Enkelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen met zadeldak (Vlaamse pannen). Manke trapgevel (8 en 12 treden + topstuk), uit de tweede helft van de 16de eeuw of de eerste helft van de 17de eeuw, afgevlakt en bepleisterd in het eerste kwart van de 20ste eeuw. Rechthoekige vensters, voormalige kruiskozijnen, in bovenbouw afgelijnd door waterlijst en overspannen met bogenrij met verdiept boogveld, volgens archieffoto's tot kort voor de bepleistering in 1914 verfraaid met reliëfs. Behouden hartvormige muurankers en kruiskozijn in geveltop. Rondboogpoort voorzien van spitsboogvormige omlijsting in het eerste kwart van de 20ste eeuw.