erfgoedobject

De Grote Nete en Herenbossen

landschappelijk geheel
ID
135374
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135374

Juridische gevolgen

Beschrijving

De ankerplaats 'Vallei van de Grote Nete rond de Herenbossen' is gelegen op grondgebied van de gemeenten Hulshout en Heist op den Berg in de Zuiderkempen en komt min of meer overeen met de open ruimte tussen de woonkernen Hulshout en Booischot. Het landschap werd van oudsher gedomineerd door beemden langsheen de Grote Nete en de Steenkensbeek en een langgerekte bosstructuur net ten noorden van de Nete. Vandaag herkennen we in dit landschap nog steeds deze mooi bewaarde beemden, de langgerekte bosstructuur en de sterk kronkelende loop van de Steenkensbeek als belangrijkste getuigen van dit historische landschap. Het bouwkundig erfgoed, geconcentreerd ter hoogte van de Grote Nete en de verbindingsweg tussen Hulshout en Booischot, met het prachtige domein van Hof ter Laken, de Mac Adamhoeve, de hoeve 't Bergske, de mijlpaal Toreke, het voormalig brugwachtershuisje en dergelijke, draagt bij tot de hoge historische- en belevingswaarde van dit landschap.

Het belangrijkste element van de oorspronkelijke structuur van het landschap is hier de alluviale vallei van de Grote Nete met haar beken.

Fysische geografie

Geologie, geomorfologie en reliëf

De vallei van de Grote Nete behoort tot de Zuiderkempen en heeft zijn uitzicht gekregen tijdens het Quartair. Tijdens het laatpleistoceen gebeurden er insnijdingen door rivieren in een oostwest richting. Nadien werden deze valleien, waaronder ook de Grote Nete, opgevuld met afzettingen tijdens het laatglaciaal en holoceen. Daarna zijn er nog de cenozoïcumafzettingen gekomen, eerst van fluviatiele en later van eolische oorsprong. Op het nieuw ontstane land ontsprongen rivieren die zich een weg baanden door de tertiaire lagen en bij tijden hun meegevoerd (lemig) materiaal gingen afzetten. Op die manier boetseerden ze hun eigen alluviale dal.

Later nog werden de tertiaire afzettingen bedekt door materiaal van niveo-eolische oorsprong. Tijdens de laatste ijstijd voerden de overheersende noord- en noordwestenwinden voerden zand en leem naar onze streken vanuit het glaciale noorden. Wat later, rond het begin van het holoceen vonden grote verstuivingen plaats. De overheersende windrichting in die drogere periode was west tot zuidwest. Vanuit droogliggende valleigedeelten werd zandig materiaal opgewaaid en weer afgezet, en dit vermoedelijk onder invloed van vegetatie.

Toegespitst op de situatie in de Netekernvallei, is het in de eigenlijke vallei van de Grote Nete dat men de recentste cenozoïcumafzettingen aantreft. Volgens de bodemkaart bestaat de toplaag in de Netekernvallei vooral uit ijzerhoudend alluvium in de onmiddellijke nabijheid van de Grote Nete en uit Diestiaanzanden in de rest van het gebied.

Typisch voor de Zuiderkempen is de afwisseling van valleien, geïsoleerde heuvels, heuvelrijen en heuvelcomplexen. Deze verhevenheden zijn enerzijds het gevolg van de onderliggende weerstandbiedende lagen zoals de stenige lagen van Diestiaan ouderdom, en anderzijds betreffen het ook eolische duinen.

Bodem

De bodems in de vallei van de Grote Nete, binnen de perimeter van de ankerplaats Vallei van de Grote Nete rond de Herenbossen, bestaat hoofdzakelijk uit natte klei, vochtig zand en vochtig zandleem. Het aandeel van bodems met natte klei is aan de oostzijde van de ankerplaats eerder beperkt in breedte. Deze situeren zich hoofdzakelijk ten zuiden van de Grote Nete, en meer specifiek tussen de Grote Nete en de Steenkesbeek. In het westen van de ankerplaats is het aandeel van bodems met natte klei, zowel ten noorden als ten zuiden van de Grote Nete beduidend breder. Binnen deze gebieden met bodems van natte klei liggen verschillende geïsoleerde vlekken met bodems van vochtig zand. Deze liggen nagenoeg evenwijdig aan de Grote Nete. De gebieden met bodems van vochtig zand en vochtig zandleem zijn verder verwijderd van de Grote Nete. Eén opvallende zone, ter hoogte van de Herenbossen, betreft een redelijke aanzienlijke oppervlakte met een bodem van vochtige klei.

Hydrografie

De ankerplaats 'De Grote Nete en Herenbossen' wordt van oost naar west volledig doorkruist door de Grote Nete. Dit is met ander woorden een belangrijke factor voor het landschap alhier.

De Grote Nete en bijhorende beken kunnen omschreven worden als typische laaglandrivieren. Ze stromen in een zandige laagvlakte wat van nature aanleiding geeft tot vrij meanderende bovenlopen. De relatie tussen de rivier en de vallei is hierdoor intens. De belangrijkste zijbeken van de Grote Nete, binnen de perimeter van de ankerplaats, betreffen de Oude Molenbeek en de Molenbeek op het grondgebied van Heist-op-den-Berg en de Steenkesbeek op het grondgebied van Hulshout. Deze zijbeken zijn ten zuiden van de Grote Nete gelegen. De Steenkensbeek vormt wegens haar kronkelende nog natuurlijke loop en zuiver water trouwens een erg waardevol element. Ten noorden van de Grote Nete, in het westen van de ankerplaats, liep vroeger de Brugeindsche loop. Deze loop is gedeeltelijk verdwenen na de aanleg van de nu nog aanwezige ontwateringsstructuur (rabatbos met populierenaanplant).

Vanaf 1821 kwam de Grote Nete onder het beheer van de provincie Antwerpen. Later, in 1854, werd het gedeelte tussen Oosterlo en Lier aan de Staat overgedragen. Door het steeds toenemend aantal overstromingen in de vallei van de Grote Nete werd van 1863 tot 1865 de Grote Nete verdiept, hier en daar verder recht getrokken en werden tevens dijken aangelegd. Nadien werden in kader van “Sigma werken” bijkomende aanpassingswerken uitgevoerd. Een aantal oude meanders langs de Grote Nete (oostelijk deel van de ankerplaats) zijn nog getuigen van dit voorheen natuurlijk verloop van de beek.

Cultuurhistorie

Op basis van de bodemgesteldheid, het bodemgebruik en de landschapsgeschiedenis kunnen volgende gebiedsdelen in de ankerplaats worden onderscheiden: het bosrijk landschap ten noorden van de Grote Nete; het gebied van de Oude Molenbeek met kasteeldomein Hof Ter Laeken en het landbouwgebied rond de Steenkesbeek.

Bosrijk landschap ten noorden van de Grote Nete

Het gebied van de oude Herenbossen en het rabatbos strekt zich volledig uit ten noorden van de Grote Nete en beslaat meer dan de helft van de totale oppervlakte van dit deelgebied. De oostgrens wordt bepaald door een oude spoorbedding welke omgevormd werd naar een fietspad tussen Herentals en Aarschot. De westgrens start ter hoogte van het waterzuiveringsstation en volgt vanaf daar de Brugeindsche loop tot aan de Grote Nete. De begrenzing aan de noordzijde van de ankerplaats is een zoeken binnen de agrarische overgangszone tussen de woonkern van de gemeente Hulshout enerzijds en de natuur- en bosgebieden aansluitend op de Grote Nete anderzijds. Aan de oostzijde van dit deelgebied, vanaf de afgesneden oude meanders van de Grote Nete tot aan het fietspad Herentals – Aarschot, is de grens van de ankerplaats op zeer korte afstand van de Grote Nete gelegen. Als we naar het valleigebied van de Grote Nete kijken komt deze situatie hier grotendeels mee overeen. Vanaf de Herenbossen en meer westwaarts verbreed het valleigebied van de Grote Nete aanmerkelijk. De verklaring hiervoor is terug te vinden in het bestaande reliëf van dit deelgebied. De woonkern Hulshout is een 12,5 tot 15 meter hoger gelegen ten opzichte van de Grote Nete. Vanaf de oude afgesneden meanders en oostwaarts hiervan, is de hellingsgraad van de heuvelwand echter aanmerkelijk hoger dan aan de Herenbossen en verder westwaarts. De woonkern hier heeft zich dan ook dichter bij de Grote Nete kunnen ontwikkelen. Het noordelijk valleigebied van de Grote Nete is grotendeels bebost. In het westen van de ankerplaats betreft dit momenteel een afwateringsstructuur met populier, ten oosten van de IJzerenweg bestaat de beboste oppervlakte hoofdzakelijk uit loofbos (de Herenbossen). Nog verder door naar het oosten, ter hoogte van het smalle gedeelte ten noorden van de Grote Nete, treft men verschillende kleinere bosjes aan, afgewisseld met graslanden.

Historiek

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Graaf de Ferraris (1771-1777) valt meteen de beboste oppervlakte ter hoogte van de huidige Herenbossen op. Ook toen reikten deze bossen tot aan de oevers van de Grote Nete. Ook opvallend op deze kaart terug te vinden is de loop van de Brugeindsche loop en de hiermee samenhangende grote oppervlakten aan natte beemden. Ten oosten van de bossen meandert de Grote Nete door het landschap. Hier blijft de breedte van de beemden ten noorden van de Grote Nete zeer beperkt. Tussen de woonkernen Hulshout – Hulshouteynde en de bossen - beemden bevinden zich kleinschalige akkers en weilanden, allen omzoomd door bomenrijen of houtkanten. Het stratenpatroon richting de Grote Nete geschiedt loodrecht op de hoofdstraat van de woonkernen Huslhout - Hulhouteynde. Tussen deze evenwijdige straten zijn nergens verbindingsstraten terug te vinden. Ze lopen dood ter hoogte van de bossen of natte beemden en dienden vermoedelijk enkel ter ontsluiting van de aanwezige akkers en weilanden. Enkel de straat, vertrekkende vanuit Hulshouteynde maakt een verbinding naar overzijde van de Grote Nete, richting de Verkens-marckt-straat. Een verbindingsweg tussen de woonkern Hulshout en Booischot is op deze kaart nog niet terug te vinden.

Grote veranderingen zijn zichtbaar op de kaart van Vandermaelen (1854). Een eerste grote verandering betreft een duidelijke inkrimping van het boscomplex (50 procent) van de Herenbossen. Het bos heeft hier plaatst gemaakt voor natte beemden, aansluitend op de Grote Nete of weiden en akkers. De grote oppervlakten aan natte beemden horende bij de loop van de Brugeindsche loop blijft nagenoeg ongewijzigd. Ook hier is een groot gedeelte van het oorspronkelijke boscomplex, ten noorden van deze beemden, verdwenen. Daarnaast wijzigt de loop van de Grote Nete op verschillende plaatsen. Verschillende oorspronkelijke meanders zijn doorgesneden waardoor de rivier een strakker stroompatroon heeft. Twee belangrijke nieuw aangelegde infrastructuren zijn nu op de kaart terug te vinden, namelijk een duidelijke verbindingsweg tussen de woonkernen Hulshout en Booischot (daterend 1838) en de spoorweg tussen Herentals en Aarschot. De oorspronkelijke verbindingsweg tussen Hulshouteynde en de Verkens-marckt-straat bestaat niet meer. Het loodrechte stratenpatroon richting de Grote Nete is echter niet gewijzigd, op een aantal doortrekkingen tot aan de Grote Nete na. Voor wat betreft het bouwkundig aspect is het belangrijk te vermelden dat op deze kaart de eerste keer de hoeve ’t Bergske, een pachthoeve van het kasteel Hof ter Laken, ingetekend werd. Wegens overstromingsgevaar werd het gebouw op een verhevenheid (een donk of rivierduin) gezet, vandaar de naam.

Op de topografische kaart van het Militair Cartografisch Instituut (1929 – 1930) blijft de beemdenzone aan de Brugeindsche loop en de Brugeindsche loop zelf nog steeds nagenoeg intact. Ten oosten van de IJzerenweg is de oorspronkelijke beboste zone ter hoogte van de huidige Herenbossen, grotendeels terug heraangeplant. Een duidelijk rechtlijnig wegentracé is hierin nu terug te vinden. Het hoger gelegen landbouwgebied, ten noorden van de natte beemden en bossen, blijft kleinschalig van structuur door de her en der verspreid staande kleine bosjes en houtkanten tussen de weiden en akkers. De vroegere afgesneden meanders van de Grote Nete zijn op de kaart niet meer in het landschap terug te vinden. Enkel een gedeelte van een oude meander, ter hoogte van de oorspronkelijke verdwenen verbinding tussen Hulshouteynde en de Verckens-marckt-straat, maakt nu deel uit van een afwateringsbeek van de hoger gelegen woonkern Hulshout naar de Grote Nete. De Grote Nete zelf wordt nog strakker gestroomlijnd. Voornamelijk ter hoogte van het kasteeldomein Hof ter Laken en de IJzerenweg, is de Grote Nete over een grote lengte recht getrokken. In het oosten van de ankerplaats wordt eveneens nog een grote meander afgesneden. Op deze kaart is ook duidelijk dat, langs de Grote Nete, aan beide zijden, dijken zijn aangelegd.

De hoofdstructuur van hiervoor blijft duidelijk zichtbaar op het orthofotoplan uit 1971. Veranderingen t.o.v. de vorige kaart betreffen de verdere uitbreiding naar het oosten van de beboste oppervlakte en het meer en meer verdwijnen van de verschillende kleine bosjes en houtkanten in het overgangsgebied tussen de bosrijke omgeving aansluitend op de Grote Nete en de noordelijk gelegen woonkern van Hulshout. Ook de zuidwaartse gerichte bebouwingsdruk vanuit de woonkern Hulshout is duidelijk voelbaar. Wel blijft het oorspronkelijke stratenpatroon redelijk gehandhaafd. Er zijn bijvoorbeeld nog steeds geen of weinig dwarse verbindingsstraten terug te vinden tussen de noord-zuid georiënteerde straten. Belangrijkste wijziging, duidelijk zichtbaar op deze orthofoto, is het verschijnen van de Fortse bossen, naar de naam van een vroeger Itegems bedrijf. De tot dan toe oorspronkelijke Brugeindsche loop met zijn bijhorende beemden is volledig verdwenen in het westelijk deel van de ankerplaats. Dit ten voordele van de aanleg van een rabatbos. Rabatten zijn langwerpige ophogingen, gelegen tussen greppels. De grond die uit de greppels afkomstig is wordt gebruikt om het rabat mee op te hogen. Deze methode wordt in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen op zeer natte, moerasachtige bodems. Op deze drogere stroken kunnen dan de bomen geplant worden. De greppels dienen ter ontwatering.

Het orthofotoplan van 1989 geeft min of meer hetzelfde landschapsbeeld. Wel verdwijnen nog meer de lineaire landschapselementen zoals houtkanten in het overgangsgebied tussen de bosrijke omgeving aansluitend op de Grote Nete en de noordelijk gelegen woonkern van Hulshout. Ook blijft de zuidwaartse gerichte bebouwingsdruk vanuit Hulshout nog steeds voelbaar.

Gebied rond de Oude Molenbeek met kasteeldomein Hof Ter Laeken

Dit deelgebied is ten zuiden van de Grote Nete gelegen met als oostgrens de IJzerenweg (verbinding Hulshout en Booischot). De westgrens werd bepaald door een aardeweg die de ontsluiting is van een aantal visvijvers, gelegen tussen de Oude Molenbeek en de Grote Nete. De woonkern van het dorp Booischot vormt de zuidelijke grens van de ankerplaats. Het grootse gedeelte van dit gebied wordt ingenomen door enerzijds het kasteelpark Hof ter Laken en anderzijds door het ten westen hiervan gelegen historisch constant grasland met verspreid gelegen kleine bosjes. De Oude Molenbeek en de Molenbeek, twee zijbeken van de Grote Nete, doorkruisen dit deelgebied. Hier zijn geen aanmerkelijke reliëfverschillen terug te vinden. Het valleigebied van de Grote Nete en de Oude Molenbeek wordt grotendeels ingenomen door graslanden, afgewisseld door struweelopslag en bosjes. Een uitzondering op deze openheid is het kasteeldomein Hof ter Laken en de ten westen hiervan gelegen ‘villa’ door de aanwezigheid van de hierbij horende parken. Ten zuiden van de Oude Molenbeek komen hoofdzakelijk weilanden voor. Het aandeel akkers blijft eerder beperkt. De ooit aanwezige lineaire landschapselementen zijn verdwenen. Het resultaat van de combinatie van deze verschillende structuren blijft een eerder kleinschalig halfopen valleilandschap.

Historiek

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Graaf de Ferraris (1771-1777) werden het valleigebied van de Oude Molenbeek en dat van de Grote Nete ingetekend als natte beemden. Buiten een paar geïsoleerde kleine bosjes is hier de beboste oppervlakte als nihil te beschouwen. Wel bevindt het kasteel Hof ter Laken zich nog net binnen dit valleigebied. Twee dreven vertrekken vanuit het kasteel Hof ter laken, éen richting de Grote Nete en één richting de woonkern Booischot. Ten oosten van het kasteel Hof ter Laken loopt de Molenbeek, volledig noord-zuid georiënteerd, dit in tegenstelling met de Oude Molenbeek die meer oost-west georiënteerd is, zoals de Grote Nete. Ten zuiden van de beemden, tot aan de woonkern Booischot, zijn kleinschalige akkers en weilanden, omzoomd door bomenrijen of houtkanten, terug te vinden.

Buiten de wijzigingen op het kasteeldomein van Hof ter Laken zijn geen grote veranderingen op de kaart van Vandermaelen (1854) waar te nemen. De nieuwe verbindingsweg tussen Hulshout en Booischot is al vermeld bij het deelgebied ‘Bosrijk landschap ten noorden van de Grote Nete’. De wijzigingen op het kasteeldomein betreffen in hoofdzaak de wijzigingen aan de gebouwen en de aanwezigheid van een kasteelparkaanleg tot aan de Grote Nete. De beddingen van de Oude Molenbeek en de Molenbeek blijven ongewijzigd. De herberg Mac Adam, bij de kruising van de IJzerenweg met de Grote Nete, is op deze kaart voor het eerst terug te vinden. Deze solide herberg aan de brug is een herinnering aan de ontwerper van goede, verharde wegen door de lage beemden en de moerassige streken langs de rivier. Deze verharde wegen en de rivier waren noodzakelijk in functie van het vervoer van onder andere de ontgonnen ijzerzandsteen.

Op de topografische kaart van het Militair Cartografisch Instituut (1929 – 1930) blijft de beemdenzone aan de Oude Molenbeek en de loop van de Oude Molenbeek zelf nog steeds nagenoeg intact. Verspreid binnen deze beemdenzone komen een paar kleinere loofhoutbosjes voor. Het kasteelpark van het Hof ter Laken wordt zuidwaarts verder uitgebreid. De dreef is nog duidelijk aanwezig en is aan belangrijkheid enkel toegenomen. Voor het eerst is op deze kaart ook een gebouw ingetekend in het westelijk gelegen bosje (Villa in cottagestijl, Hofdreef 3). Een duidelijke verbindingsweg tussen het kasteeldomein van Hof ter Laken en dit gebouw is bijkomend aangeduid. Ten zuiden van de beemden horende bij de Oude Molenbeek, tot aan de woonkern Booischot, blijven kleinschalige weilanden, het landschapsbeeld bepalen.

De hoofdstructuur van hiervoor blijft duidelijk zichtbaar op het orthofotoplan uit 1971. Het parkdomein van het kasteel van Hof ter Laken blijft voor wat betreft grootte en structuur nagenoeg identiek. Het westelijk gelegen bosje, ook bereikbaar via landwegen vanuit het kasteeldomein, is uitgebreid. Op deze orthofoto is duidelijk een constructie of gebouw in dit bosje waar te nemen. Aan de westgrens van de ankerplaats zijn hier een aantal visvijvers terug te vinden. De beboste oppervlakte tussen de Molenbeek en de Grote Nete neemt toe. De landschapsstructuur ten zuiden van de Oude Molenbeek blijft ongeveer behouden, namelijk kleinschalige weilanden en akkers. Lineaire landschapselementen tussen de verschillende percelen, zijn nagenoeg niet terug te vinden.

Het orthofotoplan van 1989 geeft ook hier min of meer hetzelfde landschapsbeeld. Het aantal visvijvers in het westen van de ankerplaats, neemt wel toe.

Landbouwgebied rond de Steenkesbeek

Dit deelgebied is eveneens ten zuiden van de Grote Nete gelegen. De IJzerenweg (verbinding Hulshout en Booischot) vormt hier de westgrens van dit deelgebied, het fietspad Herentals – Aarschot en het industriegebied volgens het gewestplan, de oostgrens. De zuidgrens valt hoofdzakelijk samen met de grens van het woongebied gelegen aan de Provinciebaan N15. Het gebied omvat de benedenloop van de Steenkesbeek vanaf de Provinciebaan tot aan haar samenvloeiing met de Grote Nete. Ten westen van de Steenkesbeek heeft de ontwikkeling van verschillende tuinbouwbedrijven (boomkwekerijen) door de jaren heen een belangrijke impact op het landschap hier gehad. Zoals in het deelgebied Oude Molenbeek met kasteeldomein Hof ter Laken zijn hier ook geen aanmerkelijke reliëfverschillen terug te vinden. In het gebied tussen de Grote Nete en de Steenkesbeek wisselen struwelen, bosjes en graslanden elkaar af. De visvijvers zijn versterkt in hun functie door het bijbouwen van verschillende weekendverblijven en exotenaanplantingen. Het uiterst westelijk deel van dit deelgebied is zeer open van structuur en wordt voornamelijk ingenomen door akkers en weilanden. Dit in contrast met het meer centrale deel van het deelgebied waar de gronden grotendeels benut worden in functie van het opkweken van bomen. De schaalvergroting van dit landbouwgebruik, die hier plaats gevonden vanaf de jaren 1960, is ten koste gegaan van het oorspronkelijke kleinschalige landbouwlandschap. Verspreid zijn twee grotere boscomplexen te detecteren. Er zijn nagenoeg geen lineaire landschapselementen aanwezig.

Historiek

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Graaf de Ferraris (1771-1777) valt onmiddellijk de brede natte beemdenzone op tussen de Grote Nete en de Steenkesbeek. De Steenkesbeek slingert zich zuidoostelijk door het landschap naar de Provinciebaan welke ze kruist om verder door Westmeerbeek zuidelijk te passeren. Ook de Steenkesbeek zelf heeft, binnen dit deelgebied een ruime natte beemdenzone. De zuidelijke beemdenzone, horende bij de Steenkesbeek, heeft plaatselijk een afwijkende structuur (geen evenwijdige structuur aan de beek zelf). Ook opvallend, tussen de Grote Nete en de Steenkensbeek, ter hoogte van de verschillende grote meanders, is het voorkomen van een sikkelvormige donk. De rest van het deelgebied bestaat hoofdzakelijk uit kleinschalige akkers en weilanden, omzoomd met houtkanten of bomenrijen. De perceelsstructuur hier is eerder strak van vorm (dambordstructuur). Binnen het deelgebied komen verder nog twee boscomplexen voor waarvan één eveneens een eerder rechte aflijning kent. Deze verschillende elementen kunnen er op duiden dat de menselijke ingrepen in functie van landontginning hier meer aanwezig waren dan in de twee andere deelgebieden.

Zoals in het deelgebied ‘Bosrijk landschap ten noorden van de Grote Nete’ verdwijnt op de kaart van Vandermaelen (1854) het merendeel aan boscomplexen. Een klein restant, ten zuiden van de Steenkesbeek, blijft bewaard. Uitzonderingen hierop zijn de twee nieuwe kleine bosjes ten oosten van de Steenkensbeek. Buiten de afgeschafte verbindingsweg tussen Hulshouteynde en de Verkens-marckt-straat, zijn geen wijzigingen in het oorspronkelijke stratenpatroon aangebracht. De nieuwe spoorweg tussen Herentals en Aarschot had ik al bij het deelgebied ‘Bosrijk landschap ten noorden van de Grote Nete’ vermeld.

Op de topografische kaart van het Militair Cartografisch Instituut (1929 – 1930) zijn de beemden, zoals op de kaart van Vandermaelen, ten zuiden van de Grote Nete en tot aan de Steenkesbeek, nog steeds aanwezig. De beboste oppervlakte breidt terug uit. Het stratenpatroon wijzigt lichtjes doordat tussen de noord-zuid gerichte straten, nu verbindingsweggetjes terug te vinden zijn.

De hoofdstructuur van hiervoor blijft nog steeds duidelijk zichtbaar op het orthofotoplan uit 1971. Zo zijn de gronden, aansluitend op de Grote Nete en tussen de Grote Nete en de Steenkesbeek, als graslanden in gebruik. Meer zuidwaarts vindt men hoofdzakelijk akkers en weilanden terug. Verspreid zijn een aantal boscomplexen aanwezig. Zowel het van oudsher bos, aansluitend op de Steenkesbeek als recentere bosaanplantingen zijn aanwezig. In heel het gebied komen nagenoeg geen lijnvormige landschapselementen voor. Wel zijn de eerste vijvers nu te situeren ter hoogte van de samenloop van de Steenkesbeek met de Grote Nete.

Het orthofotoplan van 1989 geeft min of meer hetzelfde landschapsbeeld. Het aantal visvijvers neemt nog toe ter hoogte van de Steenkesbeek en de Grote Nete en de bebouwingsdruk vanuit de Grote Baan N15 is ook duidelijk voelbaar.

Gegevens voor het gehele gebied

Een vermeldenswaardig gebiedsoverschrijdend historisch gebruik betreft hier de ontginning van ijzersteen. Eeuwenlang werd immers gebruikt gemaakt van de ijzersteen die over de gehele lengte van de Nete en haar bijrivieren te vinden is. De oudste donjons, de eerste en voornaamste bouwwerken in de streek waren opgetrokken in dit materiaal. Ook in kerken en kapellen, zelfs voor woningbouw, werd de steen gebruikt. Toch kwam de exploitatie van de ijzerzandsteen pas in de eerste helft van de 19de eeuw goed van de grond. In eerste instantie was scheepvaart noodzakelijk, bij gebrek aan andere transportmiddelen. De aanleg van de spoorlijn Herentals-Aarschot die dwars door het ontginningsgebied liep, bracht een hele verandering teweeg voor de uitbating en vervoer van deze ijzerzandsteen. Hierdoor kwam na 1870 de exploitatie op grotere schaal op gang. De uitbater was verplicht na de ontginning het terrein in zijn oorspronkelijke staat te herstellen door de bovenlaag opnieuw aan te brengen. In de aanvangsperiode deed men dit wel maar stilaan vergat men het.

Nadat de steen of steengruis was weggevoerd, bleef het terrein als een troosteloze kratervlakte achter. Zo ontstonden er putten en vijvers, die na enige tijd als vis- en zwemvijver gebruikt werden. Toen de eerste harde banken uitgeput raakten, werd de ontginning moeilijker en duurder. Ook door de stijging van de lonen ging de uitbating langzaam teloor.

De Centrale Archeologische Inventaris vermeldt enkel volgende archeologische sites binnen de ankerplaats: het Kasteel Hof ter Laeken dat teruggaat tot de volle middeleeuwen; de Hoeve ’t Bergske: voormalige pachthoeve van het Kasteel Hof ter Laeken; gaat terug tot de 17de eeuw; vondstmelding van 19de-eeuwse munten.

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van gekende archeologische sites. Door zijn verwevenheid met de bodem is de meerderheid van het archeologisch erfgoed (circa 90 procent) ongekend. Lege vlekken op de CAI duiden niet op de afwezigheid van archeologisch erfgoed, eerder op een leegte in de kennis. Water heeft altijd een grote aantrekkingskracht op de mens uitgeoefend. Hogere, droge plaatsen in de nabijheid van beken en rivieren vormen ideale vestigingsplaatsen. In deze ankerplaats zijn er nederzettingssites te verwachten op de donken in de vallei en de naar de vallei afdalende flanken. In de Nete, eventuele oude Nete-armen en alluviale zones kunnen zich (rituele) deposities, restanten van aanmeerplaatsen, bruggen, knuppelpaden, varend erfgoed, enzoverder bevinden.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1865-1880, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Tweede editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1880-1884, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1889-1900, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Geografisch Instituut, uitgegeven in 1949-1970, schaal 1:25.000.
  • Aero Survey. 1971: Orthofotoplan, schaal 1:10.000, kaartblad 24/a/5 (Hulshout).
  • Eurosense. 1990: Orthofotoplan, schaal 1:10.000, kaartbladen 24/3/1 (Hulshout).

  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, xxx, De vallei van de Steenkesbeek, beschermingsdossier (L. Meesters, 1994).
  • BOGEMANS F. & VAN MOLLE M. 2007: Toelichting bij de Quartairgeologische Kaart - kaartblad 24, Aarschot, Brussel.
  • HOFKENS E. & ROOSENS I. (eds.) 2001: Nieuwe impulsen voor de landschapszorg. De landschapsatlas, baken voor een verruimd beleid, Brussel.
  • IOK 2007: Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Hulshout [online], http://www.hulshout.be.
  • KENNIS H. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België architectuur. : Provincie Antwerpen, arrondissement Turnhout, kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen 16n3, Brussel-Turnhout.
  • LENS F. 2010: Vol zilvering tinteling. De Grote Nete tussen Lier en Geel, Heist-op-den-Berg.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN 2001: Atlas van de relicten van traditionele landschappen in Vlaanderen (Landschapsatlas), cd-rom, Brussel.
  • MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN 2002: Landschapskenmerkenkaart. Digitale Vectoriële bestanden, cd-rom, Brussel.
  • PROVINCIAAL INSTITUUT VOOR HYGIËNE 2004: Provinciaal natuurontwikkelingsplan, Antwerpen.


Bron: Aanduidingsdossier ankerplaats 'Vallei van de Grote Nete rond de Herenbossen', definitieve aanduiding 04/09/2012. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Michielsen, Jasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Hoeve 't Bergske

  • Omvat
    Kasteeldomein Ter Laken

  • Is deel van
    Heist-op-den-Berg

  • Is deel van
    Hulshout


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Grote Nete en Herenbossen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135374 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.