erfgoedobject

Rufferdingemolen, brouwerij en molenaarswoning met tuin

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134199
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134199

Juridische gevolgen

Beschrijving

Molenaarswoning gebouwd omstreeks 1875 in opdracht van molenaar-brouwer Charles Vandeweyer als vrijstaande villa in eclectische stijl naast de watermolen van Rufferdinge, waarvan het bestaan teruggaat tot 1200; watermolen en brouwerij herbouwd en uitgebreid in het vierde kwart van de 19de eeuw; gelegen in een bescheiden tuin met relicten van oude beplanting.

De graanwatermolen van Rufferdinge, voor het eerst vermeld omstreeks 1200, wordt extra muros afgebeeld in de marge van het stadsplan van Jacob van Deventer uit het 3de kwart van de 16de eeuw, vermoedelijk rond 1560. In 1875 bouwde molenaar-brouwer Charles Vandeweyer op een perceel naast de molen een villa in een streekeigen eclecticisme (vergelijk bijvoorbeeld met de Villa Arnauts te Zoutleeuw), waar het rond 1850 populaire model voor landhuizen nog sterk in doorschemert: symmetrie, drie traveeën met de voordeur in het midden, twee bouwlagen onder een schilddak. De versiering – witte speklagen en een door een boogfronton bekroond middenrisaliet – bleef beperkt tot de straatgevel. Vandeweyer, die stagiair-molenaar was geweest op Janshoven te Walsbets, wilde hiermee zijn status als aankomend industrieel en stadsnotabele kracht bijzetten. De oude molen werd grotendeels afgebroken en heropgebouwd en naast de nieuwe molen verscheen een brouwerij, die in 1891 substantieel werd vergroot en tot 1926 actief bleef. Charles Vandeweyer was toen al vijftien jaar dood en Rufferdinge was onverdeeld eigendom van zijn kinderen, waaronder Arthur, ingenieur bij de Belgische Spoorwegen en 'distilleur' op het kasteel van Neerwinden. De watermolen stopte pas in 1966 met malen. In 1973 kocht de provincie Brabant het domein aan. Het molengebouw werd grondig gerestaureerd en in 1985 als provinciaal 'trefcentrum' ingehuldigd. In de villa kwamen een toeristische informatiebalie en vergaderzalen. Het molencomplex werd in 2003 aan de stad Landen verkocht, de villa het jaar daarop aan de Regie der Gebouwen, die er het vredegerecht van Landen installeerde.

In de kadastrale bescheiden werd nooit van een lusttuin gesproken. Het perceel tussen de Molenbeek en de straat, circa 10 are groot, was gewoon 'hof ', moestuin. De villa zelf stond op een perceel van een halve hectare, die in de legger als boomgaard werd omschreven en op de kadasterkaarten ook als dusdanig werd ingetekend. Uit het voorkomen van oude sierbomen zoals een bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), een recentelijk gerooide zilveresdoorn (Acer saccharinum) en – op de bermen van de beek voor de watermolen – diverse witte paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum), kan echter worden opgemaakt dat er in de onmiddellijke omgeving van de villa een sierbeplanting aanwezig was. Deze beplanting diende wellicht als omkadering van de versierde voorgevel. Na de overname door de provincie werd ook de achterliggende boomgaard aangepakt: glooiende gazons met boom- en struikmassieven, vaste plantenbedden, met betonstenen afgeboorde dolomietpaden, verlichtingspalen met hangende halve bollen van melkglas, zelfs kalmoes (Acorus calamus) en pontederia (Pontederia cordata) in het opgestuwde gedeelte van de beek... Niets werd aan het toeval overgelaten.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger Landen, art. 440 nrs. 9-13 en 17-24, 31-35, 44 en 75-77.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Landen 1876/7.
  • DELMEIRE R., Molens van Groot-Landen. Ons Lan­dens Erfdeel, 8(24), 1985, p. 17-26 en p. 29-31.
  • KEMPENEERS P., Toponymie van Landen, in Onomastica Neerlandica, monografie XVII, Leuven, K.U.L., Instituut voor Naamkunde, 2000, p. 204-206.
  • RUELENS Ch.-L., Atlas topographique des villes des Pays-Bas au XVIe siècle par Jacques de Deventer, Bruxelles, Institut national de géographie, 1884.
  • VANDENBOSCH A., Een eeuw geschiedenis van het domein van Rufferdinge, in DELMEIRE R., Molens van Groot-Landen. Ons Lan­dens Erfdeel, 8(24), 1985, p. 29-31.

Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Rufferdingemolen met molenaarswoning

  • Is deel van
    Landen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Rufferdingemolen, brouwerij en molenaarswoning met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134199 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.