Hoeve met losse bestanddelen in parallelle opstelling rond een met gras begroeid erf. Oorspronkelijke erfoprit afgesloten door smeedijzeren hek en afgezoomd door populieren, nu in onbruik en vervangen door verharde weg ten noorden van de boerenwoning.

Het geheel is fasegewijs tot stand gekomen: de schuur/ stal maakt volgens het kadaster deel uit van een oudere hoeve die al was weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1829). De boerenwoning werd samen met een aardappelkelder (aan de oostzijde) opgetrokken in 1862 na afbraak van de oudere boerenwoning, afgebeeld op het primitief kadasterplan (circa 1829). Het bijhorende bakhuis werd in de jaren 1950-1960 afgebroken.

Ten noorden van het erf, boerenwoning. Breedhuis van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (rode, mechanische pannen). Links lage aanbouw van één travee onder lessenaarsdak. Verankerde rode baksteenbouw met muurvlechtingen in oostelijke zijgevel. Aan achtergevel zijn de twee oostelijke traveeën uitgewerkt als opkamer. Rechthoekige muuropeningen onder strek, twee behouden ramen met kruisindeling en grote roedeverdeling.

Ten zuiden van het erf, schuur. Verankerde rode baksteenbouw onder zadeldak (rode, Vlaamse pannen). Centrale dwarsdoorrit. Oostelijke zijgevel met drie luchtspleten in geveltop en een licht getoogde, beluikte laadopening.