erfgoedobject

Hoeve

bouwkundig element
ID
211767
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/211767

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeve: boerenwoning met stal
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Hoevetje, gelegen vlakbij de grens met Meulebeke, bestaande uit een boerenhuis in versteende vakwerkbouw, uit het derde kwart van de 18de eeuw, met 19de-eeuwse bijgebouwen.

Historiek

Site minimaal opklimmend tot het derde kwart van de 18de eeuw, zie afbeelding van één volume op de plaats van het huidige landgebouw in het landboek van Pittem van 1761. Ten oosten daarvan wordt een tuin weergegeven. In de jaren 1760-1770 wordt de huidige woning opgetrokken in vakwerkbouw, op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt de site namelijk afgebeeld met een (nieuw) woonhuis aan westzijde van het perceel, waarbij het oudere woonhuis vermoedelijk wordt herbouwd of ingericht als landgebouw. Het primitief kadasterplan (circa 1830) geeft eenzelfde gebouwenconstellatie weer. De hoeve was toen in bezit van landbouwer August Baert uit Pittem. In 1862 registreert het kadaster een bakhuis, dat minimaal acht jaar eerder, vermoedelijk door landbouwer Edouardus D'Hulst, gebouwd werd. Vermoedelijk in de tweede helft van de 19de eeuw worden aan het boerenhuisje bakstenen zijgevels toegevoegd en een noordelijke bakstenen stal aangebouwd. De toevoeging van de bakstenen achtergevel is van latere datum (metselwerk niet vervlochten in zijgevel). In 1890 worden de woning en landgebouwen kadastraal verenigd.

Beschrijving

Diepergelegen hoeve, bestaande uit vrijstaande hoevegebouwen in L-vormige constellatie rondom onverhard erf, toegankelijk via een onverharde erfoprit. Ten westen van het erf bevindt zich het eenlaagse boerenhuis van vier traveeën onder zadeldak in golfplaten, met noordelijke stalaanbouw van één travee onder zadeldak in Vlaamse pannen. Boerenhuis in versteende vakwerkbouw, opgebouwd uit een vakwerkgeraamte met baksteeninvulling, in de 19de eeuw voorzien van bakstenen zij- en achtergevels, in de 20ste eeuw aan erfzijde voorzien van een gevelcementering met voegimitatie. Erfgevel met gepekte uitspringende bakstenen plint, houten bolkozijnen voorzien van latere invulling (ramen met T-indeling) en luikjes. Herkenbare ankerbalkconstructie, in het interieur onder meer gekenmerkt door korbelen op de verbinding met de raam- en deurstijlen, aan het exterieur door uitstekende balkkoppen vastgezet met houten wiggen. Vakwerk bestaande uit houten stijlen met baksteeninvulling (vermoedelijk op bakstenen voeting), thans nog zichtbaar in een stuk van de achtergevel, bewaard in een nieuwere 20ste-eeuwse aanbouw, en in de voormalige noordelijke zijgevel, bewaard in de 19de-eeuwse stalaanbouw. Daarop een bewaarde eenvoudige lichte kapconstructie, eertijds onder strodak.

Vermoedelijk rond het midden van de 19de eeuw ondergaat de woning een versteningsproces waarbij tegen de oorspronkelijke gevels de noordelijke stalaanbouw en de zijgevels in donkerrode baksteenbouw toegevoegd worden. Rondbogige zoldervensters in de zijgevels, aan noordzijde tevens met kapelnis. Stalaanbouw aan erfzijde met houten deurtje onder dito latei. De verstening van de achtergevel (westgevel) is vermoedelijk van latere datum. Zuidelijke 20ste-eeuwse aanbouw in betonsteen onder lessenaarsdak.

Interieur met bewaarde indeling, volgens de typische structuur van de latere (17de- en 18de-eeuwse) types vakwerkwoningen: twee aan elkaar palende leefruimten (centraal en zuid), van elkaar gescheiden door een haard en een tussendeur. Aan de achterzijde smalle achterkamertjes: noordelijk een ondiepe kelderput. Behouden interieurelementen, onder meer balkenroostering met moer- en kinderbalken met eenvoudige balksleutels en korbelen; gesmoorde tegeltjes, natuurstenen plavuisjes en recentere zwart-witte tegelvloer; gesinterde bakstenen deurdorpels. Enkele lage opgeklampte deurtjes met bewaard smeedijzeren hang- en sluitwerk. Grote keukenhaard. Aanpalend 19de-eeuws stalletje/ berging met vloer in aangestampte aarde.

Ten noorden van het erf een haaks op het woonhuis ingeplant laag dwarsschuurtje met staldeel en latrine, in rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische (deels Vlaamse) pannen. In bouwvallige toestand. Poort en rechte muuropeningen onder houten latei, gedichte getoogde muuropening in de westelijke gevel. Aan zuidoostzijde van het erf een bakhuisje in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak in zwarte Vlaamse pannen, met rechte muuropeningen en recentere aanbouwen.

Verder 20ste-eeuwse gebouwtjes onder meer in betonpanelen en/of assesteen, niet geregistreerd bij kadaster.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1862/268, 1890/15.
  • Rijksarchief Brugge, Gemeente Pittem. Oud Archief, nummer 28/6: "Nieuwe ommelooper ende terrier der prochie van Pitthem", door D. Seghers, 1761, kaart 2.

Bron: DEVOOGHT K. & SANTY P. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter; Devooght, Kristien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/211767 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.