Burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een recentelijk hoger opgetrokken dak met aan de straatkant een gevelbrede dakuitbouw. Het pand werd in 1880 gebouwd in opdracht van C. Van Aerschodt, klokkengieter en eigenaar van het aanpalende atelier (nummer 99). De bepleisterde lijstgevel in neoclassicistische stijl, wordt gekenmerkt door rechthoekige muuropeningen op de verhoogde begane grond, steekboogvormige vensters in de bovenbouw, en horizontale accenten zoals de hoge hardstenen plint, de cordons en doorgetrokken lekdrempels en de houten tand- en kroonlijst. Stijltypisch zijn de geriemde vensteromlijstingen met siersluitsteen en festoenen in de bovenbouw, en het rechthoekig balkon, gevormd door een hardstenen balkonplaat op voluutconsoles en een sierlijk uitgewerkte, gietijzeren balustrade.