Dit stadskasteeltje werd - in tegenstelling tot de inventaristekst - gebouwd in 1910-1911 in opdracht van landmeter Pieter Amand Vande Velde en zijn vrouw, Marie Rouzée. De naam van de architect is momenteel nog niet bekend.
De villa vormt een representatief voorbeeld van laat-eclectische architectuur met sterk (neo)classicistische en ietwat neorenaissancistische inslag. In de verzorgde tuin bevinden zich een bakstenen tuinhuis en dito garage, de originele serre van ijzer en glas, alsook een origineel houten lustprieel (ook ‘kiosk’ genoemd). De tuin is langs de straatzijde afgesloten met stijlvol smeedijzeren hekwerk op lage muren; een vleugelpoort van hetzelfde metaal geeft toegang tot de tuin én het landhuis.
Het interieur is in dezelfde neostijlen aangekleed, onder meer zichtbaar in de marmeren schouwen, met uitzondering van de lieflijke ‘biljartzaal’, die onder meer in de originele wandschilderingen (met uitbeelding van de vier jaargetijden) de overgang van art nouveau naar art deco illustreert.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002204, Twee stadskasteeltjes (S.N. 2002).