In 1910 laat herbergier Jos Van Looy een opbrengstwoning met drie wooneenheden bouwen door de Dendermondse bouwmeester Ernest Vander Cruyssen. De gele bakstenen gevel valt op door de veelkleurige art-nouveaudecoraties.

Het is een woning van vier bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak, met een eclectische lijstgevel die door het gele bakstenen parement, door de heterogene muuropeningen, door de grillig vormgegeven luifels boven de deuren en door de veelkleurige tegeldecoraties, een art-nouveaukarakter heeft. Fraaie houten kroonlijst op slanke, lange modillons, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels. De centrale travee is risaliterend uitgewerkt en geaccentueerd door een breed benedenvenster dat op de hardstenen tussendorpels een fraaie driezijdige erker draagt, op zijn beurt bekroond door een balkon met ijzeren leuning.

Rechthoekige deuren met een bovenlicht, beide in hardstenen omlijsting gevat en versierd met een art nouveau luifel met grillige hardstenen consoles. Op de tweede en derde bouwlaag rechthoekige vensters in zijtraveeën met hardstenen bovendorpels, op de tweede bouwlaag met art nouveau belijning. De bovenvensters zijn segmentbogig, met waterlijsten. Gebruik van veelkleurige tegels met florale art-nouveaumotieven op de erker en in de borstweringen van de vensters. Klassieke eind-19de-eeuwse plattegrond, met achter elkaar liggende kamers geflankeerd door gang met trappenhuis.