Woonhuis in landelijke art-nouveaustijl uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met lijstgevel van vijf + één travee en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). Lage arduinen plint; parement van witte machinesteen met banden van gele baksteen. Rechthoekige deur en vensters, met boven de natuurstenen latei en bekronend boogveld (segment- of rondbogig) opgevuld met geglazuurde tegels met art-nouveaumotieven. Analoge panelen op de borstwering van de bovenverdieping. Sierlijk smeedijzeren balkon op de middentravee. Rechter travee met jongere driezijdige erker. Gevel beëindigd op gelede architraaf, fries met casementen en kroonlijst op consoles. Licht vooruitspringende linker travee uit de jaren 1930, afgedekt door een mansardedak (nok loodrecht op de straat).