalgebruik : rode baksteen voor de gevelvlakken, witte baksteen in de muurbanden die rond de vensters en deur omlopen, decoratief uitgewerkte borstweringen; blauwe hardsteen voor sokkel, lekdrempels op gegroefde consoles en in de muurbanden. Blinde gecementeerde zijgevel rechts.

Rechthoekige vensters en deur met afgeronde hoeken, vernieuwd schrijnwerk. Uitgewerkte houten kroonlijst op dito consoles.