erfgoedobject

Pastorietuin van de Sint-Hubertusparochie

landschappelijk element
ID
134502
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134502

Juridische gevolgen

Beschrijving

Norbertijnenpastorie met poortgebouw gebouwd in 1758 volgens 18de-eeuwse model 'vivre entre cour et jardin', omgeven door ommuurde tuin van 52 are, langgerekt; een voor pastorietuinen vaak kenmerkende tweeledigheid: sporen van regelmatige, symmetrische aanleg bij de pastorie en een landschappelijk gedeelte met bruine beuken achteraan.

De huidige pastorie van Wakkerzeel werd gebouwd in 1758 in opdracht van Ferdinandus de Loyers, abt van de abdij van 't Park te Heverlee maar voordien – van 1737 tot 1743 – ook pastoor te Wakkerzeel. De norbertijnenabdij van 't Park bezat sinds 1225 het patronaatsrecht van de kerk van Werchter en haar afhankelijkheden Haacht en Wakkerzeel, dat in 1577 een zelfstandige parochie was geworden. De perimeter van het pastoorsgoed van Wakkerzeel, zoals die wordt weergegeven op een figuratieve kaart uit 1656 is nog precies dezelfde als de huidige: een 30 m brede strook die zich over 130 m uitstrekt vanaf de Martelarenlaan (toen "den kerck wegh") tot aan het gebouwencomplex aan de Pastoriestraat (toen "de smet straete"), waar de breedte van het perceel nagenoeg verdubbelt. Op de kaart van 1656 is een half gesloten complex te zien met twee percelen land of tuin en direct aansluitend bij het gebouw, een boomgaard.

De huidige, in 1758 gebouwde pastorie omvat een poortgebouw met een zadeldak en een zandstenen rondbooginrijpoort. Samen met het hoofdgebouw, een dubbel huis met twee verdiepingen onder een schilddak, en de omheinigsmuur, vormt het een gesloten voortuin of binnenplaats – momenteel gras met een grootbladige linde (Tilia platyphyllos). Typisch voor de norbertijnse pastorieën uit de jaren 1750 zijn de verticale banden van witte zandsteen die de raamposten met elkaar verbinden en die opgaan in de kroonlijst. Opvallend hierbij is ook dat de nieuwe pastorie beantwoordde – zoals bij de andere norbertijnerpastorieën – aan het toen gangbare model van het "vivre entre cour et jardin", in dit geval de binnenplaats tussen poortgebouw en pastorie en, daarachter, de eigenlijke tuin.

Op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt de hele oppervlakte van de tuin, ook de verbreding naast de gebouwen, met 'blokjes' weergegeven, de generische voorstelling (refererend aan groentebedden) van tuinbouw. Het Primitief kadaster verschaft geen informatie betreffende een gedifferentieerd gebruik van de tuin, bijvoorbeeld tussen boomgaard, moestuin en 'lusttuin'. In de huidige toestand is echter de tweeledigheid zichtbaar die talrijke andere pastorietuinen uit de regio kenmerkt en die vermoedelijk tot stand kwam niet lang na 1850. Op een foto genomen vanaf de kerktoren omstreeks 1948 met de pastorie in de verte, is dit duidelijk zichtbaar: de omhaagde tuin met hoge, donkere boomkruinen – uiteraard bruine beuken – van het 'landschappelijk' gedeelte van de tuin rechts in beeld en, dichter bij het pastoriegebouw, een glimp van het regelmatig-geometrische gedeelte met kleine bomen (fruitbomen?) en iets wat op een padenkruis lijkt. Dit gedeelte werd na jaren van verwaarlozing in 2003 door de intercommunale Interleuven heraangelegd als 'kringlooptuin' of 'afvalarme' tuin, met paden van kopse houtschijven of verhakseld loofhout en zes geometrische plantvlakken – herinnering aan de regelmatige, symmetrische aanleg. De symmetrie, die eigen was aan pastorietuinen, wordt nog aangegeven door oude taxusstruiken (Taxus baccata) op de grens met het achterste, beboste gedeelte van de tuin. De achterste helft van de tuin bestaat uit een 'landschappelijk' aangelegd bosplantsoen, tot februari 2003 met zeer veel opslag van gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) maar met twee oude exemplaren bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), één struik Pontische rododendron (Rhododendron ponticum) en één boompje ongestekelde hulst (Ilex aquifolium 'Heterophylla'). Een van de bruine beuken heeft een opvallend gegroefde stam, een kenmerk van de cultivar Fagus sylvatica 'Quercoides'. Op beide beuken werd in het najaar 2003 de aanwezigheid van reuzenzwam (Meripilus giganteus) vastgesteld.

  • Typografieboek T B, f° 287 – "die Pastorÿe van Wackersele met verscheÿede parcelen van landen, bempden, bosschen en erven" door Joris SUBIL, juli 1656, gereproduceerd in VAN ERMEN E., VANHOVE L. & VAN LANI S., Het kaartboek van de abdij van Park, 1665, Brussel, Algemeen Rijksarchief, 2000, plaat 95.
  • AERTS A., Wakkerzeel, het stille dorp, Haacht, HAGOK, 2005, p. 15 en p. 55-89.
  • GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, p. 428.

Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorietuin van de Sint-Hubertusparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134502 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.