erfgoedobject

Refugiehuis met restanten van een park

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134227
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134227

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Refugiehuis met restanten van een park
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Refugiehuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalig refugehuis van de abdij van Tongerlo, in 1794 verkocht door de abdij aan Pierre-Joseph Michotte en in 1897 aangekocht door de Franse zusters augustinessen voor de huisvesting van hun kloostergemeenschap ('Maison Sainte-Eugénie'); refugiehuis, met poort met koetsdoorgang en wagenhuisvleugel uitgevend op de binnenkoer, omgeven door een ommuurd landschappelijk park van 50 waarvan slechts enkele bomen en sporen in het reliëf bewaard bleven.

Het kinderdagverblijf 'Het Ooievaarsnest' en een gedeelte van het Onze-Lieve-Vrouwinstituut zijn gevestigd in een pand dat sinds 1370 toebehoorde aan de abdij van Tongerlo. In 1794 was de abdij verplicht haar 'refugehuis' te verkopen om haar aandeel te kunnen opbrengen in de oorlogsschatting die de Franse republikeinen aan de stad Tienen hadden opgelegd. De nieuwe eigenaar was een zekere Pierre-Joseph Michotte, die 37 jaar later in de Primitieve kadastrale legger nog als dusdanig wordt vermeld. De lusttuin, waarvan nog sporen aanwezig zijn, werd rond 1875 aangelegd door Eugène Michotte, die ook het huis liet aanpassen. Zo werden het woonhuis aan de tuinkant verbreed, de linkerzijtrapgevel afgebroken, het steile 17de-eeuwse zadeldak door een schilddak vervangen, en de gevels opnieuw gevoegd en beschilderd. Tegen de linkerzijgevel werd een poortdoorgang gebouwd van glas, ijzer en hout op een arduinen sokkel en met een plat dak. De dwarsvleugel die de binnenplaats aan de zuidkant afsluit, is een typisch wagenhuis met zeven steekboogopeningen. Centraal op het binnenpleintje (circa 23 are), dat tot 1900 door een uitsprong van de wagenhuisvleugel van de eigenlijke tuin (49 are) was afgesloten, verscheen een fraai, pittoresk, neogotisch paviljoentje ('troubadourstijl'), zeshoekig met ezelsrugbogen met driepasmotief (klavertje-drie) voor de deur en de ramen, een geraamte gevormd door knoestige stammen opgevuld met baksteenmetselwerk in visgraatverband en een tentdak met een golvende, geajoureerde lijst. Dit paviljoen, dat in 1984 naar de achtertuin was verhuisd, is verdwenen. In twee hoeken van de ommuurde achtertuin werden nog een tweede paviljoen en een kleine serre opgesteld, maar daar zijn geen afbeeldingen van bekend.

In 1897 werd het goed verkocht aan Franse zusters augustinessen, die enkele aanpalende gebouwen lieten afbreken, zodat het huis aan de rechterzijde kon worden verlengd in een imitatie van de traditionele bak- en zandsteenstijl van het hoofdgebouw, maar met slechts twee bouwlagen. Het verruimde complex bood plaats aan de kloostergemeenschap én een rusthuis voor dames, 'maison Sainte-Eugénie'. De eerste ansichtkaarten duiken op in die periode. Eén ervan toont een landschappelijke tuin met een vijver met golvende oevers en glooiende, grazige oeverzones, een gevarieerde beplanting en – rechts in beeld – drie in kegel opgesnoeide boompjes, taxus of haagbeuk. Op de stafkaart van 1908 (ICM, 1933) wordt deze vijver weergegeven. In 1962 werd het complex overgenomen door de 'Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart' en het Immaculata-instituut nam er haar intrek, vanaf 1981 de afdeling kinderverzorging, de voorloper van het huidige kinderdagverblijf. Een strook van 20 m breed aan de zuidwestrand van de achtertuin werd opgeofferd voor hoogbouw, aansluitend bij het schoolgebouwencomplex in de Ooievaarstraat. Een vijftal bomen hebben dit alles overleefd, drie daarvan – een ginkgo (Ginkgo biloba), een plataan (Platanus x hispanica) en een moerascipres (Taxo­dium distichum) – dateren ongetwijfeld uit de tijd van Michotte. Ook de vijver heeft sporen achtergelaten in het reliëf in de vorm van een grazige depressie.

Merkwaardige bomen (opname 21 augustus 2001)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 1. ginkgo (Ginkgo biloba) 258
  • 2. gewone plataan (Platanus x hispanica) 439
  • 9. gewone moerascipres (Taxodium distichum) 467, op 4 m hoogte gebroken tijdens een storm in 2002
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Tienen, art. 524 nrs. 9 en 10, art. 1490 nrs. 19-20 en 27-30 en art. 3121 (op naam van "Josephina Defaux en consoorten ").
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Tienen 1877/34.
  • KEMPENEERS P., Thuis in Thienen (I), Tienen, 1999, p. 340-341.

Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Refugiehuis

  • Is deel van
    Tienen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Refugiehuis met restanten van een park [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134227 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.