Neoclassicistische zaalkerk van 1849; het koor werd herbouwd in 1953. Het gebouw ligt wat hoger dan het straatniveau en is omringd door het ommuurde kerkhof.

De plattegrond beschrijft een eenbeukige kerk van vier traveeën met ingebouwde westtoren en koor van een rechte travee met halfronde sluiting.

Bakstenen gebouw onder zadeldak (leien), op een hardstenen plint. De voorgevel, de eerste travee en het koor zijn gemarkeerd door mergelstenen pilasters met lijstkapiteel. Gekorniste, mergelstenen kroonlijst. De voorgevel is bekroond met een driehoekig fronton. Getoogd portaal in een geprofileerde, rechthoekige, hardstenen omlijsting met druiplijst; erboven een oculus in een hardstenen omlijsting. Toren onder ingesnoerde naaldspits, van drie geledingen; de onderste geleding is afgewerkt met mergelstenen hoekbanden; de tweede geleding heeft in elke zijde een rondboogvormig, bakstenen galmgat. Eenvoudige, bakstenen rondboogvensters in zijgevels en koor.

Bepeisterd interieur. Overdekking door middel van een houten tongewelf. Halfronde koepel boven het koor. Gekornist entablement, gedragen door licht uitspringende pilasters met lijstkapiteel.

Mobilair: beeld van Sint-Anna, gepolychromeerd hout; beeld van Sint-Jozef met Kind, gepolychromeerd hout (begin 18de eeuw); beeld van Sint-Donatus, gepolychromeerd hout (eerste helft 19de eeuw); beeld van Sint-Michael, gepolychromeerd hout (19de eeuw); calvariekruis, geschilderd hout (19de eeuw). Biechtstoel, eik, neoclassicistisch (midden 19de eeuw). Doopvont met geschilderd houten voetstuk en messing kuip (midden 19de eeuw). Neogotische kerkbanken (tweede helft 19de eeuw).