Breedhuis dat in 1920 samen met het aanpalende pand (nummer 8) werd opgetrokken volgens de plannen van A. Stevens, met twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak.

De gevel in afgezwakte historiserende stijl heeft op de begane grond een hardstenen, rechthoekige puiomlijsting met Franse voegen, rondboogvensters in de bovenbouw - uitgewerkt als drielichten in de rechtse travee, met een gebogen erker in de tweede en een balkon met gietijzeren balustrade in de derde bouwlaag -, en steigergaten onder een vernieuwde kroonlijst. Voorts horizontale geleding door de puilijst, cordons, doorgetrokken lekdrempels, muurbanden en fijne waterlijstjes.

De dakkapel dateert van 1950. Het schrijnwerk werd overal vernieuwd.