erfgoedobject

Margijsbos en Kasteel Van Der Vorst

landschappelijk geheel
ID
135099
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135099

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het Margijsbos is gelegen tussen Neerijse en Overijse, ten zuiden van Loonbeek op de oostelijke flank van de IJsevallei. Een oudere benaming was Sergijsbos. Het Margijsbos is een historisch bos, het komt reeds voor op de Kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778). Een aantal holle wegen en taluds komen in het gebied voor. Het voorheen omgracht en gedeeltelijk ommuurd kasteeldomein is ingeplant aan de voet van de zuidoostelijke beboste helling van het IJsedal, in een straatbocht vlak naast de IJse. Een monumentale poort, uitgespaard in de blinde buitengevel van het wagenhuis, leidt naar een ruim binnenplein omsloten door kasteel en bijgebouwen. Het geheel vormt een goed voorbeeld van een feodale site met kasteel, castrale kapel en watermolen. De klassieke tweeledige structuur met opperhof en neerhof is nog duidelijk op het terrein herkenbaar.

Een eerste nederzetting wordt in de 13de eeuw vermeld. Reeds op het einde van de 15de eeuw omvatte het domein ook een watermolen, een kapel (de huidige Sint-Antoniuskapel), beemden, heide en bos. Ongeveer de helft van het 200 bunder grote domein werd ingenomen door het 'bos van Loonbeek'. In 1500 wordt ridder Jan van der Vorst eigenaar. In 1579 werden het kasteel, de molen, enkele pachthoven en een groot deel van het dorp door de Geuzen in brand gestoken. Het heropgebouwde kasteel onderging in de 18de eeuw meermaals belangrijke verbouwingen, er werd ook een bakstenen muur rond het kasteel opgetrokken. De familie Van der Vorst bleef eigenaar tot in het begin van de 19de eeuw. Nadien werd het kasteel gebruikt als pachthof, delen werden gesloopt, de kapel werd in 1873 aan de gemeente geschonken, ze werd vanaf dan parochiekerk. Het totaal verkommerde kasteel en een groot deel van het domein werd in 1923 aangekocht door de Brusselse industrieel A. Smits, die het als pachthof verhuurde en voor zichzelf in het midden van het Margijsbos een ruime villa in Normandische stijl liet optrekken. De daarop volgende jaren werd het kasteeldomein steeds verder versnipperd onder diverse eigenaars. Sinds kort heeft het kasteel opnieuw een residentiële functie. Het is terug met zorg opgeknapt, met integratie van nog bestaande oude fragmenten. In tegenstelling tot het kasteel van Overschie te Neerijse of het kasteel van Huldenberg, bleef de aanleg rond het kasteel van Loonbeek tijdens de 18de eeuw rudimentair en in oppervlakte beperkt. Van uitgekiende spiegelvijvers, sterrebossen en een complex patroon van dreven en vista’s was nauwelijks sprake. De hoofdas van het domein werd gevormd door een ongeveer 700 m lange rechtgetrokken sectie van de IJse, die eindigt bij de watermolen. De rivierloop werd bij deze rechttrekking vermoedelijk verplaatst van de dalweg (de lijn van de laagste punten) naar de noordrand van het dal. Deze operatie - een procédé dat voor het centraal-Brabantse heuvelland niet zo uitzonderlijk is - was niet alleen molentechnisch interessant, maar vormde zowel in Huldenberg, Loonbeek als Neerijse het basisgegeven waarop een min of meer complexe vorm van parkaanleg werd geënt, dit was echter minder het geval in Loonbeek.

De kabintetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de toestand van het domein weer in optimale vorm. Er waren vier vijvers op lijn: de huisvijver met twee eilandjes waarop de kasteelgebouwen zijn gelegen, een kleine rechthoekige vijver, een veel grotere rechthoekige vijver die bijna de ganse breedte van de valleibodem in beslag neemt; en een ongeveer 200 m lange smalle, bijna kanaalvormige vijver. Deze vijvers werden vermoedelijk uitgegraven tussen 1755 en 1770. Op de 19de-eeuwse kaarten worden ze als een lepelvormige vijver afgebeeld. De oevers van de drie vijvers waren afgezoomd met een hoogstammige rijbeplanting en tussen de vijvers en de IJse en evenwijdig met deze laatste, liep vanuit zuidwestelijke richting een met bomen beplante dreef naar het kasteel toe. Deze dreef, oorspronkelijk een privé-perceel, wordt in 1853 opgenomen in het openbaar domein naar aanleiding van de ontdubbeling van de Sint-Jansbergsesteenweg. Het aanpalende Margijsbos heeft zijn primitief wegenpatroon behouden: geen ster- of andere geometrische patronen, lovergangen of andere tekenen van formele aanleg. Het hellingbos wordt doorkruist door enkele hellingopwaarts kronkelende wegen, op de 19de-eeuwse kadasterkaarten respectievelijk de Keijser straet, de Kapelledreef, de Molenweg en de sentier de Weert. Nadat in 1856 de kleine, tweede, vijver uit het kaartbeeld verdwijnt, wordt twee jaar later ook het perceel van de ‘lepelvijver’ niet meer als water maar als ‘land’ omschreven; samen met de dijken rond de vijvers vormt het voortaan het nieuwe perceel. In 1864 wordt tenslotte ook het huisvijverperceel niet meer als water maar als weide ingetekend. Daarmee zijn dan ook de meest opvallende elementen van de historische aanleg verdwenen of, juister gezegd, verdoezeld, want alleen in de onmiddellijke omgeving van het kasteel werd de vijver echt gedempt. De buitenoevers van de huisvijver zijn nog duidelijk zichtbaar in het reliëf en de begroeiing (rietkragen) en het verdwijnen van de ‘lepelvijver’ in de 19de eeuw was vermoedelijk het resultaat van een geleidelijke verlanding.

In het microreliëf zijn de oorspronkelijke oevers nog duidelijk te bespeuren. De ‘lepelvijver’ zal pas in 1970 uit het kadastrale beeld verdwijnen. Het uiteinde van de historische ‘lepelsteel’ werd vermoedelijk benut om bij een in 1975 gebouwde villa opnieuw een kleine vijver aan te leggen. De rest van de vroegere lepelvijver is momenteel begroeid met elzenhakhout, hier en daar met ‘spaartelgen’ op oude stronken van gewone es (met stamomtrekken tot 186 cm). Na de verlanding van de vijver heeft zich een rijk, beekbegeleidend bostype ontwikkeld, dat onmerkbaar overgaat in de beboste hellingen van het Margijsbos. Elementen van formele park- of tuinaanleg zijn nog nauwelijks aanwezig. Op het perceel van de voormalige huisvijver werden nog restanten opgemerkt van oude meidoorn- of haagbeukhagen. Daarnaast is er het dreefje bij de toegangspoort van het woongedeelte, bestaande uit vijf zwaar afgetopte en ingesnoeide zomerlindes met stamomtrekken tot 211 cm. De sierbeplanting beperkt zich voor de rest tot een jonge plataan en jonge magnolia. Vermeldenswaardig zijn ten slotte de oude beuken (met stamomtrekken tot 269 cm) in het bosplantsoen langs de oude Kapelledreef, aanluitend bij het kasteel.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.

Bron: Ankerplaats 'Margijsbos en Kasteel Van Der Vorst'. Landschapsatlas, A20043, Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Cresens, André
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Margijsbos en Kasteel Van Der Vorst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135099 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.