erfgoedobject

Duin-polderovergang Ten Bogaerde

landschappelijk geheel
ID
135164
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135164

Juridische gevolgen

Beschrijving

Duin-polderovergang Ten Bogaerde ligt op het grondgebied van de gemeenten Veurne en Koksijde, ten westen van het militair vliegveld van Koksijde.

Het gebied bevindt zich de bodemkundige grens en de graduele overgang tussen het duinfront en de polders. De opvallend kale steilrand contrasteert sterk met de dichte struwelen en bomenrijen op de binnenduinzoom. Het duinfront heeft zich tijdens de 14de-16de eeuw gevormd bovenop de resten van veel oudere duinen. Deze duinen vormen een nagenoeg unieke standplaats voor een duinvegetatie die een droog en zuur milieu prefereert. Door het actief stuiven van de duinen wordt achter dit front een zeer laag gelegen duinpanne gevormd. Dit is een zeer nat stuk waar pioniersvegetatie voorkomt. Rond de 4de-8ste eeuw zorgde een zee-inbraak voor de afzetting van de typische zware polderklei en lokaal voor veenvorming. In de geulen zelf werd voornamelijk zand afgezet, in de aangrenzende gronden eerder klei. Nadien zijn er nog dergelijke zee-inbraken geweest, maar dit gebied werd toen reeds beschermd door de huidige duinengordel.

De percelen tussen het Langgeleed en de duinen vertonen microreliëf dat waarschijnlijk te wijten is aan de ontginning van zandige klei voor bakstenen. In het noordoosten ziet men nog een laag talud langs een perceelsrand. In de percelen zelf komen zeer ondiepe ontwateringsgrachten of zogenaamde 'laantjes' voor. In dezelfde percelen komt ook kwelwater uit het duinfront aan de oppervlakte, waardoor deze percelen zeer vochtig zijn en een zeldzame en specifieke flora hebben. In de polders zorgt een netwerk van grachten voor de afwatering van dit zeer laag gelegen gebied. De grachten wateren af naar het Langgeleed; dit kanaaltje is uitgegraven in de bedding van een zijtak van de vroegere IJzergeul. De ontgonnen turf en de klei (bakstenen) werden via het Langgeleed getransporteerd. In de grachten staan momenteel rietkragen en enkele knotbomen.

De overgangszone tussen duinen en polders in het gebied wordt gekenmerkt door actieve overstuiving van polderafzettingen met zand vanuit het duinfront. De graduele overgang tussen duinen en polder en de actieve overstuiving maken dit gebied uniek en bijgevolg zeer waardevol. Zowel het reliëfverschil als de houtige begroeiing langs de overgang als de actieve, onbegroeide stuifhelling maken deze bodemkundige overgang van duinen naar polder ook visueel zeer opvallend.

Kenmerkend voor dit gebied zijn de acidofiele en xerofiele buntgras-mosduinvegetaties enerzijds en de eutrofe relictvegetaties van kwel- en verlandingsmilieus in weiland-depressies en grachten anderzijds. De mozaiëkstruwelen, duingraslanden, dichte bosjes, natte weilanden en grachten met begeleidende rietvegetaties zorgen voor een grote verscheidenheid aan biotopen in het gebied. Het gebied is tevens belangrijk als broed- en overwinteringsplaats voor kleine zangvogels, eendachtigen, steltlopers, bos- en roofvogels en anderzijds als leefgebied voor amfibieën, zweefvliegen, dagvlinders, libellen, spinnen, hooiwagens en land- en zoetwaterslakken.

De schoolhoeve Ten Bogaerde was tijdens de middeleeuwen in handen van de cisterciënzerorde van de Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen in Koksijde, die het gebied ontgonnen heeft in de 11de-12de eeuw. De eerste wegen (Svinckxweg en Ten Bogaerdeweg) werden aangelegd op de oeverwalafzettingen. Op het einde van de 16de eeuw besliste men Hoeve Ten Bogaerde te gebruiken als abdij en ze daartoe verder uit te bouwen. Men recupereerde bouwmaterialen uit de verwoeste Abdij Ten Duinen. De hoeve is omringd door een middeleeuwse walgracht die niet meer intact is. In het noorden staat de middeleeuwse, monumentale schuur of grangia, die zowel een opslagplaats voor graan en stro was, als een woongebouw. Drie muren zijn nog authentiek. Het volume van het huidige stalgebouw omvat niet de volledige zijgevels. De kerk en de abtswoning zijn pas in de 17de eeuw bijgebouwd toen de hoeve ook als abdij werd gebruikt. Aansluitend bij de gebouwen ligt nog steeds een boomgaard.

Naast de Hoeve Ten Bogaerde vormen ook de Belvedère en het Kapelhof belangrijk bouwkundige erfgoedwaarden. De Svinkxweg (westelijke grens tussen Kapelhof en Belvedère) is een vrij oude weg die aangelegd is op een voormalige kreekbedding. De Ten Bogaerdelaan vormt in het oosten de grens van dit gebied. Ze was eertijds de verbinding tussen de hoeve en de nederzetting Sint-Idesbald. Langs de wegen en het Langgeleed stonden ook bomen en struiken. Vanaf het einde van de 19de eeuw werden in de duinpannes delen genivelleerd en als akkerland gebruikt. In het noordoosten van dit gebied lijkt het duinfront onderbroken. De duinen zijn hier genivelleerd, waarschijnlijk om als akkerland te gebruiken. Ook het dominante site van Hoeve Ten Bogaerde vormt een aanzienlijke blikvanger in dit vlakke en open landschap.

  • Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002112, Duin-polderovergang Ten Bogaerde (STROBBE M. 2000).

Bron: Ankerplaats 'Duinpolderovergang Ten Bogaerde'. Landschapsatlas, A30054, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Strobbe, Marika; Deventer, Wouter; Lievens, Filip
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duin-polderovergang Ten Bogaerde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135164 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.