erfgoedobject

Brouwerij Vanden Bussche

bouwkundig element
ID
200648
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200648

Juridische gevolgen

Beschrijving

Voormalige brouwerijsite Vanden Bussche, bestaande uit een eclectische brouwerswoning met achtergelegen brouwerij, bureel en kapel, voornamelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw, met aanvullende brouwerijuitbreiding en landschapstuin uit het interbellum.

Historiek

De brouwerijsite is gelegen op een prominente plaats binnen de dorpskern, ten zuidwesten van de kerk en behoort sinds twee eeuwen toe aan de brouwersfamilie Vanden Bussche, die doorheen de tweede helft van de 19de en de 20ste eeuw verscheidene Ardooise burgemeesters en schepenen levert.

In 1813 huwt Isabelle Theresia Vanden Bussche met Germanus Ignatius de la Rue, brouwer en eigenaar van de brouwerij "De Hoop", gelegen op deze plaats. Na diens vroegtijdig overlijden wordt de brouwerij door de minderjarige broers de la Rue verhuurd aan Louis Vanden Bussche en in 1826 aan hem verkocht. (Het kadaster registreert pas een verkoop in 1853, aan Victor Vanden Bussche).

De oorspronkelijke brouwerswoning bestond uit een laatclassicistisch dubbelhuis met eenvoudige bepleisterde lijstgevel, van twee bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak (zie oude iconografie). Links daarvan stond een kleiner huis van twee traveeën, waarlangs de inrijpoort van de brouwerij was gesitueerd; de bijgebouwen strekten zich uit ten noorden, op de plaats van huidige nummers 13-17. Achter de huizen bevond zich de binnenplaats van de brouwerij. De eigenlijke brouwerij bevond zich in een parallel volume ten westen.

In 1853 wordt het bedrijf voortgezet door Victor Vanden Bussche. Rond 1856 registreert het kadaster een vergroting van de brouwerij en een westelijke aanbouw aan het woonhuis die verbinding maakt met de brouwerij. In 1864 wordt volgens kadaster het brouwerijgebouw opnieuw uitgebreid, in 1867 volgt de bouw van een nieuw magazijn aan het huidige Polenplein (ter hoogte van nummers 1-3). In 1871 wordt een nieuwe vleugel opgetrokken (huidig brouwerijgebouw Marktplein nummer 7), bij kadaster omschreven als magazijn, op de plaats van een oude tweewoonst die wordt gesloopt. De nieuwe vleugel wordt door een kleine uitbreiding verbonden met het woonhuis. Rond 1880 wordt in de tuin een broeikas opgericht. In 1881 registreert het kadaster een westelijke aanbouw aan het brouwerijgebouw uit 1871 (de mouttoren), en de plaatsing van een stoommachine. In 1883 wordt volgens kadaster de kapel opgetrokken (zie Onze-Lieve-Vrouwstraat). Rond 1885 wordt de brouwerijvleugel aan de westzijde vergroot tot huidig volume.

In 1887 wordt het bedrijf voortgezet door Cyrille Vanden Bussche. Deze laat in de periode 1887-1889 het bestaande huis verbouwen en verfraaien volgens de vigerende stijlen, mogelijk met medewerking van architect C. Spriet uit Izegem: er worden nieuwe gevels opgetrokken en het zadeldak tot mansardedak omgebouwd. De indeling van het gebouw blijft behouden maar de interieuraankleding wordt vernieuwd.

In 1899 registreert het kadaster een zuidelijke vergroting van de huidige brouwerijvleugel, waarvoor enkele kleine huisjes worden afgebroken.

Het kadaster registreert een vergroting van het woonhuis in 1903, waarbij de zuidelijke zijgevel haar huidige uitzicht verkrijgt en waarbij vermoedelijk de uitbouw van de nieuwe eetkamer met zicht op de huidige binnenkoer wordt gerealiseerd. Deze eetkamer wordt ingericht in een vooruitstrevende art-nouveaustijl (volgens sommige bronnen pas te situeren in 1910).

In 1930 wordt het bedrijf voortgezet door Joseph Vanden Bussche. Deze laat in 1934-1935 het huis en de brouwerij opnieuw vergroten en verbeteren. Ten zuiden van de mouterij worden nieuwe brouwerijgebouwen opgetrokken, onder meer met fabrieksschouw. De oude brouwerij achter het huis wordt afgebroken en het terrein omgevormd tot tuin. Ten zuiden van het huis is een nieuwe brouwerijkoer met toegang ontstaan. Nog in 1934 wordt een stuk van het noordelijke magazijn afgebroken en herbouwd als woonhuizen. In de neorenaissancekamer wordt een tweede bureau ingericht. Ook de achtergevel van de woning is in de jaren 1930 aangepast: door uitbreiding van de bestaande kamer en aanbrengen van een uitsprong met erker ontstaat een "nieuwe plaats", met zicht op de tuin. Deze aanpassingen worden pas geregistreerd bij kadaster in 1949. Na de Tweede Wereldoorlog worden de oude brouwerijgebouwen op het Marktplein omgebouwd tot nieuwe woonhuizen (nummers 13-17), zie registratie bij kadaster in 1951-1953. In 1958 wordt de brouwerij iets vergroot.

In 1971 wordt het bedrijf voortgezet door Ghislain Vanden Bussche. In 1974 wordt de oude broeikas afgebroken. In de brouwerij werd bier met lage gisting gebrouwen, alsook Ardos, bier van hoge gisting. Het bedrijf had in de jaren 1960-1970 nog een vijftiental arbeiders in dienst. De brouwerij blijft in bedrijf tot 1976, het bedrijf blijft nog voortbestaan als drankenhandel tot 2000. In 1997 wordt het brouwerijgedeelte uit het interbellum verkocht en omgevormd tot drukkerij en computerbedrijf. Recent zijn deze gebouwen verkocht met het oog op een herbestemming als woonfunctie (zie Onze-Lieve-Vrouwstraat). De mouterij en ast zijn in 2003 gerestaureerd en worden herbestemd als atelier en tentoonstellingsruimte van kunstenaar Johan Lievens.

Beschrijving

Aan straatzijde de brouwerswoning, een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak in zwarte pannen en natuurleien (nok parallel met straat, vier houten dakvensters onder driehoekig fronton). Straatgevel in gele geglazuurde baksteenbouw, met toepassing van arduin voor de plint, speklagen, sluitstenen, voordeuromlijsting, enzomeer. Houten kroonlijst op gecanneleerde modillons, waartussen keramische tegelfriezen. IJzeren sierankers. Rechthoekige muuropeningen met ijzeren lateien met platgedrukte rozetten, onder getoogde ontlastingsboogjes met boogvelden in gekleurde keramiektegels. Bewaard schrijnwerk, op begane grond met schuiframen, op verdieping met T-ramen. In de twee linkertraveeën lage keldervensters met diefijzers. Vooruitspringend middenrisaliet met drie arduinen treden tot de centrale voordeur met fraai gesculpteerde deur met beglazing en bovenlicht met smeedijzeren hekwerk, gedateerd "1889" en geflankeerd door voetschrapers, waarboven een vijfzijdige houten erker met rondbogige bovenlichten in gele beglazing, oplopend in een dakvenster onder puntgevel, onder meer met tandfries en rondbogig zoldervenster.

Dit centrale woonhuis wordt aan weerszijden geflankeerd door aanbouwen, aan de zuidzijde de aanbouw van keuken en achterkeuken, aan de noordzijde het enkelhuis dat als bureel diende. Gebouwen van twee bouwlagen in rode baksteenbouw met gecementeerde speklagen en dubbel overhoeks tandfries, sierankers, identieke muuropeningen als hoofdvolume, onder meer met drieledige vensters waarboven arduinen balkon met smeedijzeren balustrade en vensterdeur met kleine roedeverdeling. Aan de noordzijde (nummer 11) bestaande uit een enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, op de zijgevel eindigend in een trapgevel. De zuidgevel (nummer 9) gevormd door hoofdgebouw en aanbouw gekenmerkt door een erkeruitbouw oplopend in tuitgevel, een huistorentje oplopend in achtzijdige bovenbouw met baksteenfries en achtzijdige leien spits met ijzeren topbekroning, een trapgevel en een aanbouw onder platte bedaking. De boogvelden worden soberder opgevuld met baksteen in visgraatmotief. Trap- en topgevels met arduinen dekstenen.

Achtergevel gecementeerd met voegwerkimitatie en deels begroeid met wingerd. Centraal oplopend middenrisaliet/trappenhuis met trapgeveltje. Op de linkertraveeën de later toegevoegde (1934-1935) loggia.

Interieur. Zeer gaaf bewaard interieur dat zowel de oorspronkelijke structuur als de verfijnde aankleding van rond de eeuwwisseling 19de-20ste eeuw heeft behouden. De kamers zijn ingericht in neostijlen, voornamelijk neoclassicisme. Hal, bureau en voorkamer onder meer voorzien van lambriseringen en bekleed met gemaroufleerde doeken, in de hal met voorstelling van attributen die verwijzen naar beroepen en activiteiten, in de voorkamer met landelijke taferelen (thans afgenomen). Tegeltapijt in de hal, parketvloeren in de salons. Fraai uitgewerkte deuren in houtimitatie, met supraporta's met Lodewijk XVI-ornamentiek.

De eetkamer dateert uit het begin van de 20ste eeuw en is ingericht in art-nouveaustijl, met meubilair van het atelier Cambier-De Clercq uit Ath. Onder meer wanden in lambrisering met beschilderde panelen met tegellijst in bloemmotieven; dubbele deur met glas-in-loodinvulling met jugendstilmotieven. Fraaie supraporta's met afbeeldingen kat en vos. Cassettenplafond, onder meer met ingewerkte lichtpunten.

Bureau in neo-Vlaamserenaissance, met hoge houten lambriseringen, houten schouw met getorste zuiltjes. De woonplaats is uitgebreid en aangekleed in 1934-1935. Trap in houtimitatieschildering, traplichten in glas in lood (pauw, zonsondergang). Verdieping met plankenvloeren, wanden met imitatietegeltableaus, kamers met zwartmarmeren schouwtjes, schouwboezem met stucwerk in Lodewijk XVI-stijl.

Laat 19de-eeuwse brouwerij- en mouterijvleugel bestaande uit een roodbakstenen volume onder twee opeenvolgende zadeldaken in zwarte en rode Vlaamse pannen. Koergevel van zeven traveeën, met overhoeks tandfries. Getoogde muuropeningen in baksteenomlijsting, deels gedicht en voorzien van houten verluchtingsroosters, in de uiterste traveeën vervangen door poortinritten onder betonnen en ijzeren latei. Centraal oplopend laadluik onder haaks zadeldakje met bebording en hijssysteem. Op de noordwestelijke hoek daarvan de ingebouwde mouttoren op vierkant grondvlak, onder tentdak in mechanische pannen, bekroond met een verluchtingsschouw.

Interieur omvat een half ondergrondse bierkelder (onder meer met troggewelven met ijzeren I-profielen, tegelvloeren en witgekalkte muren), waarboven de kiemvloeren (idem, met ijzeren zuilen). De graanzolder is in 2003 gesupprimeerd, na doorbreking van de moerbalken voor inrichting van de tentoonstellingsruimte. Mouttoren met twee eestvloeren (ijzeren roosters en mechanisch roersysteem), bewaarde oven van het merk "Perret", met opslagruimte voor cokes en as.

Ten zuiden daarvan de nieuwere brouwerijgebouwen uit het interbellum, opgebouwd in lichtrode baksteen met betonskelet, onder opeenvolgende pannen zadeldaken en met fabrieksschouw (zie Onze-Lieve-Vrouwstraat). Aan de zuidzijde van de woning ligt de rechthoekige geasfalteerde binnenkoer, gelegen voor de brouwerijgebouwen aan de zijde van het Marktplein en toegankelijk via ijzeren hek.

Achter de woning en de brouwerijvleugel ligt de parktuin, aangelegd circa 1930, uitgevend op de Onze-Lieve-Vrouwstraat en aan deze zijde afgesloten door een bakstenen muur, geleed door muurdammen. De tuin is ontworpen in functie van de brouwerswoning, zie zichtas vanuit de voornaamste leefkamer in de woning. Parktuin met licht gemodelleerd reliëf, kleine ronde vijverpartij en bomengordel met onder meer tamme kastanje, beuk, es, treures, enkele fruitbomen en verdwenen zilverlinde, onderbegroeiing met hulst, hazelaar, meidoorn, rododendron, hortensia, broodboom, laurierkers en later ingepaste siertuin met onder meer zuilvormige taxus en Japanse vingeresdoorn, bruidsbloem en ranonkelstruik.

Voorheen met centrale druivenserre en moestuin, vernieuwd terras in breuksteen, begroeide pergola met gerecupereerde zuilen uit de brouwerij.

Privékapel gelegen achterin de tuin en toegankelijk vanaf de Onze-Lieve-Vrouwstraat, rond 1880 opgetrokken in neogotische stijl.

  • Archief Ruimte en Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, archiefnummer W/001570, W/001640.
  • Archief Ruimte en Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, Fotoarchief.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1862/17, 1868/2, 1871/3, 1879/22, 1881/1, 1881/2, 1883/4, 1885/6, 1899/2, 1907/6, 1934/2, 1935/4, 1949/4, 1951/4, 1953/8.
  • CORNILLY J., Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel I: Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt. Brugge, 2001, p. 32.
  • DECEUNINCK M., Studie van een negentiende eeuws woonhuis, Gent, onuitgegeven verhandeling RUG, 1994-1995.
  • DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 74-81.

Bron: SANTY P. & BOONE B., met medewerking van CALLAERT G. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ardooie, deelgemeente Koolskamp, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL44, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter; Boone, Benjamin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Kapel Vanden Bussche

  • Is deel van
    Marktplein

  • Is deel van
    Onze-Lieve-Vrouwstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij Vanden Bussche [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200648 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.