Hoeve bestaande uit losse bestanddelen, fasegewijs tot stand gekomen in de 18de, 19de en 20ste eeuw. Gelegen aan het kruispunt met de straat Schothoek en bijna grenzend aan de Oude Leiearm.

Historiek

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), wordt vermoedelijk enkel het boerenhuis weergegeven. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) staan het boerenhuis en de dwarsschuur afgebeeld; het bakhuis bevindt zich achter het boerenhuis. Circa 1830 eigendom van landbouwer J. Tanghe en in 1882 van Adolf De Brabandere uit Sint-Joost-ten-Node.

Vóór 1915 laat Mathilda Lefevre uit Harelbeke de hoeve uitbreiden met de stal met wagenhuis en een daarachter gelegen landgebouwtje; het bakhuis wordt omgevormd in een landgebouw en het bakhuis aan de straatkant wordt gebouwd.

Beschrijving

Hoevegebouwen gelegen rondom een begraasd erf, afgesloten aan straatkant met ijzeren hek. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldaken.

18de-eeuws boerenhuis van het langgeveltype, gelegen aan de straatkant. Woongedeelte van eertijds vijf traveeën met dakruiter; voormalig stalgedeelte aan de oostzijde. Witbeschilderde straatgevel met rechthoekige openingen; zijgevel met licht getoogde vensters. Vernieuwd schrijnwerk.

Dwars op de weg gelegen eind 18de- of begin 19de-eeuwse schuur, gelegen naast de oprit van nummers 24-26. Centrale dwarse doorrit met rechts daarvan aan erfzijde rechthoekige opening onder I-vormige poutrel en bovenliggend laadluik. Stal met wagenhuis (vóór 1915) aan de zuidzijde van het erf. Zadeldak aan noordzijde verlengd door sleepdak ondersteund door houten stijlen. Verderop gelegen bakhuis aan de straatkant daterend van vóór 1915.