erfgoedobject

Burgerhuis Villa Albert

bouwkundig element
ID
20403
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/20403

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis Villa Albert
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Albert
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Dit statig burgerhuis, gelegen op de hoek met de Muinklaan, werd in eclectische stijl met art-nouveau-elementen in 1913 ontworpen door de Oostendse architect Albert-Victor Fobert.

De opdrachtgever was Van Gele-Jooris, die toen in de Hofstraat 65 in Gent woonde en ook een bouwaanvraag indiende voor de woning op nummer 357. De woning kreeg de naam “Villa Albert”, wat ook in een sierlijke cartouche op de gevel langs de Muinklaan staat aangegeven. Volgens een krantenartikel zou de woning als kijkwoning bedoeld geweest zijn voor de wereldexpositie van 1913, maar in het kadaster werd de woning pas in 1915 geregistreerd. Later werd de woning aan Generaal Kennedy verkocht, die pseudo-kantelen op de gevel heeft geplaatst.

Dit rijkelijk uitgewerkte hoekpand is zeer opvallend in de wijk. Kosten noch moeite werden gespaard voor dit omvangrijke burgerhuis, wat onder andere naar voor komt in het opmerkelijk siermetselwerk geïnspireerd op de volkskunst, de typerende erker met bekronend rond torentje, en de cartouche met de naam van de woning in verwerkt. Terwijl verschillende woningen in de wijk door lokale architecten ontworpen werden, werd hier beroep gedaan op een niet-Gentse architect, waarvan, op uitzondering van het nabijgelegen burgerhuis in de Hertstraat nummer 36, het oeuvre zich voornamelijk in Oostende bevindt. Ook in Oostende ontwierp de architect enkele merkwaardige eclectische burgerhuizen.  

Het hoekpand is drie bouwlagen hoog onder een plat dak, drie traveeën breed aan de Hofstraat en twee traveeën breed aan de Muinklaan. De lijstgevels op hardstenen plint zijn opgebouwd uit een rood baksteenparement, verlevendigd door talrijke in- en uitspringende gevelvlakken waarin met gele bakstenen geometrische motieven en parallelle banden uitgewerkt zijn. Alle verdiepingen en traveeën zijn zeer divers vormgegeven.

Langs de Muinklaan bevat de woning een voortuintje met smeedijzeren balustrade op een gecementeerde boord. Centraal in de vloerverharding is een perkje met geprofileerde opstanden voorzien.

De gevel in de Muinklaan is ingedeeld in twee ongelijke traveeën, waarbij de nadruk gelegd wordt op de als risaliet uitgewerkte linkertravee. Onderaan deze travee is een rechthoekige deur geflankeerd door twee identieke smalle rechthoekige vensters, toegankelijk via drie hardstenen treden. Het geheel wordt van elkaar gescheiden door gecanneleerde houten tussenstijlen en is gevat onder een doorlopende houten latei. Volgens de bouwplannen was voorzien dat deze inkompartij zou overdekt zijn met een leien afdakje. Erboven een erkeruitbouw van twee bouwlagen hoog waarbij de eerste verdieping opengewerkt is met drie gekoppelde rechthoekige vensters. Deze zijn in de borstwering versierd met siermetselwerk van gele baksteen en hebben boven de houten gedecoreerde latei en tussenstijlen ontlastingsboogjes in het parement. Op de tweede verdieping is een driezijdige erker uitgewerkt op een gedecoreerde console. Centraal is de erker opengewerkt met een deurvenster voorzien van een eenvoudige balustrade, geflankeerd door twee identieke rechthoekige ramen. De houten tussenstijlen zijn gecanneleerd en bekroond met modillons die de geprofileerde houten kroonlijst dragen. Volgens de bouwplannen zou deze travee bekroond worden met een gebogen topgevel tussen twee gedecoreerde ornamenten. In de rechtertravee is in de plint een rechthoekig keldervenster uitgewerkt, waarboven een getoogd venster op de begane grond. Alle getoogde vensters zijn voorzien van een rollaag van rode en gele baksteen op aanzetstukken en met centrale sluitsteen. De bovenverdiepingen van deze travee zijn blind uitgewerkt, waarbij ter hoogte van de eerste verdieping een gedecoreerde cartouche met de inscriptie “Villa Albert”. Volgens de bouwplannen had de woning echter de naam “Villa Flora” meegekregen. De overgang met het verdiepte gevelvlak van de tweede verdieping wordt gemarkeerd door een witstenen druiplijst, waarboven centraal een gedecoreerde witstenen liseen aansluit op de onderliggende sierlijke naamcartouche. De travee wordt bovenaan afgesloten door een houten geprofileerde kroonlijst boven getrapt parement. Daarboven zijn later pseudo-kantelen uitgewerkt, wat volgens de bouwplannen niet voorzien was.

Op de hoek is op de bovenverdiepingen een beeldbepalende vijfzijdige erker op twee identieke witstenen gedecoreerde consoles onder een ronde hoektoren uitgewerkt. De erker op de eerste verdieping wordt gedragen door twee identieke witstenen gedecoreerde consoles.  Hierop steunen I-liggers, die langs weerszijden visueel verderlopen in de vorm van gevelbrede witstenen druiplijsten die de overgang tussen de gelijkvloerse en eerste verdieping markeren. Alle zijden worden opengewerkt door rechthoekige gekoppelde vensters onder doorlopende witstenen latei en met witstenen tussenstijlen. Bovenop de erker bestaat de tweede verdieping uit een rond torenvolume dat boven de naastliggende lijstgevels uitsteekt. Op de bouwplannen was hier een klokvormig dak op voorzien. Onderaan is het volume opengewerkt met een driezijdige inpandige erker boven een gedecoreerd aanzetstuk. Hier wordt een centrale vensterdeur afgeschermd door een smeedijzeren balustrade, geflankeerd door twee identieke smalle rechthoekige ramen. Het geheel wordt bovenaan bekroond door een gedecoreerd witstenen gevelvlak met booglijst.

Langs de Hofstraat bevat de gevel drie traveeën met getoogde gevelopeningen, waarbij de nadruk gelegd wordt op de licht risaliterende rechtertravee. Hierbij zijn de bovenverdiepingen gevat of geplaatst tussen twee lisenen op gedecoreerd witstenen aanzetstuk en een bekronend witstenen ornament. De bovenzijde van deze travee wordt bovenaan afgeschuind tussen twee pseudo-kantelen en wordt bekroond door gedecoreerde witstenen dekstenen. Onderaan is de travee opengewerkt met een rechthoekig keldervenster waarboven een venster de gelijkvloerse verdieping verlicht. Op de eerste verdieping zijn twee identieke smalle gekoppelde vensters uitgewerkt boven een verdiepte borstwering en met witstenen tussenstijl. In de topgevel wordt ter hoogte van de tweede verdieping een smal venster geflankeerd door twee smeedijzeren sierankers in de lisenen. De twee linkertraveeën van deze gevel hebben een blinde tweede verdieping met siermetselwerk boven een witstenen waterlijst. Bovenaan wordt de gevel afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst boven getrapt parement, waarboven pseudo-kantelen aangebracht zijn. Deze worden onderbroken door een uitkragend schouwvolume dat bekroond is met een witstenen gedecoreerd ornament. Het schouwvolume is doorgetrokken tot de gelijkvloerse verdieping, waar het verbreedt en de omlijsting vormt van een venster, versierd met witstenen gedecoreerde aanzet- en hoekstukken. Ter hoogte van de eerste verdieping is het schouwvolume versierd met een verticale gedecoreerde witstenen ornament en ter hoogte van de tweede verdieping is een identiek sieranker aangebracht zoals bij de naastliggende lisenen te zien is. In de middentravee van de gevel leiden onderaan twee hardstenen treden naar de bewaarde houten rechthoekige deur met deurroosters. Deze wordt van het getoogde bovenlicht gescheiden door een witstenen latei. Op de eerste verdieping is een smal venster uitgewerkt.

Al het schrijnwerk werd vernieuwd, vormgegeven naar historisch model.

Gezien de ligging van de woning op een hoek, en zoals de progressieve gevelindeling al liet blijken, heeft de ontwerper de woning volgens de bouwplannen een onconventionele enkelhuisindeling meegegeven. De woning wordt betreden via de voordeur langs de Hofstraat, welke uitgeeft op een lange geknikte inkomhal die naar de trap met toilet naast een kleine koer in de hoek van het perceel leidt. Deze gang geeft vanaf de voordeur gezien zowel toegang naar de keuken aan de rechterzijde, als respectievelijk een bureau en eetkamer die met elkaar in verbinding staan. Hierbij geeft de eetkamer toegang tot het voortuintje. Van de bovenliggende verdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar. Er kan van uitgegaan worden dat zich hier het salon en de slaapkamers bevinden. Verder is de woning onderkelderd.

  • Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis Dr. Maurits Gysseling, Vliegende Bladen – Gent, reeks straten, Hofstraat.
  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling IV (Gent), 1915/8.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1913/A/12.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis Villa Albert [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/20403 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.