Oorspronkelijk een onderkelderd breedhuis van twee bouwlagen en negen traveeën onder een zadeldak uit de tweede helft van de 18de eeuw, met een middenpartij van drie traveeën bekroond door middel van een driehoekig fronton. Heden opgesplitst in drie woningen.

Nummer 52 behield het meest zijn originele toestand. Heden een verankerde, witgeschilderde en bepleisterde lijstgevel met dubbelhuisopstand en doorlopende arduinen plint. Rechthoekige vensters met originele roedeverdeling in linker benedenvenster en op de bovenverdieping. Rechter benedenvenster in 19de-eeuwse houten omlijsting met rolluikkast. Rondboogdeur ingeschreven in een merkwaardige rechthoekige arduinen Lodewijk XVI-omlijsting: geprofileerde booglijst met sluitsteen en op neuten, voorts in een geriemde omlijsting met oren en verfraaid met een aan strikken en een rozet opgehangen lamberkijn, onder een rechte druiplijst. Houten tussendorpel en bovenlicht met bloemenkorf in gezandstraald glas. Hoofdgestel met gelede architraaf en kroonlijst.

Nummer 54. Heden een dubbelhuis, eveneens van drie traveeën, met verankerde en gecementeerde gevel bekroond door middel van driehoekig fronton dat aanzet op houten consoles. Rechthoekige muuropeningen, waarvan de benedenvensters verlaagd zijn. Spiegelboogvormig zoldervenster.

Nummer 56. Dubbelhuis van drie traveeën waaraan een derde bouwlaag toegevoegd werd, vermoedelijk in de loop van de 19de eeuw, en voorts licht aangepast circa 1925. Verankerde, witgeschilderde en bepleisterde lijstgevel met rechthoekige muuropeningen. Tweede bouwlaag afgelijnd door reliëfband met bloemmotieven.