De neoclassicistische in 1899 geregistreerde villa, later rechts uitgebreid tot op de perceelsgrens, wordt voorafgegaan door een voortuin met goed bewaard straathek van giet- en smeedijzer uit dezelfde periode. Het telt vijf traveeën plus een inrijhek. Composietstijlen met bovenaan samengebonden stijlen die onderling verbonden zijn door gekruiste volutes tussen gespiegelde U-motieven, tweemaal boven elkaar geplaatst, ritmeren het vaste hek. Dat heeft van lanspunten voorziene ronde spijlen tussen een boven- en onderregel en heeft een geajoureerde sokkel van gietijzer met bloemmotief op de ruitvormige kruising van de banden. Het poorthek hangt tussen polygonale hekpijlers van gietijzer met sokkel, deksteen en bekronende vaas. De poortvleugels volgen het model van het vast hek, maar de spijlen hebben een naar de makelaar klimmend beloop, gestut door liggende voluten. De voortuin werd recent heraangelegd, maar in de linkerhoek blijft een formatie rotsblokken over als getuigen van een verdwenen gloriette. Verder overleefden twee oude exemplaren in bol gesnoeide bonte scherpe hulst (Ilex aquifolium 'Argenteomarginata') en een taxusboom.
Kadasterarchief Limburg, Opmetingsschets.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BOSSCHE H., 2006: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed. Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)