Samenstel van twee identieke, spiegelend gebouwde neoclassicistische burgerhuizen uit het laatste kwart van de 19de eeuw. In die periode heeft architect Frans Van Dijk op nummer 48 gewoond, zie hoofding van het briefpapier van de architect in een bouwaanvraag van 1888.

De woningen beantwoorden op vlak van opbouw en afwerking aan de normen van de betere burgerwoning op het Zuid. In duo gebouwde enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen op souterrain, onder zadeldak. Bepleisterde en geschilderde lijstgevels (nummer 46 gedecapeerd) met hardstenen plint waarin keldervensters en houten kroonlijst op klossen en fijne modillons. Rechthoekige muuropeningen, centraal een fraaie, houten erker, die het karakter van de gevels bepaalt. Imitatievoegen voor begane grond en centraal vensterrisaliet, balusters in de borstweringen, kordons. De erfgoedwaarde van dit type woningen ligt in het feit dat ze samen voor een homogeen straatbeeld zorgen van witte, neoclassicistische lijstgevels, wat uitstekend tot zijn recht komt in het strakke, geometrische stratenpatroon.