erfgoedobject

Architectenwoning Jean Van den Bogaerde

bouwkundig element
ID
201062
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201062

Juridische gevolgen

Beschrijving

Architect Jean Van den Bogaerde bouwde zijn villa aan de zuidoostzijde van een wigvormig terrein, aan een splitsing van de straat. De band van het huis met de omgeving vond Van den Bogaerde zeer belangrijk. Hij legde dan ook rond het huis, dat met de voorgevel gericht is naar de tuin en op het noordwesten, een tuin aan die in harmonie staat met de architectuur en deze volledig tot haar recht laat komen. Dank zij het gebruik van de houten skeletbouw en het flexibele en doordachte grondplan kon de bouw op een minimum van tijd gerealiseerd worden. De bouwaanvraag werd vergund in maart 1966, de werken vatten aan in juni 1966 en waren voltooid in december 1966.

In 1965 begon de architect intensief te ontwerpen aan de eigen woning. De gedetailleerde plans zijn bewaard in de verzameling Architecture Archive van het Sint-Lucasarchief. Zoals vele tijdgenoten vond Van den Bogaerde inspiratie bij de internationale avant-garde, meer bepaald bij Le Corbusier (pilotis, open plan, skeletbouw, gebogen gewelven, buitentrap), Mies van der Rohe (materiaalgebruik, skeletbouw, open ruimte, licht), en Frank Lloyd Wright (horizontalisme, overkragingen) en de voorbeelden van het Case Study House Program in California. Een verwantschap met Japanse architectuur uit zich in het belang van de integratie in de omgeving, de houtbouw, de open planinrichting, de schuifdeuren, de overstekken.

Hij ontwierp een woning met een open plan, een eenvoudige rechthoekige plattegrond met symmetrische indeling en een grote flexibiliteit in het gebruik van de ruimten door het gebruik van verplaatsbare of beweegbare panelen. In de weloverwogen ruimtelijke organisatie worden de verschillende utilitaire functies samengebracht in een centrale 'natte kern'. Door de gebruikte constructiemethode bekwam hij een compacte functionele woning met toch grote aandacht voor lucht en licht. Het gebouw werd tevens functioneel opgesplitst in twee bouwlagen met een kantoor op de benedenverdieping en een ruimer, overkragend woongedeelte op de bovenverdieping. De dragende zuilen van het skelet geven hier de aanblik van pilotis. De circulatie loopt zowel extern langs de lange zijden als via de gesloten kern binnen. Onder de overkragende bovenverdieping is ook plaats voorzien voor een carport, een nieuw gegeven in die tijd.

De opbouw werd gerealiseerd door middel van geprefabriceerde houten bouwelementen. Een skeletbouw met zeven gelijmde gelamelleerde houten spanten werd geleverd door het houtbedrijf Jumatt uit Vichte. Door het gebruik van de geprefabriceerde skeletbouw en beweegbare panelen en schuifdeuren kon de open plattegrond met vloeiende overgang van de ruimten optimaal gerealiseerd worden. Een typerend onderdeel was de gesloten betonnen kern die op de gelijkvloerse verdieping de scheiding vormt van het tekenkantoor en het bureau van de architect en in de woning het gedeelte van de ouders en van de kinderen. De geprefabriceerde constructiemethode is ook volledig zichtbaar gehouden en wordt zelfs geaccentueerd in een geraffineerd plastisch lijnenspel van de overstekende balken en kolommen van het skelet, die de architectuur een sterk ritmerend en decoratief accent verleent. Een uiterst elegante oplossing wordt gegeven aan de bedaking door een originele gebogen dakstructuur met houten schaaldaken. De schaaldaken van multiplex met een afmeting van 10 meter op 3,66 meter werden eveneens geleverd door het bedrijf Jumatt. De opeenvolging van de geprefabriceerde houten schaaldaken, enkel onderbroken door het platte dak van de 'natte kern', refereert aan een arcade, en gaf trouwens mede het huis de naam Arca. De oorspronkelijke bekleding met roofing van het koude dak werd later aangepast met een isolatielaag en PVC. De waterafvoer gebeurt aan de achtergevel via de zeven balken die dienst doen als waterspuwers en het water storten in ronde keienbakken in de grond.

Ook de functionele opsplitsing van kantoor en woongedeelte wordt uitwendig vertaald in twee duidelijk gescheiden horizontale registers. Het werkgedeelte op de begane grond heeft een grote transparantie door volledig beglaasde wanden tussen twee betonnen zijgevels; door de overkraging van de bovenverdieping wordt direct zonlicht in het tekenatelier geweerd. In de boven gelegen woonverdieping wordt het skelet opgevuld met raampanelen en met wanden van geperste grijze golfplaten. De volledige bovenruimte wordt bovendien verlicht door bovenlichten onder de schaaldaken. De hoge ramen van de slaapkamers aan de zijkanten van het huis kunnen worden afgesloten worden door houten schuifluiken in de vorm van persiennes. Voor het schrijnwerk werd gebruik gemaakt van azelia.

Interieur

De benedenverdieping bevat in de centrale kern de kleine inkom met een trap naar boven, een keldertrap en een toilet. In de kelder is onder andere de centrale verwarmingsinstallatie ondergebracht. Rechts van de entree was het tekenatelier ingericht. In het tekenatelier werkten voornamelijk stagiairs die de ontwerpen en schetsen van Van den Bogaerde uittekenden. Gedurende een aantal jaren deelde hij ook een vennootschap met architect Ro Berteloot. Links bevond zich het kantoor van de architect met aansluitend, in de betonnen kern, een archiefruimte. Beide werkruimten worden aan de korte zijden begrensd door blinde betonnen gevels die zwartgeschilderd zijn. De vloer op de benedenverdieping is bekleed met een donker eiken kops parket. Het plafond is van plankenhout en loopt door aan de buitenkant onder de overstekende bovenverdieping.

In het woongedeelte op de bovenverdieping bevonden zich aan weerszij van de betonnen kern de ruimte van de ouders en van de kinderen, elk met leefruimte en met slaapkamers op de uiteinden van het gebouw. In de natte cel staat centraal de trap, verlicht door ronde lichtopeningen in het platte dak, de keuken aan de voorkant en de badkamer aan de achterzijde. Ook in de keuken zijn ronde lichtopeningen in het plafond. Schuifdeuren kunnen deze ruimten afsluiten van de belendende kamers. De woon- en slaapruimten zijn voorzien van Junkers-parket van beukenhout en worden afgedekt door de houten schaaldaken van multiplex. De wanden worden geritmeerd door de steunbalken van de skeletbouw, de gesloten delen zijn voorzien van houten kastjes en onderaan staan de radiatoren van de centrale verwarming. Ook hier is aandacht voor een lineair decoratief effect. Het kleurgebruik is beperkt tot het materiaaleigen kleur en wit. Japanse schuifdeuren scheiden de leefruimte van de slaapkamer van de ouders. In de "kinderliving" vormt een witte kastenwand de scheiding met de slaapkamers. De kinderliving is een belangrijk gegeven in het ontwerp van Van den Bogaerde en geeft uiting aan een specifieke levensvisie en de veranderde en vernieuwde leefgewoonten van die tijd.

  • BEKAERT G., STRAUVEN F. 1971: Bouwen in België 1945-1970, Brussel.
  • BEKAERT G., BRAEM R., VAGO P. 1989: Jean Van den Bogaerde, architectuur 1955-1989, Gent.
  • BEKAERT G. 1996: Hedendaagse architectuur in België, Tielt, 140-141.
  • DELATTE E. 1968: Habitation à Latem St.-Martin, La Maison, 24, 5, 224-225.
  • DUBOIS M. 1988: Gentse architectuur van deze eeuw: een overzicht, Architectuur als buur, Gent.
  • DUBOIS M. 2003: Van den Bogaerde, Jean in: VAN LOO, A. (red.), Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 550-551.
  • PUTTEMANS P. 1975: Moderne bouwkunst in België, Brussel.
  • REYNTJENS A. 1999-2000: Jean Van den Bogaerde, leven & werk, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent.
  • VAN DE PERRE D. 2003: Op de grens van twee werelden, Beeld van het architectuuronderwijs aan het Sint-Lucasinstituut te Gent in de periode 1919-1965/1974, Gent, 89.
  • ZUALLAERT G. 1976: Een studie van het interieur van de eigen woning van architect Jan van den Bogaerde, onuitgegeven verhandeling, Sint-Lucas Brussel.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002322, Architectenwoningen in Oost-Vlaanderen.
Auteurs: Lanclus, Kathleen; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Jean Van den Bogaerde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201062 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.