erfgoedobject

Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand met kerkhof

bouwkundig element
ID
1699
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1699

Juridische gevolgen

Beschrijving

Gelegen op een lichte verhevenheid nabij de splitsing met de Oude Baan en omgeven door een ommuurd en omhaagd kerkhof.

Historiek

Het eerste bedehuis van Walem, waarschijnlijk een dochterkerk van Mechelen, werd volgens archivalia ingewijd op 20/8/1203 door Jean de Béthune, bisschop van Kamerijk. Enkele historici menen dat de huidige toren ondanks veelvuldige aanpassingen tot deze periode opklimt, doch anderen situeren hem in de 14de eeuw. Herhaaldelijk geteisterd: onder meer in brand gestoken en deels vernield door Maarten Van Rossem in 1542; opnieuw ingewijd in 1546; in 1576 nogmaals in brand gestoken door de Spaanse troepen en nagenoeg volledig vernield door de geuzen in 1580.

Algemeen herstel in 1617-1618: de omaanse kerk, die volgens de opgravingen van 1956 oorspronkelijk bestond uit drie beuken (naderhand teruggebracht tot één brede beuk) werd uitgebreid met zijbeuken; volgens T. Coremans zou de vergroting reeds in de 14de of de 15de eeuw hebben plaatsgevonden; hij beroept zich onder meer op het toenmalige verschil in de vensters van de zuid- en de noordzijde. In 1780 herstellingswerken aan de toren; het koor werd pas in 1833 gereconstrueerd in baksteen (zie oude foto's) en was lager dan het huidige. In 1869 verlenging noordtransept naar ontwerp van de provinciale architect J. Schadde, zie verschil in materiaal.

Volledige vernieuwing in neogotische stijl onder pastoor F. Bruynkens (1903-1923) naar ontwerp van Ph. Van Boxmeer, naderhand overgenomen door E. Careels (1905): de kerk werd afgebroken in 1911, enkel toren, koor en transept bleven overeind; inwijding in 1912. Na de zware oorlogsschade van de Eerste Wereldoorlog hersteld in 1921.

In 1952 uitgebrand door blikseminslag, waarbij het oorspronkelijke mobilair volledig verloren ging. Gezien het toenmalige vooroordeel tegen neogotiek en de omvang van de schade werd door de K.C.M.L. geopteerd voor "een herstel dat een gevoelige verbetering, gebaseerd op vereenvoudiging" zou tot stand brengen. Heropbouw (met uitzondering van de toren die behouden bleef) naar ontwerp van J. Willems in de periode 1956-1957. In deze periode werden ook de torenmuren versterkt.

Beschrijving

Georiënteerde neogotische kerk van 1956-1957 met bewaarde gotische toren, opklimmend tot de 13de-14de eeuw. De plattegrond vertoont een driebeukige kruiskerk met schip van vier traveeën, een ingebouwde westtoren, zijbeuken van drie traveeën, onregelmatig uitspringend transept (zie verlenging noordtransept in 1869) met vlakke sluiting en een koor van twee traveeën met vijfzijdige sluiting; weekkapel in het noordelijk oksel van koor en transept, ten zuiden sacristie, laatstgenoemde met rond torentje. Driezijdig uitgebouwde doopkapel aan de noordelijke zijbeuk. Opgetrokken uit zandsteen en natuursteen, onder leien zadeldaken, schilddaken voor de zijbeuken; oorspronkelijk één groot en bovendien hoger zadeldak (zie oude foto's en aflijning in oostgevel toren).

Vierkante westertoren van drie geledingen onder ingesnoerd tentdak. Westgevel gemarkeerd door gotisch spitsboogportaal met rondstaafprofielen en colonnetten met bladwerkkapiteeltjes; bekronende druiplijst met zigzagmotief; spitsboognisje met Onze-Lieve-Vrouwebeeld in boogveld; vernieuwde eiken korfboogdeur; bekronend spitsboogvenster met vernieuwde tracering. Hogerop en aan vier zijden: blinde driepastraceringen onder druiplijst en aansluitende gerestaureerde galmgaten, ingeschreven in spaarveld met schouderbogige aflijning (mogelijk als resultaat van de herstellingswerken van 1780). Bijkomende drielobtracering in driehoek aan westzijde.

Zijbeuk- en koorgevels geritmeerd door versneden steunberen waartussen eenvoudige spitsboogvensters. Kapel met gelijkaardig uitzicht.

Interieur

Toren met vernieuwd (1956-1957) kruisribgewelf in portaal. Beuken gescheiden door spitsboogarcade op rechthoekige pijlers. Kruisribgewelven met gewelfvlakken van baksteen en natuurstenen ribben.

Mobilair van circa 1957, zie preekstoel met jaartal 1957.

Kerkhofmuur van natuursteen op arduinen sokkel, geritmeerd door pijlers, volgens oude foto's van omstreeks de eeuwwisseling, doch naderhand verlaagd.

  • Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Bestuur voor Monumenten en Landschappen, Provinciale Directie Antwerpen, dossier Onze-Lieve-Vrouwekerk Walem.
  • Provinciaal Archief Antwerpen, Kerken, Walem, Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand, dossier 6.
  • COREMANS T., Bijdrage tot de geschiedenis van Waelhem, Mechelen, [1912], 187 e.v.
  • GOETSTOUWERS A., Geschiedenis der Vrijheid Walem, Sint-Katelijne-Waver - Mechelen, 1979, 163-175.
  • JANSEN J., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Antwerpen. Kanton Mechelen, Brussel-Antwerpen, 1977, 78-80.
  • VAN CASTER G., Waelhem, in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, II, 1891, 231-248.
  • VERMOORTEL F., Mechelen. Kroniek van een stad. 1830-1952, Brugge, 1990, 158-159.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Kerkhof

Ommuurd en vergroend kerkhof met een collectie graftekens uit de 19de en 20ste eeuw.

Historiek

Het ommuurde en beboomde kerkhof van Walem staat aangeduid op de laat-18de-eeuwse Ferrariskaart. De perceelsgrenzen zijn vandaag nog steeds herkenbaar als het oude kerkhof. In de late 20ste of vroege 21ste eeuw werd het kerkhof uitgebreid.

Beschrijving

Ommuurd, vergroend en deels geruimd kerkhof. De omheiningsmuur langs de Koning Albertstraat evenals de toegang tot het kerkhof ten zuidwesten is opgetrokken uit een combinatie van natuursteen en hardsteen voor de plint, tussenstukken van de pijlers, de dekstenen en een verjongend kopstuk. Langsheen de Kerkhofstraat staat een bakstenen muur, geritmeerd met pijlers.

Tegen de westgevel werd een moderne houten calvarie aangebracht. Het werk getiteld ‘Goede Vrijdag’ is van de hand van Bert Auwera en dateert uit 1986. De calvarie sluit aan bij een eeuwenoude traditie om calvaries op kerkhoven aan te brengen en zo de anonieme doden te herdenken.

Langs de paden bleven voornamelijk hardstenen graftekens bewaard. Ze geven een mooi beeld van het geheel aan grafvormen dat sinds het eerste kwart van de 19de eeuw en de volledige 20ste eeuw geproduceerd werd (kruisen of stèles met graftuinen, al dan niet verhoogde zerken met kruisvormige stèles, vlakke zerken, zerken met stèles) evenals de gangbare stijlen zoals neoclassicisme, eclecticisme, neogotiek, art deco en modernisme. De overgang in de jaren 1960-1980 van hardsteen naar marmer en graniet is er zichtbaar (bijvoorbeeld Van Nut +1977, Schroeven +1977). Verschillende graftekens zijn voorzien van metalen en porseleinen applicaties zoals Christusbeelden, Christushoofden en porseleinfoto’s en tekstplaten in marbriet. Opmerkelijk is het grote aandeel van kwalitatieve grafsculptuur uit het interbellum en naoorlogse periode (bijvoorbeeld Schelkens-Glory, Brunau +1935, Rombauts +1936, Van Hoof +1944, Carpentier +1957, Vinck +1962).

Tegen het koor staat het grafteken voor de familie Scheppers uit 1851 bestaande uit drie hardstenen grafplaten met een witmarmeren wapenschild, portretmedaillon en een kelk in een stralenkrans. Het geheel is bekroond met een kruis. 

Ten zuiden van de kerk staat een anoniem grafteken (tekstplaat gebroken) in eclectische stijl. Het grafteken bestaat uit een zerk met stèle en een metalen omheining aan grafpaaltjes. De stèle heeft twee zuiltjes en het gedecoreerde kopstuk is versierd met akroteria, knopmotieven en een witmarmeren gestrikte immortellenkrans.

Tegen de westgevel van de kerk staat het neoclassicistische grafteken Mertens uit 1820. De plint is versierd met een nis met daarin een schedel, gekruiste dijbeenderen en de tekst R.I.P. Op de plint staat het lichaam met de verdiept geplaatste witmarmeren tekstplaat met het grafschrift en twee omgekeerde toortsen. Het kopstuk met halfrond middenstuk is versierd met akroteria en in het boogveld staat de afbeelding van een anker, een kruis en een hart. Het eclectische hardstenen grafteken Willaert tegen de zuidelijke kerkgevel bestaat uit een hoge stèle met akroteria en het wapenschild van de familie in wit marmer. De stèle wordt voorafgegaan door een naar onder toe verjongende sokkel waarop een Christusbeeld staat. De hardstenen neoclassicistische stèle voor de familie Coppens uit 1896 bestaat uit een plint, voetstuk, predellavormig tussenstuk, een lichaam dat aan beide zijden gedecoreerd is met architecturale elementen en centraal een verdiepte witmarmeren rondbogige tekstplaat draagt met het wapenschild. Het geheel wordt afgetopt met een driehoekig kopstuk. In het timpaan hangt een gestrikte immortellenkrans aan een knop.

Het 19de-eeuwse familiegraf Scheppens telt meerdere kruisen in een met een metalen omheining omzoomde graftuin. Van de gietijzeren omheining met getorste zuilen en bekroond met kruisen en gesluierde urnen, bleven restanten bewaard. Bij de omheining hoort een gelijkaardig poortje. 

Het neogotische grafteken voor de priester Constantinus Bogarts bestaat uit een sarcofaagvormige zerk met stèle. De schuine bovenafwerking van de sarcofaag vormt een kruis. Op de sarcofaag staan eveneens een albe, een kelk en R.I.P. afgebeeld. De stèle heeft een uitgesproken neogotische vormgeving bestaande uit een plint en voetstuk met druiplijsten, een lichaam met flankerende zuilen waaruit in hoogreliëf de graftekst is gebeiteld en een spits toelopend topstuk met hogels, een drielob met het IHS-monogram en een bekronend kruis.

Het grafteken Schelkens-Glory in art-decostijl is een ontwerp van J. Heremans. Het grafteken bestaat uit een getrapte dekplaat, een sarcofaag en een rijk gedecoreerde stèle met engelen die een trompet en een schedel (links) en een wierrookvat en een uil (rechts) bij hebben en friezen met planten. Centraal op de stèle staat een piëta afgebeeld.

Het perceel voor de zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid wordt gevormd door een hardstenen kruis op een naar boven toe verjongende sokkel omgeven door identieke modernistische granieten zerken.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Oorlogsgedenkteken

Monument ter nagedachtenis aan de gesneuvelden, tegen de omheining van het kerkhof, bestaande uit een kalkzandstenen reliëf van stervende soldaat en inscriptie "1914-1918 GEMEENTE WAELHEM AAN HARE HELDEN". Eveneens een gedenkplaat tegen de binnenkant van de kerkhofmuur.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1699 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.