erfgoedobject

Honegem - Solegem

landschappelijk geheel
ID
135205
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135205

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het door de Molenbeek doorsneden gebied Honegem - Solegem omvat een grote verscheidenheid aan landschapselementen met een grote floristische verscheidenheid tot gevolg. Het gebied is een belangrijk broed-, foerageer- en rustgebied voor talrijke vogelsoorten. Het veen in de Honegemdepressie kwam (vermoedelijk vanaf 1741) voor turfsteken in aanmerking. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog deed men in het gebied ook aan vlascultuur.

Fysische geografie

Topografie

Het gebied Honegem - Solegem bevindt zich tussen Lede (ten noordwesten) en Aalst (ten zuidoosten). Binnen dit gebied kunnen drie delen onderscheiden worden: het gebied met als centrum het Honegemmoeras (te Erpe-Mere, Aalst en Lede), het Solegembos en omgeving (te Lede) en het bosje en de omliggende gronden nabij de wijk Sint- Apollonia (te Aalst).

Het landschap wordt gekenmerkt door een zwak golvend reliëf. De hoogte varieert van 12 tot 15 meter +TAW. Hydrografisch behoort het tot het Denderbekken. De Molenbeek, die ontspringt in Sint-Lievens-Esse en in de Dender te Hofstade uitmondt, loopt dwars doorheen het gebied. Ten zuiden van Solegem stroomt de Dorebeek. Ze vormt voor een deel de grens tussen de gemeenten Lede en Erpe-Mere. Haar water wordt afgevoerd via de Sasbeek en de Torensbeek naar de Molenbeek.

Kleinschalige landschappen met gemengde loofbosjes, populierenbosjes, hakhout, houtwallen, hooi- en graaslandenwisselen de open kouters af. Kleine kronkelende wegen doorkruisen het gebied. De landelijke bebouwing is geconcentreerd in de gehuchten aan de rand van het gebied. Het landschap in zijn geheel kan beschouwd worden als een vrij gaaf gebleven gebied.

Centraal ligt de moerassige depressie te Honegem. Ze wordt aan het oog onttrokken door de omringende populierenbosjes en houtwallen. Het meersengebied dat hier onmiddellijk bij aansluit, bevat nog verschillende houtwallen. Het noordelijk gelegen Solegembos, dat deels bestaat uit homogene populierenaanplantingen en deels uit gemengd loofhout, is omgeven door weilanden en akkers. Het Sint-Apolloniabos, dat de meest zuidelijke punt vormt, leunt aan tegen de bebouwde kom van de stad Aalst en wordt noordelijk begrensd door de spoorlijn 82 Aalst - Burst.

Geologie en bodem

Volgens de tertiair-geologische kaart primeren in dit gebied de grijze tot groengrijze klei tot silt met dunne banken zand en silt behorend tot het Lid van Kortemark (Formatie van Tielt, eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden) en het grijsgroen, glauconiet- en glimmerhoudend zeer fijn zand met kleilagen en zandsteenbanken behorend tot het Lid van Egem (Formatie van Tielt, eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden). Tijdens het weichseliaan (115 000 tot 10 000 jaar geleden) werd het tertiair oppervlak bedekt met niveo-eolisch materiaal. De recentste alluviale afzettingen van kleiig en lemig materiaal langsheen de Molenbeek en de Dorebeek dateren uit het atlanticum (8000 tot 5000 jaar geleden).

Het gebied bevindt zich op de overgangszone van de leemstreek naar de zandleemstreek. Bijgevolg komt er een grote verscheidenheid aan bodemtypes voor. Het deelgebied Honegem en een belangrijk deel van het Sint-Apolloniabos bestaan uit vallei- en depressiegronden: langsheen de huidige Molenbeek komen zwak gleyige tot sterk gleyige bodems op lemig materiaal voor, verderop zwak gleyige gronden op kleiig of zandlemig materiaal. Solegembos bestaat uit sterk gleyige gronden op zandlemig en kleiig materiaal. Plateau- en hellinggronden, in dit geval zwak gleyige tot matig gleyige zandleemgronden met sterk gevlekte textuur B horizont, vormen de rest van het gebied.

Volgens de literatuur is de moerassige depressie te Honegem, die op de bodemkaart als afgegraven gebied gekarteerd staat, in het reliëf gesitueerd aan de rand van de alluviale vlakte van de Molenbeek. Die alluviale vlakte vertoont hier merkwaardige verbredingen. Te Honegem staan twee opeenvolgende steilrandjes afgetekend in de oever van de Molenbeek, die brede bogen in de oever aanduiden. Ze wijzen erop dat deze verbredingen te wijten zijn aan de laterale erosie van een sterk meanderende beek, terwijl het direct aaneensluiten van twee dergelijke meanderoevers wijst op het voorkomen van meanderafsnijdingen tijdens de erosiefase. Tijdens het laatglaciaal heeft de Molenbeek zich in een dal ingesneden. Hierbij was vooral de laterale of zijdelingse erosie actief, die een paar meter diepe vlakke dalbodem uitschuurde. Door de laterale opschuiving in de meanders konden echter ook meanders afgesneden worden. Tijdens het atlanticum (8000 tot 5000 jaar geleden) was het klimaat vochtig geworden en was er een sterke toename van de vegetatie. De rivieren en beken overstroomden meermaals de vlakke dalbodems en zetten langzaamaan een dikke laag alluviale klei en leem af. Vooral te Honegem in de brede dalbodem werd veel klei afgezet. Dit proces heeft zich tot in historische tijden voortgezet. In de verlaten meanderloop te Honegem was, tijdens het atlanticum, gelijktijdig een verlandingsproces actief.

Door de plantengroei die vanaf de oevers steeds verder naar het midden van de loop migreerde, werd een veenlaag opgebouwd, dat als riet- en zeggeveen langzaamaan de hele loop opvulde. Omdat dit veen, als een spons, een grote hoeveelheid water vasthield, kon ook het veenmos tot ontwikkeling komen. Zo kon dit veengebied tot boven het oppervlak van de alluviale vlakte groeien en werd het verveende gebied een hoogveen, dat zich langzaamaan ook boven de aangrenzende moerassige delen kon uitbreiden. Dit veen kon dan ook voor turfsteken in aanmerking komen.

Vegetatie en fauna

De verscheidenheid van de onderzochte landschapselementen, met name populierenbos, gemengd loofbos, hakhout, houtwallen, hooiland, grasland, moeras, … en de ligging van het gebied op de overgang van de leemstreek naar de zandleemstreek resulteren in een grote floristische diversiteit. Bij inventarisaties uitgevoerd in 1979-1981 werden vooral in het deelgebied Honegem zeer veel soorten (246 van de 276 gevonden taxa) aangetroffen. Het deelgebied Solegem bleek soortenarm te zijn, terwijl het kleine Sint-Apolloniabos dan weer soortenrijk kan genoemd worden. Op het moment van de bescherming (1990) werden in Honegem - Solegem - Sint-Apollonia volgende (vrij) zeldzame plantensoorten aangetroffen: addertong, bosvogelmuur, zachte duizendknoop, bosveldkers, wegedoorn, reuzenbalsemien, pijptorkruid, bosvergeet-mij-nietje, rivierhelmkruid, rode waterereprijs, draadereprijs, schildereprijs, knikkend tandzaad, groengele zegge, valse ciperzegge, veelwortelig kroos, bosgeelster, breedbladige orchis en welriekende ganzenvoet. Recentere waarnemingen (jaren 1990) toonden de aanwezigheid van volgende belangrijke en typerende soorten aan: kleine ratelaar, eenbes, wegedoorn, bosgeelster, dagkoekoeksbloem, blauwe knoop, grote lisdodde, paarse schubwortel, pinksterbloem en waterviolier.

In dit gebied komen op het moment van de bescherming (1990) ook enkele voor België vrij zeldzame broedvogelsoorten voor, namelijk dodaars, meerkoet, zomertaling, torenvalk, waterral, ransuil en ijsvogel. Het deelgebied Honegem vormt een belangrijk rust- en foerageergebied voor deze soorten. Inventarisaties in 1979-1981 toonden tevens de aanwezigheid van onder andere de groene en bruine kikker, pad, vinpootsalamander en kleine watersalamander aan. Recentere gegevens wijzen op het voorkomen van de kam- en vinpootsalamander, ijsvogel, bloedrode heidelibel, oranjetipvlinder, dodaars, haas en steenuil als typerende soorten voor dit gebied.

Cultuurhistorie

Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) wordt het gebied voorgesteld als een afwisseling van omhaagde akkers, vochtige weilanden en weilanden onder bos. Het meanderende tracé van de door bomenrijen omzoomde “Meule Beeck” is duidelijk herkenbaar. Op de Molenbeek wordt een watermolen afgebeeld. De bewoning is geconcentreerd in kleine gehuchten. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) toont een gelijkaardig landschapsbeeld. De watermolen wordt aangeduid als de “Moulin de Colline”.

De eerste turfontginning in Honegem dateert vermoedelijk uit het jaar 1741. Het gedeelte waar turf zou gestoken zijn is niet herkenbaar op de Ferrariskaart (1770-1778). De desbetreffende percelen zijn er gekarteerd als moerassige weide. Op de topografische kaart van 1879 verschijnt voor de eerste maal een aanduiding die vermoedelijk wijst op het voorkomen van vlasrootputten. Deze rootputten worden, weliswaar in geringer aantal, nog weergegeven op de topografische kaart van 1948.

De literatuur vermeldt het voorkomen van de vlascultuur tot kort na de Tweede Wereldoorlog. De gronden langsheen de Molenbeek staan op alle kaarten tot 1948 aangeduid als moerassige weilanden, die vermoedelijk tot na de Tweede Wereldoorlog als hooiland werden geëxploiteerd. Na 1948 werd een aantal van deze gronden met Canadapopulieren beplant. Enkele percelen worden later als zone voor weekendrecreatie of als braakland gebruikt. Het overgrote deel wordt nog gebruikt als landbouwgrond: graasweiden, akkers en hooiland. Van het loofbosje ten zuidoosten van de huidige Solegemwijk, aangeduid op de kaarten van 1785 tot 1948 bleef slechts een miniem gedeelte over. De beboste oppervlakte blijft toenemen op de topografische kaarten tussen 1785 en 1966. Afgezien daarvan verschillen de recente topografische kaarten weinig met de kaarten uit de periode 1845-1848; enkele hoevegebouwen verdwenen uit het landschap, enkele bosjes werden weiland en omgekeerd.

Op de hoek van de Molenweg en Honegemstraat staan een gesloten en een semi-gesloten hoeve. Beide hebben hun gebouwen gegroepeerd rond een vierkant, gekasseid erf met tuintje. De Cottenmolen is een fraaie, nog in werking zijnde bovenslagmolen op de Molenbeek, met bewaarde sluit en ijzeren scheprad. De molen ligt in een beboomd landschap met een wandelpad langs de Molenbeek. In de weide op de rechteroever van de beek staan een stel verticale plettermolens (oliemolen) opgesteld.

  • Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000812, Honegem - Solegem - Sint-Apollonia (GUILLEMIJN B. & VAN DEN BREMT P., 1990).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Databank Landschapsatlas Vlaanderen [CD-rom uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen], Ankerplaats Honegem - Solegem A40028, 2001.
  • NATUURPUNT HONEGEM 2012: Honegem natuurgebied [online], http://www.honegem.be/ (geraadpleegd op 14 april 2015).
  • Tertiair-geologische kaart van Vlaanderen, Erpe-Mere, Honegemstraat [online], http://www.geopunt.be/ (geraadpleegd op 14 april 2015).

Auteurs: Van den Bremt, Paul; Cox, Lise; Tack, Guido; De Meirsman, Reginald; Van der Linden, Geert; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Gesloten hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Watermolen Cottemmolen

  • Is deel van
    Aalst

  • Is deel van
    Erpe

  • Is deel van
    Hofstade

  • Is deel van
    Lede


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Honegem - Solegem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135205 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.