Verblijf van de kanunnik, opgetrokken aan de straatkant in het eerste kwart van de 19de eeuw, heden pastorie. Ingeplant haaks op het voormalige gildehuis van de Sint-Antoniusgilde, vormt het de westelijke begrenzing van de voortuin. Enkelhuis van twee bouwlagen met voorgevel van vijf traveeën en linker zijgevel (straatzijde) van twee traveeën, onder vooraan afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Bepleisterde lijstgevel met imitatiebanden onder de puilijst. Hoge rechthoekige muuropeningen, bovenvensters in geriemde omlijstingen en met omlopend cordon. Blinde benedenvensters aan de straatzijde. Onversierd breed hoofdgestel.

Mobilair: salon met verguld stucplafond en schouw in empirestijl; spreekplaats waarvan zoldering voorzien van veelkleurige beschildering (midden 19de eeuw ?) met wapenschilden.