Naar ontwerp van G. Decock in 1928 opgetrokken breedhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak met recentere dakkapel. De bakstenen gevel is rijkelijk versierd met similisteen en kreeg een duidelijk 18de-eeuwse, Frans-classicistische vormgeving waarin vooral de verticaliteit en de gedetailleerde decoraties van bloem- en bladmotieven opvallen.

Kenmerkend zijn de rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen met oren, decoratieve borstweringen en siersluitstenen met festoenen in de bovenste bouwlaag, het gebogen balkon met balusters en cassetten, en de oplopende pilasters die uitlopen op een hoofdgestel met een kroonlijst op klossen. De oorspronkelijke winkelpui met bossagewerk, rondboogdeur en korfboogvormige etalage werd in 1960 vervangen door de huidige pui (architect I. Vercaeren)