Startte als hoeve en handel in granen en bitterpeeën. In 1875 omgevormd tot mouterij en langzamerhand uitgebreid in zuidelijke richting. De mouterij startte in een gebouwtje naast het woonhuis en in later stadium uitgebreid naar het gebouwtje tussen woonhuis en schuur, alsook gedeeltelijk in de schuur. Aan zuidzijde van het erf werd een gebouw met moutzolder opgericht circa 1885. Vergroot met gebouw waarin droogoven en ast in 1885 of 1891. Opbouw moutzolder in 1900, gebouw met kiemvloeren in 1925, pneumatische moutvloer in 1932, en tweede pneumatische moutvloer in 1936.

In 1938 werd overgeschakeld op energievoorziening door een gasgenerator en electromotoren. Doorgang met daarboven silo's geplaatst voor 1940. Bovenste verdieping van de ast brandde af in 1940. Schuur tijdens Tweede Wereldoorlog beschadigd, nadien hersteld en ingericht tot garage. Tevens werd het hoevebedrijf stopgezet in 1947. Opbouw moutsilo's in 1949. Verlenging moutvloeren en toevoegen weekkuipen en waterreservoir in 1954. Kort daarop plaatsen silo's voor gerst en mout. Opbouw nieuwe ast en weekkuipen in 1971. Verder uitgebreid in 1975 en in 1982-83 met een nieuwe productie-eenheid en silo's.

Heden met eenvoudige, landelijke bakstenen woning uit het vierde kwart van de 19de eeuw aan straatzijde; één bouwlaag onder mansardedak (leien en Vlaamse pannen), met haaks aanbouwsel uit de 20ste eeuw aan westzijde. Wordt heden (1984) verbouwd naar ontwerp van Fons Mertens.

Gebetonneerd erf met aan oostzijde rechthoekige bakstenen langsschuur onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen), gedateerd 1862 en met opschrift DM (Dingemans-Mertens) door middel van gesinterde steen bij noordgevel. Flankerend noordelijk aanbouwsel uit het vierde kwart van de 19de eeuw; twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Verankerde baksteenbouw met kelderverdieping. Kleine steekboogvenstertjes en steekboogdeur. Centrale laadluiken onder zadeldak. Aan zuidzijde erf mouterijgebouwen van circa 1885 tot 1983.