Woning met verspringende gevellijn ten opzichte van de bebouwing ten zuiden. Opklimmend tot de tweede helft van de 17de eeuw, zie bijvoorbeeld dakhelling, dakkapellen, zijtrapgevels, poortomlijsting, gewelfde kelder en dakgebint, doch aangepast in de loop van de 19de- en de 20ste eeuw.
Dubbelhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien, nok evenwijdig aan de straat) waarin twee kleine en een grote dakkapel, laatstgenoemde getrapt en voorzien van rondboogvenster met diamantkopsleutel, dito imposten, waterlijst en blinde oculus. Rood beschilderde verankerde bakstenen lijstgevel op hoge sokkel van arduin. Aangepaste rechthoekige vensters met lateien en lekdrempels van arduin en luiken op de begane grond.
Rechthoekige neoclassicistische 19de-eeuwse deur in hardstenen omlijsting onder dito geprofileerde waterlijst op consoles; houtwerk uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Ter hoogte van eerste en tweede travee gedrukte spitsboogpoort in kwarthol geprofileerde zandstenen omlijsting met druiplijst; 17de-eeuwse doorgang naar binnenplaats.
Gecementeerde, getrapte zijpuntgevels, aan zuidzijde met rondboogvenster in geprofileerde omlijsting, aan noordzijde met gedichte kloosterkozijnen. Gecementeerde achtergevel met bewaarde vierkante traptoren, kruiskozijnen en recente driezijdige uitbouw.