In 1906 diende bouwmeester Leopold Moerenhoudt een aanvraag in voor de bouw van een "huis dienende voor café" in naam van L. Cant-De Rijck, die in het pand er naast woonde (46). Dit type opbrengsteigendom, met een combinatie van handelsgelijkvloers en appartementen op de verdiepingen, is typerend voor de Vlaamsekaai. De bouwstijl van het pand echter, eclectisch met gebruik van gele baksteen voor het parement, wijkt af van het algemene straatbeeld van de als stadsgezicht beschermde Vlaamsekaai, dat bijna integraal bestaat uit rode bakstenen panden in neorenaissancestijl. Het pand sluit qua stijl en functie aan bij de begin-20ste-eeuwse caféhuizen op de hoeken met de Verlat- en de De Burburestraat.

Het gaat om een pand van vijf traveeën en vier en een halve bouwlaag onder zadeldak. De lijstgevel heeft een geel bakstenen parement met banden en ontlastingsbogen in groene geglazuurde baksteen. Begane grond met gebruik van hardsteen voor plint, centraal etalagevenster geflankeerd door een winkeldeur en een deur voor de appartementen op de verdiepingen, samen onder een puilijst gevat. Op de verdiepingen rechthoekige vensteropeningen onder een doorlopende, witte natuurstenen bovendorpel met accoladeprofiel en doorlopende hardstenen onderdorpels.