erfgoedobject

Bijgebouwen kasteel Steenpoel

bouwkundig element
ID
206968
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206968

Juridische gevolgen

Beschrijving

Eind 19de-eeuws beboomd driehoekig park ten noorden het dorpscentrum met enkel nog bewaarde bijgebouwen van een afgebroken eind 19de-eeuws kasteel. Het domein omvatte de volledige driehoek tussen de Ninoofsesteenweg, de Jan Martin van Lierdelaan, de Kerkstraat en de Dreeflaan. Het volledige domein is ontstaan uit de samenvoeging van verschillende stukken landbouwgrond tot een driehoekige park dat in 1888 voltooid werd.

De naam "Steenpoel" verwijst naar een steengroeve uit de 13de eeuw, waaruit volgens de literatuur stenen voor de bouw van de kerk werden gewonnen. De vijver ten zuiden tegen de Dreeflaan zou hiervan een restant zijn. Deze vijver werd later geïntegreerd in het landschappelijk aangelegd park.

Historiek

In 1869 verschijnen op het kadaster de eerste gebouwen van het nieuwe park: een kasteel (ten noorden aan de Ninoofsesteenweg), een nu afgebroken stal en koetshuis (op de hoek van de Ninoofsesteenweg met de Dreeflaan), een oranjerie en een huis (Jan Martin van Lierdelaan zonder nummer, 28B en 30). Het neoclassicistische kasteel werd gebouwd in 1868 en de bouwheer was Christians Dansaert. Het landschappelijke park werd aangelegd samen met de bouw van het kasteel omstreeks 1870. Deze parkaanleg is voor de eerste maal zichtbaar op de stafkaart van 1891.

In 1874 werd er een gasometer (Dreeflaan zonder nummer) gebouwd in het uiterste noordoosten van het domein aan de Ninoofsesteenweg, deze werd later gebruikt als bijgebouw. In 1882 werd het voormalige zomerhuis (Ninoofsesteenweg zonder nummer), gelegen centraal aan de Ninoofsesteenweg, geregistreerd op het kadaster. Vanaf 1900 werd dit zomerhuis omgebouwd tot kapel. Rond dezelfde periode werd er in de omgeving van de oranjerie ten zuiden in het domein ook een duiventorentje en badhuis gebouwd, deze werden in 1893 geregistreerd op het kadaster (het duiventorentje en het badhuis zijn gelegen op de percelen van Jan Martin Van Lierdelaan 28B en Kerkstraat nummer 22). In 1883 werden er verschillende wijzigingen aan de dienstgebouwen tegen de Jan Martin Van Lierdelaan geregistreerd op het kadaster. Onder andere de oranjerie werd vergroot en er kwamen extra bijgebouwen waaronder Jan Martin Van Lierdelaan nummer 28.

Het domein werd in 1888 aangekocht door industrieel Fréderic Du Toict. Deze liet verschillende wijzigingen aanbrengen aan het domein. Een serre centraal in het domein werd afgebroken en er werd een terras aangelegd als uitkijkpunt over de nieuwe Franse tuin naast het kasteel (ten westen). Dit terras is nog steeds aanwezig. De aanleg van een rotonde tussen het kasteel en de Ninoofsesteenweg dateert waarschijnlijk ook uit deze periode. Het brongebied aan de noordelijke zijde van de vijver werd herschapen tot een rotspartij en er kwam een artificiële grot met een uitkijkterrasje en een balustrade van cementen takwerk. In 1906 werd er een vergroting aan het kasteel geregistreerd op het kadaster, tot een eclectisch kasteel met onder andere twee hoektorens onder steile tentdaken (nog zichtbaar op verschillende oude prentkaarten). Het kasteel werd hierna vergeleken met het kasteel van Cheverny aan de Loire.

Frans Timmermans en Celina Walravens zullen het kasteel aankopen in 1922. Na de dood van Frans Timmermans in 1961 verhuurden de kinderen Paul Cutsem en Germaine Timmermans het kasteel. Vanaf 1962 kreeg het kasteel een nieuw functie als rusthuis voor bejaarden "Val Vert". Het rusthuis werd in 1967 verwoest door een brand. Op de gemeentelijke begraafplaats van Itterbeek is er in het nutsgebouw een steen ingewerkt met het opschrift "Val Vert 12-02-1967", waarschijnlijk ter herinnering aan de doden die in de brand bleven. Sinds 1986 is het domein in gebruik als golfterrein. De bijgebouwen staan er verwaarloosd bij.

Beschrijving

Buiten het afgebrande en verder afgebroken kasteel zijn het grootste deel van de eind 19de-eeuwse bijgebouwen en artificieel opgebouwde landschapselementen nog aanwezig op het domein. In de noordoostelijke hoek van het domein ligt de voormalige gasometer (Dreeflaan zonder nummer), ten zuiden in het domein ligt nog een badhuis (ten noordoosten van Jan Martin Van Lierdelaan nummer 22), ten westen hiervan ligt een duiventorentje (Kerkstraat zonder nummer, ten noordoosten van Jan Martin Van Van Lierdelaan nummer 28B), nog meer naar het westen tegen de Jan Martin Van Lierdelaan liggen nog vier bijgebouwen (Jan Martin Van Lierdelaan zonder nummer, 28B, 28 en 30) waaronder een oranjerie en een tuinierswoning, in de meest westelijke hoek ligt de krocht met waterreservoir (artificiële grot) en centraal tegen de Ninoofsesteenweg ligt het tot kapel verbouwde zomerhuis (Ninoofsesteenweg zonder nummer). Centraal in het domein bevindt zich ook nog het terras dat een uitzicht gaf over de voormalige Franse tuin. Dit terras is opgebouwd uit balustrades en trappen uit kunststeen. Ten slotte is er aan de zuidoostelijk gelegen vijver nog een artificieel grotje van rond 1900 bewaard.

De architectuur van de meeste bijgebouwen uit eind 19de eeuw is pittoresk opgevat met gefiguurzaagde windveren, puntgevels met oculi en banden en lijsten van gesinterde baksteen. Jan Martin Van Lierdelaan zonder nummer  (hoort bij Ninoofsesteenweg nummer 508) is de voormalige oranjerie. Het is een rechthoekig bakstenen volume onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat). De oostgevel heeft een licht vooruitspringende middenrisaliet met puntgeveltje en getoogde muuropeningen. De westgevel, met drie grote rechthoekige muuropeningen, is heden bepleisterd en er is een overdekt terras voorgebouwd. Bewaard schrijnwerk in de oostgevel.

Duiventil onder leien tentdak gebruik makend van de banden en lijsten van gesinterde baksteen. Het badhuis is aangebouwd tegen een tuinmuur en er is gebruik gemaakt van witte steen met diamantkoppen voor banden en omlijstingen van de muuropeningen. Ten noorden tegen het badhuis is een fontein aangebouwd.

Jan Martin Van Lierdelaan nummer 28B was een bijgebouw (paardenstallen?) dat heden verbouwd is tot woning en heeft dezelfde kenmerken als vorige bijgebouwen. Nummer 28 is een rechthoekig sober wit bepleisterd verankerd bakstenen gebouw van twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig met de straat) en met rechthoekige muuropeningen. Nummer 30 is waarschijnlijk de voormalige tuinierswoning. Deze woning is opgebouwd uit drie traveeën en één en twee bouwlagen onder een complex pannen dak. Het gebouw is bepleisterd en witgeschilderd met schijnvoegen en heeft geblokte hoekpilasters. Op de begane grond getoogde muuropeningen en op de verdieping zijn er rondboogvormige muuropeningen aanwezig. Boven de muuropeningen zijn er bakstenen lijsten aanwezig. Nummer 28 is met nummer 30 verbonden door middel van een steekboogvormige poortje in gesinterde baksteen.

De vervallen neogotische bakstenen kapel heeft een kruisvormig grondplan en een leien koepeldak bekroond met een lantaarn. Er is gebruik gemaakt van witte natuursteen (?) voor de hoekblokken en de omlijstingen van de spitboogvormige muuropeningen met maaswerk. In het interieur zijn er vloertegels met ingelegde motieven aanwezig en de wanden zijn bepleisterd en de bakstenen van het kruisribgewelf zijn vrijgelaten. De spitsboogvormige muuropeningen waren in oorsprong gevuld met glas in lood.

De gazometer is een rechthoekig bakstenen gebouw met een leien schilddak. Verder witte bakstenen banden, getoogde muuropeningen, nok met siersmeedwerk en centraal in de westgevel een œil-de-bœuf (recent verdwenen).

De grot is gelegen in het westelijk hoogste gedeelte van het park. Het is een naar het park geopende grot met tongewelf opgebouwd uit baksteen, maar gecementeerd met schijnvoegen en artificiële barsten en indruipgaten. Achteraan in de grot is er een rechthoekige muuropening naar een achterliggende kamer waarin waarschijnlijk een pomp heeft gestaan om water naar het waterreservoir op het dak te pompen. Boven de muuropening is een reliëf van een hoofd bewaard, verder is er aan de linkerzijde ook nog een nis aanwezig.

Rechts van Jan Martin Van Lierdelaan nummer 30 en tussen de duiventil en het badhuis zijn nog tuinmuren aanwezig van de voormalige moestuin (?). Het domein is beboomd, met concentraties bomen langs de grenzen van het domein. Ten zuiden van het domein is op de hoek met de Kerstraat en de Dreeflaan een perceel afgezet met een lage bakstenen muur met ijzeren hekken en een ijzeren toegangpoort tussen bakstenen pijlers.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling V (Itterbeek), 1869/8, 1874/2, 1882/5, 1883/14, 1893/4 en 1906/10.
  • DENEEF R., ROMBAUTS N. & WIJNANT J. 2005: Dilbeek (Itterbeek): Steenpoelgolf, in: DENEEF R., WIJNANT J., ROMBOUTS N., IMBERT D., GOOSSENS B., PAESMANS G., DE MAEGD C., VAN LIEDEKERKE M., COPRIAU P., CLAEYS T., EVERAERT E. & PAESSENS W. 2005: Historische tuinen en parken in Vlaanderen. Pajottenland - zuidwesten van Vlaams-Brabant, M&L Cahier, 11, Brussel, 82-86.
  • HERREGODTS A. 1975: Itterbeek en het Breugelpad, De Vlaamse Toeristische Bibliotheek, 149, 14.

Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bijgebouwen kasteel Steenpoel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206968 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.