erfgoedobject

Domein Ter Loo

bouwkundig / landschappelijk element
ID
210024
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/210024

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Ter Loo
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Goed zogenaamd "TER LOO", oorspronkelijk met opperhof-neerhofstructuur. Kasteeldomein (voormalige zetel van de heerlijkheid Loppem) dat doorheen de jaren ingrijpende veranderingen heeft doorgemaakt. Tegenwoordig landhuis op een hoogte gelegen in een park en toegankelijk via een onverharde oprit met bijhorende en achterin gelegen voormalig noviciaat met kapel van 1949. Opgenomen door de gemeente Zedelgem op de lijst van het erfgoed op haar grondgebied.

Historiek. Het leengoed ter Loo wordt reeds vermeld in 1322. Het is niet duidelijk wanneer de hoevegebouwen zijn ontstaan. In 1551, wanneer het goed gekocht wordt door Daniël de Schietere, is er in elk geval al sprake van een hofstede. In 1560 wordt bij het overlijden van Daniël een "huys van playsance" vermeld. Het kasteel is te zien op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). De afbeelding is klein, maar het gaat duidelijk om een stenen gebouw, omringd door bijgebouwen, de meeste in vakwerk. De toegang tot het domein bevindt zich in het noorden, via een stenen poort. In 1584 wordt het kasteel geplunderd en vernield in het kader van de protestantse opstand.

In 1641-1644 wordt een gravure van het kasteel met neerhof binnen een dubbele, vierkante omwalling gepubliceerd in Sanderus' "Flandria Illustrata". Het opperhof bestaat uit een rechthoekig gebouw met trapgevels en dakkapellen met aan noordzijde een ronde traptoren. Aan de oostgevel bevindt zich een dwarsvleugel met trapgevel, het kasteel is omringd door een formele tuin. Het opperhof is toegankelijk via een houten brug. Het is vanaf de straat aan westzijde toegankelijk via een stenen poort met kantelen. Het neerhof met boomgaard bevat enkele verspreide gebouwen, meestal in vakwerk opgetrokken en met een stenen woonhuis in de noordoosthoek.

In 1657 verwerft Charles de Schietere eerst de heerlijkheid Den Houtschen en vervolgens de heerlijkheid Loppem. Kort na 1671 zou de eerste familiekapel in de onmiddellijke nabijheid van het goed opgericht worden.

Volgens de literatuur worden de oorspronkelijke hoevegebouwen circa 1750 afgebroken voor de aanleg van de Torhoutsesteenweg (1751-1754) en zie een ontwerpkaart voor de aanleg van de nieuwe steenweg, bewaard in het gemeentearchief van Zedelgem. Ontwerp van de weg oorspronkelijk met recht verloop tussen Brugge en Torhout, waarbij de nieuwe straat rakelings de binnenste omwalling van "ter Loo" passeert. Omwille van de ondergrond uitgevoerd met enkele bochten, mogelijk zorgt dit ervoor dat de weg iets verder van "ter Loo" af komt te liggen, zoals te zien op de Ferrariskaart (1770-1778). Of de neerhofgebouwen al dan niet zijn afgebroken is onzeker. Op de Ferrariskaart is het goed afgebeeld als "Chateau Masthof". De opperhof-neerhofstructuur is nog duidelijk te herkennen. Het opperhof bestaat uit kasteel en (moes)tuin, omgeven door een gracht, toegankelijk via een brug ten noorden van het kasteel. Ten noorden bevinden zich de neerhofgebouwen, ten oosten een boomgaard en ten zuiden een tuin. Een toegangsweg vertrekkend vanaf de Torhoutsesteenweg maakt een omtrekkende beweging rond de gebouwen. Aan het begin van deze straat is een kruis afgebeeld en even verderop, aan de noordzijde van dezelfde weg de familiekapel. Een dubbele bomenrij verbindt de kapel met de Torhoutsesteenweg.

Bij de afschaffing van de heerlijke rechten in 1795 komt er een einde aan de familie de Schietere als heren van Loppem. Thomas-Lodewijk de Schietere behoudt wel zijn buitengoed in Loppem. Hij zou zelfs een brouwerij of een stokerij oprichten in de omgeving ervan, waarvan hij de afvalproducten gebruikt voor de bemesting van landbouwgronden. In 1809 wordt hij onder het Napoleontische bewind burgemeester van Loppem. Zijn zoon, Karel-Thomas zou circa 1845 het kasteel volledig ver- of herbouwen.

Op het primitief kadasterplan (circa 1830) en op de Atlas der Buurtwegen (1845) staan de gebouwen met dezelfde configuratie. Op het primitief kadasterplan is de familiekapel als "cappelleken" aangeduid op grosso modo dezelfde locatie als op de Ferrariskaart. Op de Atlas der Buurtwegen en ook op de Ph. Vandermaelenkaart (circa 1850) zijn de gebouwen aangeduid als "Chateau de Mr. Deschietere".

In de zijgevel van de hoeve op het neerhof bevindt zich nog een gevelsteen in blauwe hardsteen met bas-reliëfafbeelding van het wapenschild van de de Schieteres en gedateerd bovenaan "1576". Deze steen is vermoedelijk afkomstig van de oude inrijpoort, verplaatst bij de verbouwing van de hoeve in 1847. Volgens kadastergegevens wordt in 1884 een gedeelte van de omwalling gedempt. In de negentiende eeuw wordt de zone ten zuiden/zuidwesten van het kasteel omgevormd tot park met landschappelijke aanleg, en enkele delen als moestuin nabij het kasteel. Aanvankelijk is het park kleiner, maar het is gaandeweg uitgebreid tot tegen de Torhoutsesteenweg.

In 1922 wordt het goed "ter Loo" door de familie de Schietere verkocht. Opperhof en neerhof worden gescheiden. Vóór 1933 wordt de linker travee met bordestrap toegevoegd. In 1946 wordt het kasteel verkocht aan de priesters van het Heilig Hart. Het gebouw zou tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn beschadigd door een brand. Na de oorlog wordt de achterzijde van het huis en de linkertravee verhoogd zie huidig. De omwalling ondergaat grondige wijzigingen. Het kasteel is al snel te klein en in 1948 vangt men aan met de bouw van een nieuw noviciaat ten westen van het kasteel. In 1957 wordt het noviciaat ingericht als 'broederjuvenaat'. Omdat dit niet het verhoopte succes heeft, wordt in 1969 begonnen met de omschakeling naar bezinningscentrum. In 1972 wordt het kasteelgebouw achteraan uitgebreid en enkele nutsgebouwen aan de noordkant bijgebouwd.

Beschrijving. Landhuis van drie bouwlagen op quasi rechthoekige plattegrond en onder schilddak (leien en mechanische pannen) hoofdzakelijk met uitzicht van circa 1845. Oorspronkelijk met rechtertravee als aanleunende dwarsvleugel maar na de Tweede Wereldoorlog ingebouwd en onder een dak gebracht.

Witbepleisterde gevels met imitatievoegen op de begane grond boven een hoge grijze plint met rechthoekige keldermonden. Verhoogde begane grond aan voor- en beide zijgevels toegankelijk via een bordes met blauwhardstenen trap en balustervormige balustrades. Rechthoekige muuropeningen op de begane grond en de eerste verdieping met beluikte vensters en aan de voorzijde met balkon op de verdieping. De tweede verdieping, afgescheiden door een omlopend kordon, wordt geritmeerd door smalle, gekoppelde rondboogvensters (niet aan de achterzijde). In de literatuur is een ruitvormige gevelsteen uit 1551, met in bas-reliëf het wapenschild van de familie de Schietere, afgebeeld. De gevelsteen zou zich in de huidige achtergevel boven de vroegere ingangsdeur bevinden, maar is bij het bezoek ter plaatse niet opgemerkt.

Interieur. Kelders met tongewelf en troggewelf. Salon vooraan met vloer in cementtegels met florale motieven met invloed van de art nouveau. Plafond met beschildering in imitatie-eik en rozet. Schouw in neo-Vlaamse renaissance, schouwboezem bekleed met hout. Deuren met panelen. Tegen het plafond een omlopende fries met recent (her?)schilderde alliantiewapens van de opeenvolgende eigenaars, leden van de familie de Schietere. Onder de wapenschilden staat telkens het jaartal waarin de betreffende eigenaar overlijdt en de achternaam van zijn echtgenote.

Noviciaat gelegen ten westen van het huis. Twee vleugels op L-vormige plattegrond opgetrokken in gele baksteen in een gestileerde neogotische stijl. Kapel met het altaar gericht naar het noordwesten. Toegankelijk via een portaal onder lessenaarsdak, zuidoostgevel met puntgevel en groot roosvenster waarboven een beeld van het Heilig Hart. Hoge klokkentoren onder zadeldak met spitse bekroning (leien) tegen het koor gebouwd.

Interieur naar verluidt uitgevoerd volgens de gulden snede, vlakke overwelving met betonplaten en balken. Houten doksaal en glasramen van de Brugse glazenier Daniël Crul.

Park Toegang vanaf de Torhoutsesteenweg over bruggetje, met vlakbij twee monumentale platanen.

De huidige grachten zijn restanten van de 19de-eeuwse parkaanleg: een gracht ten noordwesten van het domein en één centraal gelegen in het park die in verbinding staat met de vijver vóór het kasteel.

Het kasteel staat op een lichte verhoging in het park, met aan de voorzijde een ovaal grasperk met enkele solitaire bomen, en een vijver palend aan de steenweg. Aan de achterzijde van het kasteel ligt een omhaagd rechthoekig grasveld met enkele (fruit)bomen.

Ten zuiden van het kasteel ligt het eigenlijke park met kenmerken van de landschappelijke stijl: licht verzonken, kronkelende paden en kleine kunstmatige reliëfverschillen (heuveltjes), grillige vorm van de vijver, merkwaardige en speciale bomen op de rand van het bos en open grasvelden. De zuidelijke uitloper is de laatste parkuitbreiding met hoogstamboomgaard, heel wat canadapopulieren en naaldbomen, en een kleine gracht, parallel met de Torhoutsesteenweg. De oudere parkdelen bestaan voornamelijk uit loofbomen, met in de onderlaag belangrijke aanwezigheid van hulst. Ten zuiden van het kasteel staat een merkwaardige en grote geënte beuk (stamomtrek 4,8 meter) met een achttal vertakkingen van deels rode en deels groene beuk.

  • KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN TE BRUGGE, 207: Mutatieschetsen, Zedelgem, 1884/8, 1943II/14, 1946/40, 1948/28, 1972/49.
  • BEERNAERT B. e.a., Binnen en buiten. Winter- en zomerverblijven van de Brugse elite vanaf de late middeleeuwen, Brugge, 2007, p. 30-31.
  • BONDUEL L., CAPPON G., Wandelen in Loppems verleden, Torhout, 1982, s.p., foto 54, 55.
  • BRAET J., Historisch verbonden met Loppem: De familie de Schietere (de Lophem), in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 24, nr. 2, 2003, p. 44-69.
  • DECEUNINCK V., De aanleg van de weg Brugge-Torhout, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 22, nr. 1, 2001, p. 3-20.
  • VERVENNE A., Oude hoeven, herbergen en molens en hun bewoners te Loppem, Loppem, 1976, p. 65-68.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Dwarsschuur goed Ter Loo

  • Is gerelateerd aan
    Hoeve Ter Loo

  • Is gerelateerd aan
    Kapel Onze-Lieve-Vrouw

  • Is gerelateerd aan
    Kapel Onze-Lieve-Vrouw

  • Is deel van
    Torhoutsesteenweg (Loppem)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Ter Loo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/210024 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.