erfgoedobject

Park van het kasteel Rokkenborch

landschappelijk element
ID
134765
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134765

Juridische gevolgen

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Aanhorigheid van kasteel
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Rokkenborch
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Landhuis, vermoedelijk teruggaand op middeleeuwse site, gerestaureerd in historiserende stijl in het laatste kwart van de 19de eeuw en vroege 20ste eeuw met recuperatiemateriaal van het kasteel Thy-le-Château (Namen) tot pittoresk geheel met donjon en kantelen; ommuurd domein van circa 2 hectare met dicht bosplantsoen, heuveltje en vijver met eilandje.

In een tentoonstellingscatalogus met pentekeningen door Constantijn Huygens jr. (1628-1697) wordt een tekening van een kasteel met hoeve en stallingen afgebeeld, die volgens een inscriptie op de keerzijde in 1676 zou zijn vervaardigd in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek. Hoewel de samensteller van de catalogus in het huidige Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek niets kon terugvinden dat ook maar enige gelijkenis vertoont met het afgebeelde kasteel, gaat het waarschijnlijk om Rokkenborch, een achter muren en bosplantsoen verborgen kasteel in het centrum van het dorp, onzichtbaar vanaf de openbare weg. Aan het einde van de met beuken afgezoomde oprijlaan wacht een verrassing: een imposante, met klimplanten begroeide burcht met gekanteelde donjon en muren, hoektorens, schietgaten, kruisramen, typisch Romaanse elementen als boogfriezen en tweelichtbogen met deelzuiltjes... Waar de authenticiteit eindigt en de bizarre 'folly' aanvangt is niet meteen duidelijk. Over de middeleeuwse oorsprong van het gebouw, vermoedelijk ontstaan als residentie van de heren van Lombeek, wordt in de literatuur weinig (en zonder opgave van bronnen) gemeld. In 1700-1701, nadat het verwoest was door de troepen van Lodewijk XIV, werd het gerestaureerd en vergroot. Waarschijnlijk werd toen ook het bijgebouw tegen de omheiningsmuur in de noordwesthoek van het domein opgetrokken. Op een plattegrond van rond 1750 opgemaakt op last van de toenmalige eigenaar, François Regaus, heer van Boom, wordt een configuratie afgebeeld die grotendeels beantwoordt aan het beeld op de Ferrariskaart (1771-1775): een bescheiden maar typische baroktuin met, in de as van het kasteel, twee bekkens met spuitende fonteinen, die elk het middelpunt vormden van een parterretuin. Het grondplan van de uit accoladebogen opgebouwde tuin naast het kasteel en de snoeiboompjes langs de rand van de parterres suggereren een zekere graad van verfijning. Het beboste noodwestelijke gedeelte van het kasteeldomein werd ontsloten door twee 'sterren' – eveneens een vast ingrediënt van de meeste 18de-eeuwse tuinen. In de zuidoostelijke sector wordt een beplanting in rasterverband afgebeeld, waarschijnlijk een boomgaard. Aan de rand daarvan liep de met snoeiboompjes afgezoomde toegangsdreef. De moestuin en de dienstgebouwen lagen, naar de tekening te oordelen, buiten de omheiningsmuur.

In de 19de eeuw was Rokkenborch gedegradeerd tot een ordinaire pachthoeve, omgeven door een kleine moestuin, weiland, akkers en – nog op dezelfde plaats als in 1750 – een boomgaard (perceel 277). De gebouwengroep die op de Primitieve kadasterkaart (niet gedateerd, waarschijnlijk vóór 1820) wordt afgebeeld – drie gebouwen in bijna los verband rond een binnenplaats (perceel 179) – stemt niet meer overeen met deze op het plan van 1750. In de Primitieve kadastrale legger (1830) wordt het voormalige kasteelcomplex gewoon 'huis' genoemd, maar rond 1850 waren volgens Wauters nog sporen van glorierijk, 15de-eeuws verleden zichtbaar: 'gotische' waterspuwers, kruisramen, kordonlijsten met boogfriezen.

De wederopstanding van Rokkenborch nam een aanvang met ingenieur Edouard Haubrechts, die in 1873 eigenaar werd. De daaropvolgende verbouwings- en restauratiecampagnes hebben weinig sporen nagelaten in de kadastrale bescheiden – alleen dit: onmiddellijk na de aankoop werd de langwerpige vleugel (die vermoedelijk het koetshuis en de stallingen herbergde) afgebroken, in 1896 wordt een brand gesignaleerd en in 1901 een partiële heropbouw. Door de 'hardheid' van de daaropvolgende restauratie(s) en het gebruik van recuperatiematerialen werd het onderscheid verdoezeld tussen het oorspronkelijke en de toegevoegde delen, zoals de topverdieping van de donjon. Een ander middeleeuws kasteel werd ten behoeve van de restauratie gekannibaliseerd. Enkele aspectbepalende, 'Romaanse' onderdelen in de noordgevel van Rokkenboch zijn identiek aan elementen die zichtbaar zijn op een foto van het kasteel van Thy-le-Château (Walcourt, provincie Namen) uit 1899: de geprofileerde rondboog met zuiltjes en gekoppelde driepasbogen op de benedenverdieping, de twee blinde tweelichtvensters erboven.

Nagenoeg vier vijfden van de oppervlakte intra mu­ros wordt momenteel ingenomen door dicht en hoog bosplantsoen. In de schaduw daarvan zijn nog enkele sporen van architecturaal reliëf aanwezig, die de indruk wekken dat er ooit veel meer open ruimte is geweest, namelijk het heuveltje aan de noordzijde van het kasteel, de vijver met een eiland ten zuiden van het kasteel, een brugje, sporen van grot- en rotswerk, waarin soms gebeeldhouwde puinfragmenten zijn verwerkt, zoals in de overloop van de vijver. Een gedeelte van de door Haubrechts aangeplante beuken (Fagus sylvatica) langs de toegangsdreef bleef bewaard (stamomtrekken tot 3,5 meter).

Het grootste gedeelte van het bosplantsoen dateert van na de Eerste Wereldoorlog en is vermoedelijk het werk van Robert Motteux, kleinzoon van Haubrechts, die in 1927 het domein verwierf – naast gewone beuk ook bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), plataan (Platanus x hispanica), bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), vederesdoorn met geel blad (Acer negundo 'Auratum'), witte paardekastanje (Aesculus hippocasta­num), zomerlinde (Tilia platyphyllos). Rokkenborch kon in de jaren 1930 op afspraak door groepen bezocht worden, want Motteux wilde, als burgemeester van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, het plaatselijke toerisme bevorderen. In een brief van 13 januari 1936 aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen stelde hij bovendien voor om het kasteel te 'klasseren' als monument, maar hij verbond er zich toe om nooit een beroep te doen op restauratie- of onderhoudssubsidies. Het voorstel werd door de Commissie zelfs niet in overweging genomen, misschien omdat het kasteel te sterk verbouwd werd geacht en omdat de verbouwingen nog vrij recent waren.

De huidige eigenaar heeft, naast zwarte moerbei (Morus nigra) enkele opmerkelijke exoten aangeplant: Amerikaanse kransmagnolia (Magnolia tripe­tala), een uit Iran afkomstige druivelaar tegen de muren van de donjon, persimoen of kakivrucht (Diospyros kaki) en – op een aangrenzend perceel – pawpaw (Asimina triloba).

Merkwaardige bomen (Opname 28 augustus 2001. Het cijfer in vet geeft de stamomtrek gemeten op 150 cm hoogte.)

  • 2. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 354
  • 18. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 352
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitieve kadastrale legger Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, art. 185.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212 Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, art. 249, 700, 716 en 899 en art. 700, nrs. 5 en 6.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, 1873/2.
  • DE MAEGD C., Bouwen door de Eeuwen heen – arrondisse­ment Halle-Vilvoorde, Gent, Snoeck-Ducaju, 1977, p. 530-532.
  • DOPERE F. & UBREGTS W., De donjon in Vlaanderen. Architectuur en wooncultuur, Brussel, Gemeentekrediet – Leuven, Universitaire Pers, 1991, p. 207-208.
  • HEIJBROEK J.F. e.a., Met Huygens op reis. Tekeningen en dagboeknotities van Constantijn Huygens jr. (1628-1697), secreta­ris van stadhouder-koning Willem III, tentoonstellingscatalogus, Amsterdam, Rijksprentenkabinet, 20-11-1982 – 29-03-1983; Gent, Musea voor Schone Kunsten, 5-03-1983 – 8-05-1983, p. 91.
  • HUBERT O., Le site et le village de Lombeek-Sainte-Marie, in Revue du Touring Club de Belgique et Bulletin officiel, 41(13), 1935, p. 108, p. 193-198.
  • WAUTERS A., Histoire des environs de Bruxelles, II (heruitgave van de editie van 1855), Bruxelles, Editions Culture et Civilisation, 1971, p. 192.

Bron: DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Park van het kasteel Rokkenborch [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134765 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.