erfgoedobject

Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Koningin van de Vrede

bouwkundig element
ID
201317
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201317

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Gentse parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Koningin van de Vrede kwam tot stand volgens een bouwaanvraag van 1956 naar ontwerp van architect Gerardus Joseph Van Offeren en is vormgegeven in een regionalistische stijl met romaanse invloeden.

Historiek en context

De kerk is samen met een schoolgebouw centraal gesitueerd in de tuinwijk Eiland Malem op de hoek van de Oud-Strijderslaan met de Luiklaan. De kerk ligt in het perspectief van de Zesseptemberlaan, die een pleinvormige verbreding heeft voor de kerk. Eiland Malem of de toenmalige 'wijk Heldenhulde', zogenaamd ter nagedachtenis van de Gentse slachtoffers van beide wereldoorlogen, werd vanaf 1952 door het stadsbestuur en diverse huisvestingsmaatschappijen uitgebouwd. Zo liet de stad appartementsgebouwen oprichten rond het Heldenplein voor oorlogsslachtoffers en hun gezinnen. Naast deze appartementsgebouwen, omvat de sociale woonwijk uniforme eengezinswoningen met zwarte pannendaken en wit geschilderde gevels, die onderdak bieden aan zo’n tweeduizend bewoners. Om te anticiperen op deze bevolkingsgroei, volstond de in de buurt gelegen Sint-Jan Baptistkerk niet meer en werd besloten tot de bouw van een bijkerk. De eerstesteenlegging vond plaats in 1956 en de kerk werd ingewijd op 31 mei 1957. Twee herinneringsstenen, aangebracht op de hoeken voor het koor, verwijzen naar deze gebeurtenissen. De kerk maakte oorspronkelijk deel uit van de Gentse Sint-Jan-Baptistparochie, maar werd vanaf 1976 een afzonderlijke parochie.

Architectuur

De voorgevel van de kerk is gericht naar het noorden en grenst aan de Oud-Strijderslaan. Het polygonaal uitgebouwde koor is georiënteerd naar het zuiden. Een vierkante, licht conische toren is ingeplant op de noordoostelijke hoek en is bij het kerkgebouw geïntegreerd. De plattegrond van de kerk is kruisvormig, weliswaar voorzien van een weinig uitspringend transept en uitgebreid met nevenruimtes in de zuidoostelijke hoek. De driebeukige kerk heeft een schip van vijf traveeën en zeer smalle zijbeuken. De constructie is een baksteenbouw met constructieve betonelementen in het interieur. Het buitenparement is opgebouwd uit wit geschilderde Scheldesteen in staand verband op een plint van breuksteen van grijze grès. Het metselwerk wordt gecombineerd met blauwe hardsteen als lekdorpels en toegangstreden, en witte kunststenen vensteromlijstingen en sluitstenen. De zadeldaken die de liturgische ruimte overspannen worden ondersteund door houten dakspanten, en zijn gedekt met leipannen en doorbroken met vier kleine dakkapellen. De bakstenen toren, doorbroken met rondbogige galmgaten en smalle spiegaten, is bekroond met een tentdak (leien) en een ijzeren torenkruis.

De voorgevel en zijgevels van het transept manifesteren zich als puntgevels, waarbij de geveltop bekroond wordt met een sober arduinen kruis. Geprofileerde houten kroonlijsten op klossen lijnen de zijgevels af. De zijgevels worden geritmeerd door afgeschuinde steunberen. De puntgevels worden in de punt doorbroken door een rond venster met een geometrische roedeverdeling in kruisvorm, waarbij de kaders en verdeling uitgevoerd zijn in gewapend cement. De transeptgevels worden bijkomend verlicht door een rij van zes aaneengeschakelde rondboogvensters. Rondbogige drielichten verlichten het schip en het koor. De narthex en de toren worden doorbroken door twee kleinere rondboogvensters met een cirkelvormig venster erboven.

Centraal, licht gemarkeerd portaal onder een gedrukte rondboog, afgelijnd door een geprofileerde kunststenen kroonlijst met vermelding van een Christusmonogram in de sluitsteen. De dieper gelegen toegangsdeur is toegankelijk via twee arduinen treden. Het portaal wordt aan weerszijden geflankeerd door een smal spiegat. Links bevindt zich de eenvoudige segmentboogvormige toegangsdeur tot de toren.

Interieur

Sober wit bepleisterd interieur, waarbij het schip en de rondbogen zijn afgewerkt met een betonnen cassetteplafond. De indeling van het interieur verwijst naar een driebeukig schip, door de aanwezigheid van een wandelgang onder gedrukte betonnen rondbogen aan beide zijden van het schip. Open kerkinterieur waarbij het schip een capaciteit heeft van zo’n 440 zitplaatsen. Het hoofdportaal biedt via een open galerij toegang tot het schip, ervan gescheiden door drie rondboogvormige doorgangen tussen betonnen pijlers, en links de toegang tot de toren. In de zuidoostelijke hoek bevindt zich een kleine ruimte met een afzonderlijke toegang, oorspronkelijk bedoeld voor de koorknapen, verbonden met de achterliggende sacristie met aanpalende bergruimte en toegang. Het priesterkoor ten zuiden, met aan de binnenzijde rond afgewerkte koorabsis, wordt in de zuidwestelijke hoek geflankeerd door een toegang tot de kelder onder de sacristie en berging. Pas vanaf 1974 werd hier de verwarmingsinstallatie voorzien. Alle venster zijn ingevuld met niet-figuratief glas in lood, samengesteld uit twee tinten lichtgeel kathedraalglas. Vloer van zwarte en witte marmeren tegels, die het middenpad markeren met een kruispatroon en het koor met een dambordpatroon. De vloer in de secundaire ruimtes is uitgevoerd in cementtegels.

Mobilair. Architect Van Offeren ontwierp het vaste kerkmeubilair, meer bepaald het marmeren hoofdaltaar, de communiebalk en ambo op een plint in marmer Saint-Anne, de eikenhouten credentiekast in de sacristie, de twee eikenhouten biechtstoelen, en de schouwmantel in de sacristie, uitgevoerd in witsteen.
Diverse firma's stonden in voor de uitvoering. De marmer- en natuursteenwerken voor het altaar, de communiebank en de schouwmantel werden gerealiseerd door A. en F. Amant (Gent). M. Vandenhoutte (Anderlecht) stond in voor het tabernakel en het koperen hekwerk van de communiebank en ambo, versierd met gedreven letteropschriften. Het eikenhouten schrijnwerk werd toegewezen aan P. Verswijver (Zingem), meer bepaald het leveren van het massief hout voor het kruisbeeld, en het uitvoeren van de credentiekast, de biechtstoelen, en de dekplaten van ambo en schouwmantel. De kluisdeur in de sacristie werd vervaardigd door de Brusselse firma Lips. Het klok- en uurwerk van de toren was een realisatie van Horacantus (Lokeren). Het in 1963 aangekochte orgel werd omstreeks 1985 vervangen door een Johannusorgel, vervaardigd door de firma J.R. Van de Moer (Aalst).
Het houten kruisbeeld op het hoofdaltaar is ontworpen door Gustaaf Vanden Meersche. Kunstenares Bradi Barth voerde in 1958 de kruisweg uit, bestaande uit houtskooltekeningen.

  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1956/O/4.
  • Stadsarchief Gent, Eredienst, reeks XV, nummer 690-697, 924.
  • Katholieke Universiteit Leuven, Campus Sint-Lucas Gent, opleiding architectuur, 1ste bachelor, onuitgegeven oefening Martijn Jaspers, Tanya Meuws en Niels Elven, 2007-2008.
  • Stad Gent, Dienst Monumentenzorg en Architectuur, Gentse parochiekerken. Analyse en waardebepaling. Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Koningin van de Vrede, onuitgegeven rapport Jo Van Herreweghe, 2014.

Auteurs: Lanclus, Kathleen; Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Sociale woonwijk Malem


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Koningin van de Vrede [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201317 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.